Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 22 januari 2015

Het weerwoord

De hele dag was het weer aan 't woord geweest; geen moment droog, louter regenweer en voorruitzicht tussen flappende ruitenwissers door; passeerde al vroeg Bollène, het stadje waar zich het eerste naoorlogse grote technische bouwwerk bevindt, de waterkrachtcentrale André Blondél en tijdens de kleine twee uur durende donkere reis daarna ook niets dan regenweer; Marseille, vlak bij de oude haven, een trieste, druilerige aanblik en terwijl het langzaam door de vele druppels door kriekte; kwam ik aan bij het losadres; midden in een niet al te brede, drukke straat waar ik danig in de weg stond. Maar ja; er was voor mij geen andere keus.

En jawel hoor; weer viel men over woorden; met name over datgene wat ik de laatste keer op meel zette; over de oprotuitspraak van de Rotterdamse burgemeester en de daaraan gekoppelde vergelijking, en daartoe bedien ik me ditmaal van een kort maar krachtig weerwoord; 't is tenslotte toch regenweer.

Stromende regen; 26 paletten en lossen met laadklep; stond ik zelf, min of meer, droog; de twee anderen die de paletten door de stromende regen met een pompkar naar binnen, een klein onderkomen tussen de huizen in, trokken, hielden het niet droog terwijl een lange sliert van voertuigen zich langs de vrachtwagen wurmde;
Allemaal lui, droog in de voiture, onzichtbaar voor de buitenwereld, geheimzinnig traag rollend door 't nat achter half beslagen ramen: rare wereld eigenlijk; het duurde een goed uur, toen kon ik de weg weer vrijmaken; rolde zelf; gelijkerwijs.

Het was en is voor mij toch wel 't geleverde bewijs; hoe woorden sturen, en, anders dan bij film of stripverhaal, de lezer zichzelf een beeld creëert aangaande datgene dat hij in woorden tot zich neemt; al lezende kun je er een intonatie aan geven die je zelf wilt. Of juist niet. Zo zou je, met veel verontwaardiging in gedachten, kunnen lezen dat, als de voorman van de P.V.V. dezelfde woorden had gebezigd als de Rotterdamse burgemeester, hij daar meteen een nieuw proces voor aan z'n broek had gekregen. Maar je kunt deze woorden ook zonder enige emotie, bijbedoeling en verontwaardiging tot je nemen: het blijft voor mij een vaststaand feit dat, indien die geblondeerde pigum van de enige openlijk dictatoriaal geregeerde politieke partij van Nederland dezelfde uitspraak had gedaan, er onverbiddelijk door het Openbaar Ministerie, zelfs zonder aangifte, een Proces Verbaal was uitgeschreven. Het is dus een vaststaand feit dat exact dezelfde uitspraak door toehoorders verschillend wordt uitgelegd al naar gelang wie de uitspraak doet; uitspraken zijn kennelijk onderhevig aan zelfprojectie.

Dat zegt hij en als hij dat zegt zal hij dat wel zus of zo bedoelen want als ik hem was zou ik dat ook zo bedoelen. Maar wie zegt dat!


Op weg naar Orgon, een klein plaatsje nabij Cavaillon; tijdens het doorgaans mooie weer is dan duidelijk de Mont-Ventoux te zien, maar ditmaal hield de oude dame, waarvan vermoedelijk door de regen haar make-up verlopen was, zich schuil in 't wervelende grijs en in Orgon werkte niet alleen het weer, maar ook de klant niet mee. Laden zou ik er, en in een redelijke termijn stond ik voor een laaddok waar men de lading met een heftruck de oplegger binnenreed. Echter op een wijze die mij niet bepaald beviel; ik gaf aanwijzingen, maar men weigerde die op te volgen waarop ik meedeelde dat ik daarvoor, voor het laden, verantwoordelijk ben. Trouwens: dat stond ook in vele Europese talen op een a-viertje op het laadkantoor aangeplakt: Le chauffeur est responsable. Dientengevolge verzocht ik te stoppen met verder laden; en ja hoor: chef erbij en jawel: ook die stond op de strepen en deelde mee dat er geladen zou worden zoals de afzender (dus de fabriek waar ik was) het wilde en niet anders. Merkwaardig fenomeen; iemand verantwoordelijk stellen terwijl hij over de werkwijze zelf niets te zeggen heeft en daar men, enerzijds, mijn aanwijzingen niet wilde opvolgen en ik, anderzijds, er op stond dat men dit wel zou doen, werd de oplegger, die reeds halfvol zat, leeggereden wat vervolgens werd gevolgt door een langdurig telefooncarrousel van bellen van daar naar Nederland, opdrachtgever, verlader, lader, enz. enz. met als eindresultaat dat, inderdaad, de aanwijzingen van mij dienden te worden opgevolgd waarna ik de oplegger opnieuw ter belading aanbood. Na een half uurtje begon men er ten tweede male aan, maar wederom niet op de wijze waarop ik verzocht terwijl de heftruckchauffeur zich beriep op zijn instructies, namelijk dat hij de oplegger alleen op de hem voorgeschreven wijze vol mocht rijden; tegenstrijdigge idioterie dus, wat resulteerde dat we na een dikke drie uur lametteren onze conclusies trokken, de kar weer leeg lieten halen en vertrokken; die lui moeten zelf maar zien hoe ze hun spullen in Nederland krijgen; vermoedelijk zal 't wel een Oost-Europeaan worden die dan met de levensgevaarlijk geladen vracht over de weg zeult. Over verantwoordelijkheid gesproken.


