Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 26 juni 2015

De smoes

Henrichemont, naar Sury-en-Vaux. Weet u wel hoe mooi dat is! Schitterend, rond deze tijd; tractoren zigzaggend over de akkers met daarachter een weinig stofwolk; de frisgroene wijngaarden van de Sancerre en vanaf Saint Satur een adembenemend uitzicht over het dal van de Loire; links, in de verte de twee grimmige rookpluimen.

Rookpluimen waar ik vlak langs kwam, pluimen vanuit twee grote kokers nabij Belleville sur Loire, een kerncentrale en de eventuele rampen die er met deze centrales kunnen gebeuren maken het aanzicht nogal vrezend vervaarlijk.

Reed ik tevoren nog langs het besluisde kanaal latérál la Loire, daarna zoefde ik over de voormalige N-7 waar over grote stukken nog nagenoeg niets aan veranderd werd; eigenlijk een soort museumstuk met na Les Pécheurs de splitsing van de N-7 en de N-40, vanaf Parijs gezien rechts de weg naar Nevers; links die naar Bourges en op de "punt" van de splitsing sinds mijn mensenheugenis een knaagschuur met een grote parkeerplaats voor wegreuzen; alleen jammer dat men op de splitsing het museumstuk beschadigde door er een rotonde van te maken.

Na een kop koffie aldaar snorde ik verder; eerst zou ik in de Champagne een klantje ophalen, maar deze zou er die dag, donderdag, niet zijn, zodat ik nu eerst bij Parijs een paar paletten ophaalde waardoor ik over een lang stuk, van stil tot steeds drukker wordend stuk snelweg kwam, de A-6; desalniettemin bleef ik gevrijwaard van filerijden, laadde rond twee uur de handel in en stoof meteen weer de metropool uit via een stuk A-86, sloeg af bij Creteil en kwam door stadsonderdelen met namen als Vaenton, Grosbois, Villecresnes en nog veel meer; namen waarvan ik eigenlijk nooit eerder hoorde, maar uiteindelijk snorde ik via Brie-Comte-Robert weer de wijde wereld in, de weg op naar het stadje Provins; ik deed het rustig aan, want het laatste adres, net even onder Sézanne, zou pas morgen aanwezig zijn.

Maar wat ik vervolgens meemaakte zou ik toch wel de smoes van 't jaar willen noemen. Rond zeven uur kwam ik bij het adres aan; parkeerde, vlak voor de deur, het voertuig en wilde met de fiets het dopr inrijden waar ik, toen ik er doorheen kwam, wat "aardigs" had gezijn; Borbonne-Fayel, maar plots verscheen er een kind, een meisje van, pakweg, vier, vijf jaar aan het tuinhek, mij aangapend al kwam ik van en ander sterrenstelsel; ik dacht na: een kind van vier, vijf, alleen thuis? Dat kan eigenlijk niet.
Opeens rende ze weg en even later kwam ze met een mevrouw terug die vroeg of ik Engels sprak en nadat ik "nee, niet hier", in het Frans antwoordde zei ze met enige verontwaardiging in haar stem dat ik pas morgen zou komen om te laden. Ik bevestigde de juistheid van haar woorden, maar deelde haar mede dat ik "nu" kwam om te parkeren; edoch: ik vroeg me naarstig af waarom ik niet gewoon "vandaag" had kunnen laden en terwijl ik, terugkerend in de cabine mijn gordijn toe deed tegen de felle, neerdalende zon, werd er plots op mijn deur geklopt: "over tien minuten zou er iemand komen om de palet er in te zetten; maar wel bij grote uitzondering". En zo begon ik er steeds minder van te begrijpen. Achteraf werd mij duidelijk waarom ik die dag niet kon laden: manlief was die dag aan 't hooien op 't land; kon niet even vijf minuten er tussenuit om bij mij de palet er in te zetten; iets, dat ik zelf ook wel had gekund.

Inwendig hoofdschuddend; een vrachtrijder gewoon een dagje later laten komen; het moet toch niet gekker worden. Doordat ik nog die avond de laatste palet er in had, in de morgen laat was begonnen en ik nog ruim rij-rijd overhad, besloot ik de plannen bij te stellen; scheurde nog een kleine drie uur verder over het Franse land bij een steeds verder ondergaande zon: België bereikte ik nog en landde uiteindelijk bij het stadje Couvin waar ik met negen uren rust een aanvang nam.
Rond middennacht, boven mij; een halve maan temidden van, als ik het goed zag, de Leeuw; overdacht de dag, nog steeds hoofdschuddend over de smoes van 't jaar.

Aldus schreef ome Willem.
Verzonden door ome Willem