Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 17 december 2015

De afrekening

Koude valt vanaf de hoge bergen de besneeuwde toppen af het diepe dal in waar gedachten en woorden mij overweldigen; de nachturen zijn immers de mooiste en beste om in de diepte te staren.

Twee dagen zwerven; vanuit Korb, waar ik vroeg in de morgen een klant tevreden met afgeleverde goederen achter liet, rolde in één van de drie lange, lange dalen door die het oosten van Stuttgart rijk is. Drie dalen, allen volgebouwd met industrie en woonsteden, een slordige vijftig kilometer lang en ook alle drie voorzien van een vierbaansweg; via de B-10 kwam ik te Eislingen an der Fils; aldaar weer een cliënt die ik met goederen tevreden stelde.

Van nieuws ontstoken; soms ontcijfer ik een Duitse krant en lees over de verschrikking in de streek waar de zogenoemde Islamitische Staat huishoudt; het voormalige land van de Babyloniërs waar een eeuwenoude ziener over vele eeuwen heenkeek en er onder meer dit over schreef:

"Stel je op in slagorde rond de stad, boogschutters leg aan, spaar je pijlen niet, want het heeft tegen de Eeuwige gezondigd. Hef strijdkreten aan, omsingel de stad, ze zal zich overgeven. De torens storten in, de muren worden geslecht" en "Hoor, het land is vol wapengekletter, het gaat gebukt onder oorlogsgeraas. Ach, nu is de hamer die de hele aarde sloeg gespleten en verbrijzeld. Nu is het zelf een schrikbeeld voor elk volk; Babel, je hebt jezelf een val gezet en bent gevangen zonder het te merken" en "Wee hun, hun laatste uur is aangebroken, het moment waarop met hen wordt afgerekend is gekomen" en "Het zwaard treft orakelpriesters, ze staan voor schut. Het zwaard treft de troepen, ze staan verlamd van angst. Het zwaard treft paarden en wagens" en "het land is vol afgodsbeelden, het wordt door demonen tot waanzin gedreven. Er zullen daarom woestijndieren en hyena's wonen. Er zullen struisvogels in de ruïnes huizen. Nooit meer zullen er mensen wonen"

Enkele uren verder; het dal uit, een kleine hoogte over en daarna volgde Ulm waarna ik via Bibberach en Ravensburg doorging tot aan Meerburg. Wederom de Bodensee over en daarna naar de Duitse en Zwitserse douane; na een weinig oponthoud rolde ik "het andere land" binnen, langs de Bodensee en daarna langs de Rijn die de grens vormt tussen Oostenrijk en Zwitserland en wat verderop de grens met het vorstendom Lichtenstein en aldaar stak ik haar over, want er was een ondernemer die wat goederen besteld had die juist ik vervoerde. Reeds was de duisternis ingevallen toen ik er aankwam; na 't lossen bood men er mij koffie aan die ik niet afsloeg om daarna verder te reizen, een lang weg door 't donker terwijl een terugkerende maanschil me op mijn weg vergezelde.

Maar 't gaat nog verder; "Er komt een volk uit het noorden, een grote overmacht. Vele koningen, van de einden der aarde, worden aangevuurd tot strijd. Ze houden boog en zwaard gereed. Wreed zijn ze, meedogenloos. Hun krijgsrumoer klinkt als een brullende leeuw, zo komen op paarden aangestormd. Hun leger staat in slagorde, als één man gereed voor de strijd. Het richt zich, Babel, tegen jouw!", stroven uit Jer. 50.

Italië bereikte ik die avond, zat even in een verlaten knaagschuur waar nog een enkeling verveeld op het grote scherm naar een groene grasmat gevuld met dravende poppetjes zat te kijken; ik dronk er een dormeuse en liep voor de overnachting naar de stuurhut.

Negen uur later, nog steeds donker; in het oosten nog steeds de drie planeten op rij, al wordt de onderlinge afstand steeds groter: jupiter, mars en venus aan de morgenhemel, daaronder nietige ik, de weg volgend richting Bergamo, een kilometer of wat; daarna de weg op naar Milaan en na een luttel aantal kilometers ergens links af, een woonwijk in. Niet veel later stond ik in Macherio waarvoor ik nog wat laatste goederen in de oplegger bij me had.

Verward door de woorden van de ziener. De landstreek waar zich ooit zo'n hoogstaande cultuur bevond, waar thans een vurige toorn overraast. Hoe zal 't Europa vergaan? Het hooghartige en schuldige Europa? Reeds zijn de eerste vreemde zetten gedaan, zetten met een vraagteken; de juiste zet, de juiste voortzetting werd vergeten; als niet relevant, of, erger nog, als een blunder weggewuift.

Een nogal verwarrende reis volgde: een cliënt voor teruglading zou zich nabij Verona bevinden. Die kant dus op, maar net even voor Brescia ontving ik bericht dat het "niet doorging" en keerde ik weerom om naar een andere klant, ten noord-westen van Milaan, te gaan. Maar Bergamo voorbij en wederom telefoon. Te Brescia, waar ik "net" vandaan kwam, lagen nog wat goederen met smart en bestemming Nederland te wachten; welaan, dus weerom gekeerd; echter het gepingpong had wel het effect dat ik net voor de middagpauze aankwam; er zat niets anders op dan te wachten tot half twee, tot het einde van de Italiaanse eetcultuur.

De huiveringwekkende woorden blijven me bij; reeds de hele nacht. Door de woorden heen lees ik gericht, maar ook bevrijding; gelijk ontroerende muziek waar droefheid en vreugde hand in hand vanaf de snaren klinkt en de oren vult; hoor! Het leven gaat dieper, dieper dan dat de nacht zich denkt.

Het zat er snel in; nog voor twee uur rolde ik weer verder, op weg naar 't noordwesten van Milaan. Het "liep" zo goed, zonder enig oponthoud, dat ik nog voor vieren aan de laadramp stond voor de resterende goederen; wederom, tegen de gemiddelde verwachting in, snel de bubs erin waarna ik alweer verder ging, dit keer op weg naar een adresje in Frankrijk. Inmiddels bedekte de sluier van 't duister de wereld om mij heen terwijl links van mij een weinig gegroeide maan meereisde, Lombardije uit, de vlakte van de Piëmontse Po uit, het lange dal tussen de Alpen in, tot aan Aosta waar ik de nacht doorbreng.

"Val Babel aan! Val aan van alle kanten! Breek de voorraadschuren open, gooi alles op een hoop, al was het graan. Vernietig alles, niets mag overblijven! Snijd alle leiders de keel af, voer ze naar de slachtbank, al die stieren. Wee hun! Hun laatste uur is aangebroken, het moment waarop met hen wordt afgerekend is gekomen".

Kennelijk: ooit komt de afrekening.

Aldus schreef ome Willem.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel van T-Mobile