Dan toch, bespeur ik enige hypocisy, tegenstrijdigheid: het vergelijk, waar men over viel en juist door diegenen die nagenoeg elke satire een warm hart toedichten: als de profeet Mohammed wordt neergezet als Homohammed, als op welke wijze dan ook de spot gedreven wordt met religieuze ele- en sentimenten in onze samenleving waarbij men toch menigeen kwetst, als de Joodse rabbi Jeshua het voorwerp wordt van hoon -wat ontegenzeggelijk een omfloerse uitdrukking van antisemitisme is- , dan beroept men zich op de vrijheid van, van meningsuiting nog wel; dan moet er gelachen worden: de dictatuur van de vrijheid is soms grenzeloos!


Nog steeds: onophoudelijke regen. Helling op, voorzichtig, want al snel sponnen de wielen door het vele sap dat over de weg stroomde. Langs Saint Rémie en Provence, Beaucaire en langs de eeuwenoude Pont du Gard waar reeds menig tourist zich aan vergaapte; niet ver er vandaan, bezijden Remoulins, op precies te zijn Esterzagues, dan nu toch echt het eerste palletje en die ik er zelf in kon zetten, geheel naar eigen inzicht. En zo hoort het ook. En daarna ging de reis verder, nog steeds achter heen en weer gaande ruitenwissers; de regen zorgde voor enorme watermassa's, soms duidelijk zichtbaar door uit het schijnbare niets ontstane stroompjes en watervalletjes in de omliggende omgeving; vanaf Orange trok ik de binnenlanden in, het betrekkelijk vlakke deel voor de hoge, nog steeds in nevelen gehulde, oude dame. Een vlakte vol met fruitbomen en wijngaarden en rond vijfen kwam ik aan te Rastau voor nóg een paletje en weer, nu we het toch over het weer hebben, wéér kon ik het naar eigen inzicht, naast de eerste pallet, in de oplegger plaatsen.

Een weerwoord, ach, zoiets is eigenlijk niet nodig; vermoedelijk zal juist en met name de burgervader van Rotjeknor er flink om moeten glimlachen als hij de vergelijking leest; hoe het ook zij: het verleden van Charlie Hebdo is allerminst fraai: toen in Frankrijk tijdens een brand in een discotheek 127 doden vielen in de zelfde tijd dat generaal Charles de Gaulle overleed, heeft dat blad, toen nog onder de naam Hara Kiri, met de twee feiten op een nogal nietszeggende smakeloze wijze de spot gedreven
en sindsdien werd Charlie een verwijzing naar de oud-generaal: zelfs de Franse overheid, die toch wel tegen een stootje kan, heeft het blad enkele keren willen verbieden; en voor 1969 is dat ook enkele keren gebeurd; toen er bij overheden kennelijk nog een besef kleefde dat vrijheid van meningsuiting alleen dan kan functioneren als die vrijheid wordt ingeperkt door grenzen: geen enkele vrijheid functioneert immers zonder grens; Je ne suis pas Charlie. En: even terloops: daarom functioneert een grenzeloos Europa, zeker op den duur, evenmin! De grote paradox: hoe minder genzen, hoe minder vrijheid.


Tulette, een laatste adres, maar daar bleek men niet meer thuis, dus zocht ik een rustig plekje uit voor de nacht. In de stromende regen wandelde ik naar het centrum van 't dopje waar bij nader inzien weinig te beleven viel; daarna terug, het dorpje uit omdat ik op de heenweg iets gezien had dat vermoedelijk een eetgelegenheid was; dat bleek juist, al was 't een stuk verder lopen dan ik dacht; ik had natuurlijk de fiets kunnen pakken, maar daar was het weer niet naar.

Na een goed uur terug in 't voertuig; immer voortgaande tikkende regen, tot diep in de nacht, en in tegenstelling tot menigeen houd ik van zulk weer; weer met inhoud, dat alles weer eens schoonwast; gezellig weer, en altijd weer dat geen weerwoord nodig heeft.

En alweer zie ik een overeenkomst.

Aldus schreef ome Willem.
---