Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 13 februari 2015

De drieslag.

Drie donder- en vrijdagen, benevens zelfs nog een zaterdag; wordt het niet wat veel? Maar ja: eenmaal begonnen moet het ook maar 'ns worden afgemaakt, nietwaar en wat de lezers betreft: die kunnen altijd voor een wijle afhaken. Soms moet je ergens een doorzetter voor zijn, iets, dat niet aan een ieder van u en ons zomaar gegeven is.


Welaan: Luxemburg, vandaar naar Nancy en het weer dreigde wat naar sneeuwen te gaan. Die morgen nog niet; lossen bij een tuinderij en al mijn gewrichten voelden ongelukkig aan, ja, ik voelde me waarachtig een oud mannetje en met zombieachtige krachten wist ik de 33 zware paletten uit het voertuig te krijgen terwijl ze door de tuinder en zijn personeel in een smal gangetje werden weggezet. Daarna laden en ik was maar wat gelukkig toen ik bij het laadadres vernam dat ik nog enkele uren moest wachten voordat ik aan de beurt was: ik trok de gordijnen dicht en sukkelde voor langere tijd in een diepe slaap. Rond drie uur kreeg ik de handel er in, een zware vracht voor, jawel, Etten-Leur, reed met het voertuig terug naar Luxemburg waar ik wederom de nacht doorbracht terwijl ik op de vrijdag die volgde terug naar huis reed. Het had in de avond en nacht flink gesneeuw en toen de schuif- en pekelwagen voorbij was gesnord rolde ik de Ardennen door, over glibberige wegen en enigszins pipjes, want de honderd procent haalde ik niet en toen ik die dag reeds vroeg thuis was, dook ik vooralsnog meteen maar vroeg onder de wol.


Geheel anders die tweede donderdag, toen ik vroeg in de morgen van de Alcatras naar een adresje in Milaan reed met nog steeds grimmige weersverwachtingen in mijn achterhoofd: het zou in die week nog flink gaan spoken. Vroeg dus, reed ik de noordkant van de stad in en wist na wat gezoek het adresje te vinden, zette het spul ergens neer -ik vond zowaar plek- en wachtte de komst van het daglicht en de klant af die zich beiden rond achten aandienden. Lossen, een klein beetje, en toen naar een adresje in de agglomeratie boven Milaan, net boven Monza en ook die nam de goederen nog voor de middag aan. Restte me nog twee adressen: nabij Verona en even voorbij de stad waar de componist Carlo Grossi geboren werd, Vicenza; een eind weegs nog, door onstuimig regenweer dat elk ogenblik in sneeuwval om kon slaan. De wegen naar Bologna waren reeds wegens witte neerslag voor voertuigen boven de zeven en een halve ton afgesloten, maar vooralsnog kon ik doorrollen en lostte beide klanten. Nog was de strijd niet gestreden: terugladen te Salgarede, een klein dorpje net voorbij Treviso; ik kon er rond vijfen zijn, maar zouden ze dan nog laden?

Even na vieren zocht ik het telefoonnummer op, belde er naar toe; het was immers reeds donderdag en sneeuw hing in de lucht! De mevrouw herkende mijn stem -ik was er al meerdere keren geweest- en ze zei dat ik voor half vijf aanwezig moest zijn, maar edoch: ze zond reeds de documenten naar de laadafdeling en toen ik even na vijfen aankwam kon ik meteen aan 't dok en werd de kar in sneltreinvaart weer volgereden. Die avond reed ik nog een paar uur terug, ditmaal via Cittadelle aan de Brenta en vandaar de Valsugana naar Trento door. Halverwege kon er niet meer gereden worden; massa's sneeuw daalden neer en juist toen ook mijn rij-uren opgereden waren, kwam ik op de rijbaan stil te staan achter een grote colonne lotgenoten. Ik had nog mazzel omdat recht tegenover de plek waar ik stil kwam te staan zich een smikkelhut bevond. Die nacht bracht ik door op de weg terwijl af en toe een durfal in een personenwagen langskwam. Rond enen die nacht was alle sneeuw gevallen, en nog wat later schoof de sneeuwruimploeg de zaak aan de kant zodat ik na de wettelijke negen uren stilstand mijn reis vervolgde: die vrijdag de Brenner over, Oostenrijk door en via het Zwarte Woud, dat ook met een dikke laag witte poeder bedekt was, kwam ik nog tot Karlsruhe, een zes uur van huis, uren die ik de daaropvolgende zaterdag volreed en zodoende nog voor de middag thuis was.

En dan de derde donderdag, gisteren dus: laden in een gebied waar reeds in 1928 door "radio"-fabriek Telefunken de eerste overzeese ontvangst- en uitzendstations werden opgezet, het stadje Beelitz en aldaar ontving een lading soep, erwtensoep voor Nederland, moest er nog wel een half uurtje op wachten zodat ik het even de gelegenheid had het kleine stadje rond te fietsen, maakte wat plaatjes, maar daarna, toen de lading er weer in zat, rolde ik terug naar huis, dit keer rechtstreeks en zonder verkeershinder over de nagenoeg rechte snelweg Berlin-Hannover-Osnabrück. Rond zeven uur was ik thuis en de dag erop, vandaag dus, de soep in Zeewolde achtergelaten en zowel in Apeldoorn en Amsterdam goederen voor de komende week opgehaald.

Volgende week, als wederom weer een nieuwe uitdaging wacht.

Aldus schreef ome Willem.


Verzonden door ome Willem