Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 1 augustus 2015

De stierenhoorns

Hoog, enorm hoog en geheel tegenstrijdig, onherbergzaam; of juist niet, niet tegenstrijdig; de laatste smeltende sneeuw, de laatste dagen, enkele dagen voor de blauwe julimaan.

In één week over zeven cols boven de tweeduizend meter, met daarbij nog enkelen nét onder die grens van tweeduizend; met een motorvoertuig al 'n uitdaging, dan toch vooral met een rijwiel en, eenmaal boven naar de eenzaamheid zoeken om dan weer af te dalen naar de bonte wereld.

Ooit, lang geleden, in 2008, begonnen we in de Alpen, meteen maar de zo ongeveer hoogste col op, de Col d' Iseran, daar, waar de rivier de Isere ontspringt en de top die zonder te stoppen werd bereikt; het jaar erop de pyreneeën, daarna weer de Alpen, Italië, Oostenrijk. De jaren gingen, de cols bleven, bleven eeuwen, en wij, we zijn slechts voorbijgangers die in een schaduwveeg er over komen. Lang geleden sjorden handelaren met muilezels er over, muildieren bepakt met kazen en andere waren. Veel later, maar nog wel voor de Tweede Wereldoorlog, werd de route over de Iseran verhard, joeg men er reeds enkele keren de Franse toer erover.

Dit jaar eindigde we er; bovenop enige emotie en gedachten die de weg terug zochten; Lanslebourg-Iseran, 33 kilometer, één uur en 58 minuten terwijl in de morgen de Glandon, Col d' Olle en de Mollard in de tas zat; ruim 16 kilometer per uur; eerst een lange weg, een kleine col de Madeleine over; dan doemen links het zicht op twee, drie enorm stijgende lijnen op, elke verbonden met een haarspeld; alsof de berg gemeen lacht, schaterlacht, buldert bijna! En dan! Dan je niet laten afschrikken door de schrikwekkende hellingen; je weet: honderden, duizenden gingen ons voor: met paarden, ezels, muilezels, maar ook in de ons moderne tijd; met motoren, auto's en andere voertuigen. Maar 't meest uitdagend is het om 't met een rijwiel te doen.

Boven, met aan weerskanten nog flarden sneeuw, wachten; prachtig bloeiende paarsblauwe alpenklokjes, witte en gele sieraden bedekten de grond; de ijle lucht; hoe vulde het mijn geest, hoe vormde het mijn ziel. Hoog op de hellingen, bij 't horen van watervalgeklater, zicht op de vele mythen waarmee men daar beneden dagelijks wordt overspoeld.

Mythen die gretig en gelovig aftrek vinden; de mythe over de CO2, over de euro en Europa, over de eeuwenlange onderdrukking van de vrouw, mythen over van alles en nog wat; een uur, daarna daalden we af, wederom naar de bonte wereld, naar het bonte vee van Zarathustra, Bourg Saint-Maurice kwam na een lange afdaling in zicht waardoor de gemiddelde snelheid die dag ver boven de 20 km per uur kwam te liggen. De stoffige wereld weer in; gelukkig regende het de volgende dag toen we de stad van Franciscus van Sales verlieten, toen we door het stadje van de lachende bontekoe snorden; tot aan Luxemburg. Tijden komen, tijden gaan. En ook deze keer is de tijd van komen weer voorbij gegaan. Hoe lang nog?

Over enkele dagen arriveren de sterren weer, vallende sterren, bij honderden, de Perseïden; na 't laatste kwartier, dus zonder storende maan, tussen de Giraffe en de zoon van Zeus en Danaë, net onder de ster Mirphak en niet ver van de horens van de Stier, Menasha en Efraïm; dan volgt een laatste volle maan; een laatste volle maan voordat!

Aldus schreef ome Willem
.