Vanaf Hazeldonk vertrok ik, nog voor de file, naar Charleroi; omdat de Ardennen sneeuwgevoelig waren hield ik een zo west mogelijke route aan en achteraf terecht. Onstuimig weer, maar echte narigheid bleef uit en via Vitry le François en Bar sur Aube bereikte in rond de middag een volledig sneeuwvrij Dijon.
Een druilerige dag met veel regen, erg veel regen. Reeds voor vijfen snorde ik weer over het langgerekte asfalt, Bad Oeyenhausen voorbij en via de westkant van Hanover kwam ik, nog steeds omhuld door de afwezigheid van daglicht, aan bij de eerste klant: Sehnden en tijdens het lossen verdween ook het duister; alsof er iets samenviel.
Een dag eerder, maar ook dinsdag, honderd jaar geleden; 9 februari 1915, als onder leiding van Maarschalk Paul von Hindenburg in het oosten van Polen in de winterslag, ook bekend als de Tweede Slag bij de Mazurische meren, de Russen in de pan zijn gehakt; tienduizend Russen krijgsgevangen gemaakt en ik denk na over de vraag hoe ze destijds die lui allemaal van -vermoedelijk uiterst karig, maar dan nog- voedsel hebben voorzien.
Nadat ik Burgwesel had gelost, volgde ik de bundesstrasse welke bovenlangs Hannover werd aangelegd en waar een serene winterrust vanuit ging: geploegde velden, kale bomen en akkers, edoch uiterst groen grasland en steeds opnieuw buien vol regen; hoewel: rondom Diepholz opeens een open plek en zelfs de zon liet zich even zien, een half uurtje misschien, maar daarna stoomde uit westelijke richting weer een enorme zwarte regenwolk op die weldra zijn enorme natte ballast op de aarde en het blikken cabinedak deed neerkomen. Een laatste klant nog; Lemforde en daarna richting Amsterdam waar ik rond het avondeten aankwam en omdat het dinsdag was en ik altijd de fiets bij me heb, meldde ik me aan bij de club op het Roelof Hartplein en speelde die avond nog een voortreffelijk spelletje schaak.
Gebruikelijk kies ik de route over Arinthod, maar zo links kijkend naar de bergen leek me dat te link; reeds de "lage" jura was witbedekt en er was niet weinig onheil te verwachten, dus snorde ik een weinig om, een klein half uur; na Pont d' Ain wist ik waarom. De dagen ervoor had men er grote hoeveelheden sneeuw te verduren gehad; ik schatte zo hier en daar meer dan een halve meter. Midden in de hoge Jura, even voorbij Nantua, waren de uren op en parkeerde ik, reeds vroeg in de avond, de truck op een sneeuwvrij geschoven parkeerplaats met rondom grote, hoge sneeuwwallen.
Aan het westfront gaat de strijd in de Champange onverdroten voort; talloze jonge jongens, aan beide zijden, sterven, sneuvelen een armetierige dood, ver weg van familie, vrienden, en soms ook vrouw en kinderen en nog steeds is 't indrukwekkend, verbijsterend: de vele, ontelbare oorlogsgraven, nu, honderd jaar later, in het hele noorden van Frankrijk; talloze graven van slechts enkelingen, want van de meesten ontbreekt elk spoor, stierven naamloos en zij ontvingen niets, zelfs geen graf.
Na Sehnden even een klein stukje terug, terug, in zuidelijke richting; naar Langelsheim waar ik een tweede adres tot volle tevredenheid van leverancier en geadresseerde goederen achterliet en ik rolde vandaar door via Brunswijk naar de autostad Wolfsburg dat voor ruim zestig procent uit Volkswagen bestaat, en vervolgde mijn weg door via Stendal bij Tangermünde de Elbe over te steken, en vervolgens via wat kleinere landweggetjes vanaf Nauen aan te komen op de Berlijnse snelwegring. Ten noorden van de Kopfstadt had ik mijn derde klant, te Oraniënburg, zo geheten omdat het werd gesticht door ene Frederik van Brandenburg voor zijn echtgenote Louise Henriëtte van Oranje-Nassau, familie van "onze" Frederik-Hendrik, de opvolger van Prins Mauritz; ach, je kent je klassiekers of niet.
Oraniënburg, een stadje dat later nog een wrange bijsmaak kreeg omdat er, als voorloper van het naburige Kamp Sachenhausen, het eerste Nazi-concentratiekamp werd gevestigd. Het kamp, midden in de stad, "bestond" twee jaar en werd grotendeels opgeheven, edoch vonden er rond 1942 ruim honderd executies, voornamelijk op Nederlanders, plaats; Oraniënburg, gesticht voor een Nederlandse terwijl vele landgenoten er in latere jaren werden vermoord; bittere loop van de geschiedenis.
In de late namiddag een laatste uur; zuid-oostenlijk, eerst nog een stuk over de Berliner Ring, dan de borden Warszawa volgend en in een oogwenk zag ik, vlak voor Frankfurt, in 't donker het bord: "Autobahn zur Freiheit" terwijl ik even later de Oder overstak.
Dit jaar, anders dan honderd jaar geleden, zonder vorst, vijf graden, een ongekend zachte winter. 'T doet vreemd, vreemd aan.
Aldus schreef ome Willem.
Verzonden vanaf mijn BlackBerry®-toestel van T-Mobile