Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 13 augustus 2014

Het gisten

Nog immer hangt er een onwerkelijke sfeer tussen hemel en aarde; de aarde is oud geworden en haar weerstand verminderd; het gist, ik zie' t in de ontkennende mensenogen om mij heen en terwijl het gisteren toch een stralende dag scheen te worden is het heden met een druilerige droefgeestigheid treurig weer met een onophoudelijke regen dat in kleine stroompjes langs mijn voorruit naar beneden druipt; de opstekende bergwand aan de andere zijde van de Rhône is nauwelijks te zien en de bovenrichel steekt in het grijze wolkendek.

Strakblauw was ze, met hier en daar een witte flad en zo vertrok ik en vervolgde de route vanaf Vitry naar Brienne le Château, tussen overwegend goedgeschoren velden door; de tarwe, rogge, haver en ander graan werd reeds gedorst, geploegd, geëgd waren de akkers en de oogst in silo's opgetast; hier en daar sierde het veld een weinig groen door pas ontkiemde suikerbieten terwijl op sommige percelen de zonnebloemen nog prinslijk prijkten.

Naast de gevangenis van Clairveaux stopte ik even bij een oud uitziend etablissement voor een kleine opfrissing; een vriendelijke dame met een geplamuurd poppengezichtje zette het kleine kopje onder de espressomachine en onderwijl vroeg ze of ik ook de klompen aanhield als ik reed; ik antwoordde bevestigend, dronk het kopje leeg, lei een euro neer en vervolgde mijn weg.

Al dolend rolde in via Montigny sur Aube naar Châtillon sur Seine en reisde over de D 980 verder en reed bij Montbard het wat hoger gelegen plateau af terwijl aan de einder steeds meer wolken opdoken; 't werd wat broeierig, naderend onheil wellicht en, nog steeds doorrollend, bereikte ik even na tienen Saulieu aan de noordzijde van de Morvan, gelegen aan de oude doorgaande weg Parijs-Lyon, de vroegere, de uit ongeveer 1880 daterende N-6: toen de Fransen vanwege de opkomst van de auto het wegennet structureel ontwikkelde en vervolgens nummerde en pas na 1973 veranderde de nummering gestaag vanwege de opkomst van de nieuw aangelegde A-wegen.

Desalniettemin is de route over de, thans, D-9006 zeer goed te rijden, zeker in vakantietijd en ik kwam ook nauwelijks een tegenligger tegen; diverse aan de route gelegen eetschuren zijn inmiddels te koop, hebben de deuren definitief gesloten, raakten reeds in verval en de enkelen die nog steeds dienst doen, bleken wegens vakantie gesloten: even na Arnay le Duc had ik weer een schitterend uitzicht over het onmetelijke Saônedal dat zich uitstrekt tot aan de Middellandse zee en na Lyon het Rhônedal, naar de dan gelijknamige rivier, genoemd wordt en bij langzaam dichttrekkende lucht daalde ik af, voornoemd dal in, op weg naar Chalon sur Saône.

Vandaar op weg, richting Lyon; een weg met voorheen veel tankstations, maar waarvan het grootste deel inmiddels ook de moed hebben opgegeven; wel overal nog de verlaten gebouwtjes, soms nog met overkapping terwijl op enkele plaatsen er een totaal andere nering werd aangevangen: ééntje begon er zelfs een, naar het schijnt, goedlopende boulangerie; dromerig reed ik verder, dacht terug aan de vele, misschien wel honderden, keren dat ik hier langsreed, blikte wederom naar reeds lang gesloten routiers en even na Macon deed ik wat gezonde boodschappen bij een fruit- en groentehal: het was reeds middag geworden en het wolkendek ontnam de aarde zonnestralen; loerend ter linkezijde, naar gindse Alpen: daar was het verre van pluis.

Halverwege de middag bezocht ik bekenden in Belleville, Belleville sur Saône, even een onverwachts weerzien, zoals vroeger in de mid- of wilde westen, de cowboy te paard die na ongewisse tijden met zijn knol uit niets opdoemt en weer eens terugkomt in een stadje uit de ooittijd; met genoegen kocht ik enkele dozen voortreffelijke, ongefilterde en zwavelvrije') wijn van ze, flessen die thans verder rijpen, naast me, op de grond van de bijrijdersplek, koelgehouden door de airconditionlucht.

Na Villefrance, ook weer aan de Saône, dook ik even een afslag de snelweg op, daarna langs Pont Cherru en nog wat kleine plaatsjes, om te eindigen bij het losadres langs de snelweg naar Grènoble, op een zogenaamd logistiek centrum, een industriegebied met talloze grote opslaghallen; aldaar meldde ik mij en schreef me in om de volgende morgen vroeg te kunnen lossen. Daarna haalde ik de fiets uit het hok en trapte de omgeving door: een bijna inktzwart wolkendek hing dreigend schuin er boven; het noopte bij niet al te ver de dwalen, want elk ogenblik verwachtte ik het nimmerweer; toch maakte ik nog een ronde van meer dan tien kilometer, zocht, en vond, wat voor de inwendige mens; rond achten was ik terug bij 't voertuig.

Vanmorgen, half vijf, nog aarde- en aardedonker, kroop ik 't foedraal uit, melde me mij de vroege morgenploeg en zette de oplegger voor deur 23 van de veertig deuren tellende loods; met een "lange" elektrische palletwagen die drie paletten tegelijk pakte, werd ik in tien minuten gelost. Inmiddels deden de boven mij hangende wolken hetzelfde: lieten enorme stromen water naar beneden denderen en rijdend naar een half uur verder gelegen teruglaadadres bleven ze onafgebroken gieten. Vroeg, te vroeg; het hek was nog dicht, en zo begon ik met wachten terwijl de regen doorging.

Onwerkelijk blijft het, de tijd lijkt meer en meer in een ongunstig gesternte terecht te komen; het gisten gaat maar door, maar zal toch eens een einde nemen!
Elk ogenblik verwacht ik de klap die de wereld op haar grondvesten zal doen laten schudden, gelijk dat met gisten, zoals in de flessen naast mij, gaat; de veroorzakers van het proces sterven na de voleinding ervan een zekere dood; dan is de alcohol rond de twaalf procent. Of net even over twaalven.

Aldus schreef ome Willem


') Zwavelvrij: dat wil zeggen: zonder toegevoegde zwavel als conserveermiddel dat voor hoofdpijn zorgen kan, in natuurlijke wijn zit ook zwavel, want de druivenschil bevat enig zwavel, dus natuurlijk conserveermiddel.

---