Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 24 december 2014

De Nederstasie

Nieuwe maan; zelfs onbewolkt is er dan geen te zien. 'T was koud, het had gevroren, en niet zo zuinig ook. Bovendien hing er een dreigende mist rond het voertuig, een mist die mij het eerste uur vergezellen bleef waar slechts zo nu en dan een heldere jupiter doorheen wist te prangen: het lichtfeest ging haar voorlaatste dag in; zeven brandende kaarsen op de chanoekia en ik snorde omgeven door een mengsel van duister en mist via Vesoul naar Besançon, of even terzijde van de laatste: Saint-Vith. Bijna nergens meer, zoals voorheen, voor de "crisis", overdadig verlichtte tegen de gevel opklimmende opgeblazen kerstmannen: als de crisis ergens goed voor is geweest, dan wel hiervoor: dat de karikatuur door de kerstman van kerst voor uitdoven vatbaar bleek.


De eigenschap van een boek, een televisie, de telefoon en een platenspeler is dat ze tastbaar zijn en daarnaast ook binnen de achter ons gelaten woordcultuur zo hun eigen rol hadden; telefoon onderhield het gesproken woord van oor tot oor; de platenspeler hield zich voornamelijk bezig met de muzikale kant terwijl de televisie het beeld voortbracht. Het beeldscherm was maar zeer matig populair voor het geschreven woord wat slechts in de marge gebruikt werd terwijl boeken, op hun beurt, weer uitermate geschikt waren voor het lezen en eventueel ook voor platen en foto's.

Tijdens het schemerdonker kon ik reeds voor de losramp; vanaf de enorme loodsen lag een witte rijplaag over de omgeving en in een half uur stonden de paletten braaf naast elkaar in de grote hal; ik was weer leeg en kon vertrekken, weer terug, in noordelijke richting; vesoul weer voorbij, tot aan Remiremont; aldaar stuurde ik de truck in oostelijke richting, de richting op van Gèrardmer, de Vogezen in.

Maar bij gedigitaliseerde informatie vervagen de grenzen van de traditionele media; nooit werd zoveel gelezen als in onze tijd, maar 't lezen vanaf papier nam in enkele jaren tijd met 18 procent af; onder jongeren tussen 2004 en 2012 met een derde (33 procent!) En bovendien is, behoudens computer en de laptop, niets meer tastbaar; nagenoeg alles heeft zich gereduceerd tot scherminhoud; zelfs het voorheen vanuit een boek gelezen woord werd beeld, een woordenbeeld, een ongrijpbaar digibeeld dat in alle vormen overal zijn dreigende kop opsteekt.

Inmiddels was er overdadige zonneschijn; een bijna verblindende zon scheen soms hinderlijk door de bladloze loofbomen toen ik naar boven reed, naar de top van de Col de la Schlucht waar ik reeds sneeuw aan de wegrand gadesloeg en nog ruimschoots in de morgen daalde ik af naar Munster en Colmar en even later reisde ik tussen de twee oude gevechtslinies door, door het gebied dat eeuwen een twistappel was tussen Frankrijk en Duitsland.

Zonder enige kritiek hebben we de digitale schokgolf over ons heen laten komen waardoor alles, maar dan ook alles verorberd werd door het plasmascherm; wie kijkt, meent te zien, maar ziet in werkelijkheid niets; wie een "live" sportgebeuren vanaf een plasmascherm volgt, volgt het ware sportgebeuren niet, maar het plasmascherm geeft slechts de indruk; en natuurlijk heeft dat effect op onze neuronen, onze hersenen. Hoe meer digi we kijken, des te meer raken we onze oude hersenen kwijt.

