Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 26 februari 2016

De kilte

Onzichtbaar was het massief van de Epine, onzichtbaar gemaakt door een dik wolkendek; ervoor, net onder het grijze dek, nog een wat lagere rug waar een uiterst stijle en smalle weg onhoog liep. Voordat ik naar boven kroop had ik 't daglicht afgewacht en bij 't steeds hoger klimmen ontving ik een schitterend uitzicht over een druilerig Chambery en haar omgeving.

Het referendum; ik ben geschokt. Geschokt dat er nog zoveel potentiële "ja"-stemmers zijn. Ja: zelfs de partij die 't referendum als 't ware uitvond is zelfs "tegen" het referendum!

Na het lossen keerde ik weer en snorde tussen grote bergmassieffen door, een voor mij nog onbekende route die mij tot Voiron bracht. Van daaruit verder, dwars door 't eeuwenoude notendal met zijn talloze notenbomen, vrolijke en minder vrolijke en nog steeds was 't grijs met regelmatig neerslag.

Verbijsterd ook; hoe zovelen nog de oren laten hangen naar politici die steeds meer onwaarheden aan elkander rijgen. Steeds meer blijkt dat mensen die "men" op een hoger voetstuk heeft gezet zoveel geloof naar zich toetrekken dat in de door hun vertolkte onwaarheden nog enige twijfel kan binnendringen.

Ach. 'T zijn slechts penseelstreken van een woensdagmorgen.
Meer naar 't zuiden begon 't op te klaren. Snelweg had ik vrijwel geheel kunnen vermijden hetgeen 't reizen geriefelijker maakt en de Nougat-stad bade reeds in een vorstelijke februarizon. Rond de middag doolde ik in de omgeving van Nyons en weer eens in 't gezichtsveld van de Mont-Ventoux voorzien van een koddig wit kapje op haar nobele hoofd. Tulette, en vandaar naar Bellegarde, een schitterende reis door bloemloze lavendelvelden en kale wijngaarden. Reeds stonden de eerste prunusgaarden in rose en witte bloei en enkele druivenvelden kleurden botergeel. Een merkwaardige lichtval van een dalende zon door de kale takken van de aan beide zijde van de weg staande platanen. Bijna weer vol terugkerend kwam ik de namiddag tot aan Donzère, bij een knaagschuur met soms teveel landgenoten; dit keer acht stuks, minder en meer luidruchtige.
Ooit waren het er wel twintig, dertig per avond.

Alle mooie toezeggingen over de voorschreidende Eurpese eenwording is, tot nog toe, in hun tegendeel uitgekomen zoals de opkomst van de slavernij, getuige de nog slechts acht landgenoten die avond. Dalende pensioenen, onzekere arbeidsmarkten, stijgende prijzen; ga zo maar door.

Donderdagmorgen passeerde ik Lyon; bijna gelijktijdig verdween ik weer onder een eindeloos wolkendek, zei het minder dik dan de voorgaande dagen en neerslag bleef uit.

Waarom. Waarom zal dat thans met "Oekraïne" niet hetzelfde zijn? Europa aast op een nieuw leger slaven die tot uitbuiting bereid zijn waar de eigen kleptomanie wel bij zal varen; de informatie lijkt steeds meer op desinformatie. Geloof hechten aan lui die ons al eerder op een verkeerd been hebben gezet. Miljoenen zal 't gaan kosten en verhaald worden op werkende klasse. Trouwens: miljoenen gingen reeds richting oosten!

Penseelstreken, ik schreef het reeds, enkele kleine stipjes nog. Een adresje in Leynes, nabij Macon, waardoor ik met veertig ton over niet al te brede wegen door de bergen kroop; moeizaam, maar de moeite waard. Daarna nog wat ophalen in Chalon sûr Saone terwijl de laatste, te Nuits saint Georges, niet thuis bleek te zijn. Een adresje waar ik een half uurtje voor wandelde om de bezien of ik er wel met het gevaarte kon komen; vond het adres, belde aan, maar niemand deed open. Vandaar de conclusie: niet thuis.

En daarbij wordt de reeds aangeschoten Russische beer tot het uiterste getergd; en dan stel ik de vraag: "Waar is men op uit", zei, de Eurofielen die in Kiev dansten met ontkenners van de holocaust. Huiver en ergernis; zelfs een massaal nee bij 't aanstaande referendum zal realisme, vrees ik, niet doen terugkeren.

Zomaar even, twee dagen reizen door 't Franse land. De middag, avond volgde; de lucht brak open en sterren werden zichtbaar toen het zonlicht aan 't duister had prijsgegeven. Joinville en Saint Dizier passeerde in 't donker en rond half negen wist ik nog Souhain te bereiken, een gehucht op de weg naar Charleville-Mezieres.

Terug, in voormalig oorlogsgebied. In de streek rondom mij talloze graven gevuld met de doden uit de Grande Guerre die honder jaar terug, juist rond deze tijd, in alle hevigheid losbarste.

Doodse stilte. De nacht blijkt koud; vriesweer vanuit de hogere lucht en 't voelt als een kilte voor een nabije toekomst waarin het verleden terugkeert.

Aldus schreef ome Willem.
.