Voort ging het weer, over Franse wegen; onstuimig weer met wind, regen, afwisselend aangename zonneschijn: Arras, Amiens, over Doulens; trouwe lezers reden reeds meerdere keren mee, ook daarna, langs Poix de Picardië en Marseille; even na Les Andelys over de Seine; even had ik de galmbak aan, maar wat er uitkwam was zo ver beneden niveau dat ik weer snel op de uitknop drukte.
Als mensen al zeggen dat ze bijna nooit geen televisie kijken, volgt daar bijna altijd steevast "alleen journaal, dát kijken we wel" op; er is kennelijk een leegte dat opvulling behoeft, een bijna oneindige leegte die overal volgepompt wordt met klank, veelal wanklank dat mooi gevonden moet worden en beter bekend staat als "pop"-muziek waarvan de delen nummers worden genoemd; maar 't is niet genoeg: de pijlloze leegte tracht men verder te vullen met nieuws, het nieuws van alle dag, het journaal; kijken, horen, als vulling, maar niet, nooit om datgene wat men voorwendt als rede: betrokkenheid, maar dat is uiteraard onzin en de heftigheid waarmee men de betrokkenheid tracht aan te tonen toont de juistheid van mijn stelling aan; na het vernemen van het nieuws, vooral het walgelijke sportnieuws, weten we niets meer, niets méér dan alleen dat de leegte weer enigszins werd opgevuld en we weer opgelucht adem kunnen halen.
Evreux naar Nonnancourt, rechts af, naar 't westen, glooiende heuvels, daarboven wederom onaflatend, een prachtige met wolken geschilderde hemel, Eeuwige kunst; tussen Sées en Carrouges kwam ik niemand tegen, 27 kilometer door verlaten bossen en weiden, even Robinson Crusoe op de D-weg; karakteristiek Normandië; van Domfront naar Saint-Hilaire-du Harcouét, de eindbestemming en losplek en vandaar een stuk terug, exact een uur, nabij Flers en kon rond zessen de kar nog volkrijgen.
Op was de tijd, en het schemerde nog lang na op 't westlijk halfrond; een lage zon deed het natte wegdek schitteren. In de nabijgelegen routier waar ik de truck had stilgezet kwam even later nog een landgenoot binnen met wie ik tijdens de maaltijd kennis uitwisselde over methafysische geheimen, geheimenissen en onverklaarbare gebeurtenissen zonder dat aberglaube ter sprake kwam; tijdens het voorgerecht ging het licht uit hetgeen het gesprek een extra dimensie gaf: onzichtbare woorden ontvingen ons oor en toen het licht weer aanging, kwam de beteuterde serveerster naaar ons toe met de mededeling dat de frituurpan het had begeven en geen "friet" gebakken kon worden wat voor ons geen bezwaar was daar we met wat anders, dit keer "pâte" als opvullend bijgerecht genoegen namen; rond negenen zochten we de snurkhut op.
Langzaam trok de lucht weer dicht; Zwaan en Hagedis aan het oog onttrekkend; even, even maar de Wega, maar 't was een laatste stuiptrek. Woelig is de tijd, vol onverwachte wendingen: gerust allerminst, en blijf allert; morgen weer verder om een groeiend aantal mensen van een groeiend aantal artikelen te voorzien terwijl mens noch artikel er in kwaliteit er werkelijk op vooruit zijn gegaan; even deed ik de radio aan; een staartje nieuws! Ik! Jawel, ook ik! En bij gebrek aan beter liet ik het even staan, even, toen zette ik de galmbak uit. Het verleden, immers, heeft geen erfgenamen nagelaten.
Aldus schreef ome Willem.
---