Nog even wat goederen voor een cliënt ophalen, bij een kasteel bovenop een heuse berg en ik was er al eens eerder geweest; bij Schloss Staufenberg, net even ten noorden van Offenburg en een nauwelijks twee meter brede weg voerde me weer naar boven; ontving wat lading in de oplegger en rolde de berg weer af, de berg vanaf waar ik een zinderend uitzicht had over de Zwartwoudse wijnvelden en kijken kon tot ver over de Franse grens; en met mij daalde de zon, zo goed als zeker en nog voordat ik goed en wel de Rijn weer over was, moesten de lampen weer aan.

Haguenau en Bitche volgden, benevens Saarbrücken en ik ging, wederom omgeven door duisternis, op weg naar Trier; het waaide, en ook sloeg de regen weer toe; dinsdagavond, ik zocht en vond op de Bunderstrasse tussen Hermeskeil, waar zich nog een stoomlocomotiefmuseum bevindt, en Trier een parkeerplek en bracht er de nacht door terwijl door de dienaar de laatste kaars ontstoken werd.

Nog herinner ik mij de discussies; de ergernissen die werden uitgesproken over de oude satellietstaten; al die landen achter het -toenmalige- IJzeren Gordijn; hoe erg het daar wel niet was, hoe iedereen iedereen in de gaten hield; dat daar, in dat vreselijke oosten, zich een maatschappij had ontwikkeld waarbinnen niemand was te vertrouwen; met name Oost-Duitsland, de DDR, dáár was het het allerergst, want het hing van verlinken aan elkaar.
Acht kaarsen; zes, conform de dagen waarin en waaruit alles ontstond, een zevende, een sjabbath en een achtste, de wens, de hoop en verwachting op de vernieuwing; zo reed ik vanmorgenvroeg een donker Duitsland uit, stak bij Echternach de Sauer over terwijl juist deze morgen één van de stilste was ooit; de in de zomer zo mooi roodbebladerde bomen op de weg naar Diekirch vormden in het donker een bladloze boog; alsof ik door een enorm grimmig keldergewelf rolde; rond zevenen nam ik een uurtje pauze op mijn inmiddels geworden stamplek Weiswampach en waar de vuurwerkverkoopster haar waren reeds was uit aan 't stallen; reeds kwam het eerste winkelend publiek de supermarkt bezoeken en rond achten denderde ik weer verder, mooi naar huis, lekker op tijd voor de kerst.

Totdat ik over mijn autoradio dat bericht hoorde; over dat vuurwerk; dat, als u iemand in uw omgeving weet die "illegaal" vuurwerk in zijn huis verstopt heeft, men dat anoniem kan "aangeven", verklikken dus, want er zouden overal duizenden zogenaamde Enschedeetjes verstopt zitten; ik huiverde en opeens had ik weinig trek meer om naar zo'n land terug te keren.

De laatste chanoeka, en de kerstnacht die haar aanvang neemt, de nacht, en daarna de dag waarop de Christenen wereldwijd de geboorte herdenken van Het Licht dat volgde op de verwachting van en na vierhonderd jaar lichtfeest; een Licht dat inmiddels tweeduizend jaar gebrand en gewerkt heeft als een tweesnijdend zwaard, een kind, een ster die op- en uitgroeide tot een weerloze Rabbi; gedood en vermoord door verraad van één van z'n volgelingen; een kleine wassende maanschil siert reeds de hemel.

En sinds het loslaten en vervagen van eeuwenoude principes, het om zeep brengen van eertijds hoogstaande morele begrippen gestoeld op de weg naarwaar de rabbi wees, wordt van alles krampachtig in wet na wet gegoten en wordt door onze overheid openlijk opgeroepen tot verraad. Verraad van uw buurman, overbuurman, vader, moeder of oom, net als toen. Toen, in de DDR, wat "we" zo schandelijk vonden.

Door het verdwijnen van de normen en waarden, het vervagen van grenzen tussen woord, klank en beeld, de kanteling naar de aanbidding van het beest in het digibeeld, vierde vandaag, een dag voor kerst, het Nederlandse deel van de Europese Unie haar eigen komst. De geboorte van de Nederstasie.

Aldus schreef ome Willem.
---