Maar voordat ik daar was; eerst vanaf de col waar ik had overnacht in Veauxrenard langs waar de fermier al vroeg wakker was; half acht reed ik er weer weg en al slingerend door het berglandschap kwam ik aan in Beaujeu, zette twintig kilometer koers naar 't westen en kwam terecht op de doorgaande weg naar Lyon in een streek met enorme houtvesterijen; kilometers lang lagen links en rechts de pijnboomstammen opgestapeld, tot voorbij Lamure; toen begonnen de wijngaarden weer.
Rond elf uur kwam ik aan te Arbresle, het stadje waar meneer Thimonnier, uitvinder van, onder meer, de naaimachine, werd geboren -het is maar even dat de lezer het weet- en aldaar liet ik het laaste deel van de uit Nederland meegenomen vracht achter en meteen daarna zette ik de grill richting Roanne op, reed er doorheen en sloeg een tien kilometer later links af, de absolute binnenlanden in en zowaar; midden in de Franse pauze, rond half één, was men er nog actief; in Saint Haon le Vieux kreeg ik weer een paletje mee.
Het volgende adres; net boven Clermont-Ferrand en door wat verder naar 't zuiden te rijden kwam ik op de weg Roanne-Thiers en volgde eerst richting Thiers; de borden gaven halverwege de route de omweg. via Noiretable aan; op de kaart stond een kortere weg en ik stuurde deswege die kant op.
Het bleek de niet aannbevolen route te zijn; 't was echter droog weer en met twee ton op de achteras moest ik er het mijne van weten; het bleek tot twee keer toe een lange steile helling te zijn en de laatste deed weinig onder voor de Belgische Redoute; zei het dat ze veel langer en breder was: een helling van zeventien procent; met nat wegdek kans op spinnende wielen en met te veel lading achterop ook kans om nooit boven te komen terwijl je bij stil komen te staan ook niet echt vrolijk wordt en ik was toch wel enigszins opgelucht dat ik de top bereikte; Col du Saint Thomas, bijna duizend meter en ik hoef eigenlijk niet te vertellen dat ik een bijzonder fraai uitzicht had; vooral dat over de Loirevallei was uitmuntend van schoonheid.
Er weer af, vijftien procent, kassie an, en niet veel later passeerde ik Thiers, kwam rond half drie aan in Cebazat, nabij Clermont-Ferrand waar ik een aardige partij voor Zuid-Nederland meekreeg.
En omdat ik nog ruim in de tijd zat, rolde ik nog een heel stuk verder; richting Nederland en op ouderwetse wijze; over de oude N-weg, door Gannat en langs Moulins; in Clamency wist ik een kalme rustplaats die ik gebruikte om te overnachten en om er nog even in gedachten de beelden van de route over de Col de Saint Thomas te laten passeren.
Aldus schreef ome Willem.
.