Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 30 juli 2014

De voeten.

Gezonde, reeds ijle berglucht, en stil om mij heen terwijl twee enorme, verschrikkelijke reuzen op mij neer kijken, ja, als wachters in de nacht mij beschermen terwijl het geluid van de kolkende Isère de stilte begeleidt.

Regen, het leek gisteren wel overal te regenen; ik ontving kiekjes van snelwegen met dertig centimeter water en ook mijn reis verliep vrijwel doorlopend, doorrijdend, regenachtig: van Orgelet naar Arinthod en Thorette, over de chemin chèvre, het zogenaamde geitenpad, de Ain over zodat ik via Izenore in Nantua uitkwam en de onderkant van de vreselijke snelwegbrug aanschouwde; niet veel later, nog voor acht uur, stond ik te lossen in Annemasse, een stadje, vlak bij Genève aan de grens met Zwitserland.

En hoewel het stuur van het Dafje richting Mont-Blanc wilde, trok ik er stevig aan om juist in tegengestelde richting verder te gaan. Vooralsnog niet Italië, want bij Lyon, Meyzieu werd de volgende bestemming, twee uur rollen, eerst de bergen uit en het laatste stuk over een vlak deel en ook hier kon ik de handel nog voor de Franse middagrust kwijt en snorde ik de weg op naar een volgend adres, een uur zuidelijk van Lyon, te Romans sur Isère, bij een rivier die mij de verdere dag niet meer los zou laten.

Want nadat ik de klant gelost had, volgde ik de thans goed gevulde stroom opwaarts, eerst door het notendal en dan via Grenoble en Pontcharra, voor een groot deel over de brede, meestal met hoge, rechte populieren omzoomde, oude alpenwegen met klinkende namen, zoals Montmélian en La Chambre, langs de toeganspoorten van de Glandon, Croix du Fêr en Madelaine, en na Saint Jean de Maurienne passeerde ik de afslag naar de Galabier terwijl ik nog steeds de ruigstromende Isère volgde en een half uur voor het verstrijken van de dagelijkse rijtijd stopte ik even op de grote parkeerplaats nabij Modana, ooit een vermaarde "relais", pleisterplaats voor de internationals, waar het voorheen vol stond met landgenoten, Fransen, Belgen en Italianen, maar door de komst van de nieuwe slaven bleef het restaurant nagenoeg leeg en sloot al reeds enige jaren geleden definitief de deuren: wat bleef was een onbemand tankstation en hier een daar een "oostblokker" die ondanks de doorgaande regen onder de oplegger dagen oud voedsel tracht op te warmen en de aanblik deed mij denken aan foto's uit de krant van sloebers die vuilnisbelten afschuimen op zoek naar leeftocht. Vreemd, dat men zich, wat ginds ver weg plaats vindt, daar druk over maakt, terwijl in ons eigen Europa exact hetzelfde gaande is, maar waar kennelijk nauwelijks oog voor is.

De paria's van Europa die uw en mijn goederen vervoeren.

En daartussen nog een enkele westerling, zoals ik, die het ooit zo trotse beroep langzaam heeft zien uitsterven, nog steeds ervaart hoe de "westerse" collega wordt weggedrukt als gevolg van concurrentie op arbeidsvoorwaarden.

Na een korte rust reed ik nog even verder, het laatste stukje rij-tijd op, nog steeds langs de Isère die inmiddels aardig aan breedte had ingeboet en kwam nog tot Lanslebourg, aan de toerit naar de L' Iseran, de hoogste Alpenpas') in Europa en rond 1930 definitief als doorgang geopend, en de eeuwen oudere Cenis; exact op de splitsing vond ik een parkeerplek en fietste het dorpje in waarbij ik de motregen trotseerde; eind julie, en zowat iedereen die ik wandelend tegenkwam zat weggedoken tot aan de oren in een dikke regenjas; het leek een winters plaatje zonder sneeuw. Na een korte verpozing waarbij ik de plaatselijke horeca wat steunde, zocht ik de stuurhut, die tevens als slaapzaal dient, weer op; ging slapen aan de voeten, aan de edele voeten van de Cenis en de L' Isèran, de berg waar de Isère ontspringt, de rivier wiens zang mij uitnodigde tot zachte rust.

Aldus schreef ome Willem.
'). De Cime de la Bonette is weliswaar enkele meters hoger, maar wordt niet gerekend tot een "pas".
---