Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 20 januari 2015

Het wegijs

Ragfijne sneeuw vermengt met regen; net na Sedan vormde dat een ware ijsbaan, de weg voerde omhoog en helde wat naar de zijkant. Halverwege kon ik niet verder, kwam stil te staan en terwijl ik stilstond gleed het gevaarte langzaam de berm in waar een aarden wal was aangebracht en voordat ik goed en wel het hele talud af zou glijden, kwam ik tegen de enkele centimeters hoge richel tot stilstand.

Donderdag was ik nog even wezen kijken; keek een lange, lange wedstrijd van dik zestig zetten, een strijd die de Nederlandse schaakkoningin uiteindelijk nipt verloor van haar Belgische tegenstander, de Vlaamse Grootmeester Bart Michiels terwijl ikzelf twee dagen ervoor in Amsterdam nog de oud-voorzitter van de Tweede Kamer, Dik Dolman wist te verslaan; in de middag ervoor bezocht ik met een ander clublid nog de oude professor die goed op dreef was; we luisterden naar twee lange gedichten vol met humor waarvan één in een Betuws dialect.


Gister rond de middag vertrokken in mistig weer overgaand in miezerige motregen en in de hoge Ardennen was het even natte sneeuw; geen narigheid en ik rolde lekker door: Luik-Marche, en daarna de weg op langs Bouillon. Donker, naast de weg, tot in de hoogste boomtop, alles wit en bijna niemand op de weg.

Overigens ging het nog maar om één enkel vakje en tijdens de wedstrijd legde ik verband met Omsk dat ooit ook net iets te ver weg was geweest: rond de vijfenvijftigste zet werd het duidelijk dat beiden op dezelfde zet met een pion zouden -kunnen- promoveren, maar Bart met een daaropvolgende zet schaak kon geven op de lijn waarop dan, zes vakjes verder, de andere, net tot Dame gepromoveerde pion zou staan. Dat werd natuurlijk gezien; ze waagde het om dan eerst de koning van de lijn te zetten, maar 't mocht niet baten en zo verloor ze: met één van haar pionnen slechts een vakje verwijderd van het promotieveld; schaken is een mooie sport maar soms met een vakje net iets te ver weg.

Oh, ja. Zaterdagavond bezochte we nog na de "Gereformeerde Kathedraal", de in neo-gotische stijl in 1888 gereed gekomen Keizersgrachtkerk') waar een requiem voor Mozart ten gehore werd gebracht; een combinatie van "het" requiem en de toverfluit die we vanaf de tweede galerij bijna ademloos beluisterden; de stemmen van Sarasto en Monostatos; helaas kwam de koninging van de nacht niet opdagen, maar daar was de luistertijd eigenlijk ook te beperkt voor.


Op de weg naar Chalons, net een klein half uurtje in Frankrijk, had zich het hemelwater zo met de natte sneeuw vermengt dat op het wegdek een dikke ijskoek lag, uiterst glad; geen doorgaan meer aan terwijl geen ander meer van de weg gebuik maakte.

Doodstil, in de verte enkele keren het spookachtig geroep van een voor mij vreemde nachtvogel; reeds had ik het internationale 112 verwittigd en de wegtoestand meegedeeld; na een kwartiertje de gendarmerie, drie stuks (!) in een peugeot die zelf haast onderuit gingen, daarna de toestand opnamen en zorgden dat de Sedanese pekelwagen uitrukte die op zijn beurt de weg voorzag van voldoende zoutgehalte waardoor de dikke glacélaag zich in enkele minuten tot een dikke drap wijzigde; zo kon ik weer verder; eerst wat glibbberen en spinnen, daarna, na de heuveltop, ging het beter en na enkele kilometers was er van wegnarigheid niets meer over; laat in de avond zette ik de kar neer, bijna pal tegenover een boulangerie waar ik zo, na deze voorbije nacht, een versnapering ga halen. Wel oppassen bij 't uitstappen zo; 't was koud vannacht en misschien ligt er wel ijs op het trottoir.

Aldus schreef ome Willem.

') Waar we overigens nog dierbare herinneringen aan hebben; bijna veertig jaar gelden werd ons huwelijk aldaar bevestigd. In al die veertig jaar bezochten we de plek nooit meer.
---