Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 27 februari 2015

De doodsklap.

Met zeven tegendoelpunten in één seizoen werd hij de minst gepasseerde doelman ooit; lang geleden alweer, ruim veertig jaar geleden toen de snelweg, hier even verderop, er nog niet was en al het doorgaande verkeer vanuit midden- en west-Nederland naar Groningen hier, langs de Drentsche Hoofdvaart rolde.

Gisteren, tijdens het krieken, op weg, langs Opole naar 't westen en het werd een stralende dag, werkelijk zonovergoten. Even voor Wrocław een laatste pauze voor 'n typisch Pools eier-ontbijt en vervolgens weer verder. Via Legnica en het voormalige Grünberg door eindeloze bossen, kaarsrechte weg, bij Güben over de Neise en een tijdje later snorde ik over de snelweg naar, langs en voorbij Berlijn, nog steeds onder een strakblauwe hemel.

Je zal maar 'n heel seizoen als doelman op hoog niveau hebben gespeeld terwijl je dan maar slechts zeven keer de bal achter je in het net ziet verdwijnen; zelfs ik, als voetballeek, vermoed dat dit uiterst gering is en voor die prestatie werd hij door de K.N.V.B. naar Utrecht ontboden om aldaar een prijs in ontvangst te nemen. Interessant; een prijs voor het tegenhouden van een bal, maar 't zou natuurlijk ook aan de vele tegenstanders gelegen kunnen hebben die juist op het moment dat hij onder de lat stond, mis schoten. Ach, ik weet het niet. Wel, dat hij die morgen, hier, ja hier, langs de Hoofdvaart kwam, want iedereen, die van Groningen naar Utrecht ging kwam hier langs. Toen.

De snelweg hield ik tot Hannover vol, vandaar sloeg ik af, de weg naar Nienburg op, snorde dwars door Neder-Saksen, een voluit Noord-Germaanse streek, waar de adem van Wodan, Donar en Frija nog overal tussen de kleikluiten huist en waar in de laatste vooroorlogse tijd niet erg veel Joden woonden. Maar die er woonden vielen al snel ten prooi aan het nazigeweld, zoals te Diepholz waar ik de afgelopen nacht doorbracht en waar er nog geen vijftig, zei het welgestelden, woonden en reeds aan het begin van de "Endlösung", in 1942, niet meer in leven waren.

Vanmorgen, weer verder terwijl het weer kennelijk omgeslagen was: in plensregen langs Ankum en Haselüne, dan door een streek waar tijdens de tachtigjarige oorlog Prins Maurits slag leverde met de Spaanse Ambrogio Spinola, en zo, via Meppen en Haren rolde in Nederland binnen. Nog in de morgen stond de lading, die ik in Ozimek ophaalde, in een grote loods te Groningen; vandaar reed ik richting Utrecht; vanaf Assen op ouderwetse wijze, langs de lange, in eind 1700 gegraven, vaart met zijn zes sluizen om het hoogteverschil te over-"bruggen" en in de buurt van Diever even een korte stop; bij Frederikshaven, een oud, zogenaamd, chauffeurscafé en niet ver van de plek.

Hoe het komt, weet ik niet, maar ik was zelf nog jong en misschien. Misschien heb ik er in een eerder verhaal dat zich rondom de Drentse Hoofdvaart afspeelde er al eens over geschreven, maar sommige berichten blijven altijd bij je en neem je overal mee naartoe. Zonder me ooit voor voetbal geïnteresseerd te hebben, dat dramatische nieuwsbericht van hier, langs dit kanaal. Toen de prijs was uitgereikt werd er vermoedelijk nog flink wat nagefeest en de winnaar verliet laat in de nacht Utrecht om terug naar Groningen te keren. 14 juni 1971, rond vijf uur reed hij Meppel uit om de weg, deze weg, langs de Drentsche Hoofdvaart op te rijden, juist op het moment van een kleine slinger onder de spoorbrug door. Van de andere kant een vrachtwagen, vol met betonnen buizen; een enorme klap, frontaal, en de als de Leeuw van het Noorden bekend staande Tonny van Leeuwen, nog geen dertig jaar oud, liet het leven; keerde niet weer terug in Groningen.

Aldus schreef ome Willem.

Verzonden door ome Willem