Wederom fris en koud, maar iets later weg, naar Etten-Leur, twee ooit gescheiden en later samengevoegde Brabantse dorpjes waar ik nog voor zevenen aankwam bij een distributiecentrum van een levensmiddelenketen waar ik ter zelfder tijd, zeven uur, een losafspraak had, maar vooralsnog een "pieper" mee kreeg die me zou verwittigen waneer ik aan de beurt was: rond tien uur, ondanks de afspraak, hield de pieper zich muisstil.
Haaften, een halfopen lucht, verdwenen koude terwijl westelijk van de alweer afnemende maan Jupiter en in één lijn, oostelijk van de maan, Saturnus nog zichtbaar was, vanmorgen, wederom zeven uur; aankomst alsook de afspraak en ik kon meteen voor "de deur" waar ik de goederen op het perron plaatste en ik niet lang daarna naar Zwolle vertrok.
Vanaf Iserlohn, toen de ontvanger zich rond negenen had gemeld en de goederen, bestemd voor hem, in ontvangst had genomen, ging de reis verder door een heuse sneeuwjacht; eerst naar Kassel, snel lossen en toen weer verder, naar Salzgitter en toen ik daar aankwam waren "ze" reeds naar huis. In de buurt overnachten, een gemeenkoude nacht en omdat ik even niet beschikte over een aparaat waarmee ik van afstand mijn blog kon aanvullen, verdiepte ik me in een boek, Het Ondiep, waarin de gevaarlijke kanten van internet en de invloed daarvan op de menselijke geest worden behandeld: rond elven sloot ik de ogen.
Na drie uur wachten vond het thuisfront het welletjes en riep mij terug naar Amsterdam; al kruipend door het nog steeds drukke verkeer kwam ik er aan; rond het middaguur en zette de lading voor Etten-Leur in de loods waarna ik een lading voor Italië de kar in reed; klant voor klant geladen, maar toen ik wilde vertrekken verscheen een melding van een storing op het dashboard; ernstig genoeg om er mee naar de garage te gaan waardoor ik, uiteindelijk, toen de dag al bijna om was, kon vertrekken. Hoewel nog rij-uren genoeg, dreigde ik met de zogenaamde werktijd in de knoop te komen, maar ondanks de avondfile haalde ik nog net Hazeldonk, de Nederlandse grens met België. Het was de tweede maandag op rij zonder de mogelijkheid het weblog aan te vullen.
In Zwolle kreeg ik een deellading voor Duitsland en, eenmaal geladen, nog even langs Amsterdam voor nog meer afleveradressen; twee nabij Hanover en nóg eentje voor Poznan en een stuk minder laat dan de week ervoor vertrok ik vandaag in oostelijke richting; Hengelo voorbij en zelfs Osnabrück passeerde ik nog. Ditmaal echter met een toestel waarmee ik weer op kan tikken en vervolgens, zodra een samenstel van letters, spaties, komma's en punten gereed is, versturen kan; dit keer over de afgelopen drie maandagen, als drieluik beschreven.
Een maanluik.
Aldus schreef ome Willem.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel van T-Mobile