Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 17 juli 2014

De morgendauw

Terwijl de morgendauw het buitenmeubilair vochtig maakte en over het gemaaide gras ligt, een klein slakje met een witgekruld huisje door dat vocht op reis is, de halfwas maan hoog de hemel siert en het grote licht des daags nog maar net schuil gaat achter gindse horizon geniet ik buiten, voor de landelijk gelegen routier tussen Vatan en Vierzon van kwetterende vogels, van oprukkend ochtendgloren en van een petit café met een pain chocolat terwijl zo nu en dan een zwijgzame collega, wat lodderig uit de ogen kijkend, met onder de arm een handdoek langs komt slenteren, meestal met wat overgewicht, soms een enkeling zonder buik, om zich klaar te maken voor de naderende dag, het naderende werk, de eindeloze baan.

In de buurt van Montaigu, daar was het waar 't gisteren begon, en er vlakbij lossen, op twee pallets na die ik doorbracht naar Cognac hetgeen inhield dat ik eerst koers zette naar Niort, dus dwars door de eindeloos lijkende Vendée, hier en daar een glooiing en boven op zo'n hoogte bij helder weer soms wel honderd kilometer kijken; de oude "route national" is er vrij rustig met vrachtverkeer, vooral om een niet meer toe doend bord "verboden voor vrachtverkeer" dat er nog steeds staat en wel voor een bepaald stadje waar men echter niet meer doorkomt en doorgaans "weten" alleen Fransen, én goede kaartlezers, dat. Vandaar. Zelfs Niort, ook een tijdlang begaan met "transit interdit" voor "camions", kan men vanwege het nog meer aanleggen van wegen zonder tol langsrijden en zo snorde ik dan ook richting Saintes, maar een kilometer of wat ervoor sloeg ik af, richting Matha en in de middag kwam ik aan te Cognac, bij een klant aan de noord-oostkant, boven op een flinke heuvel, bij een bedrijf dat de Franse middagpauze volledig in ere hield: tot twee uur bleef alles in serene rust, dus gaf me dat de gelegenheid nog even naar het stadje af te zakken: met het rijwiel, uiteraard, terwijl het inmiddels dertig graden was en de vijf minuten naar beneden zorgden dan ook voor heerlijke verkoeling.

In 't stadje was het een drukte van belang; een klein toertje door 't centrum, een broodje en een flesje water; de zon brandde al de hele dag. Toen weer terug en ik had op meer dan vijf minuten gerekend; beetje slopend was 't wel, maar hoewel het berg, heuvel op was, had ik de zon in de rug en kon de vijf minuten heen binnen een half uur terug omzetten en was nog dik op tijd voordat de lui arriveerden van de middagrust; om tien over twee kon ik, eindelijk, lossen. Maar ook laden. Op hetzelfde bedrijf kreeg ik ook goederen mee voor Nederland, vier paletten, dus ik had nog ruimte voor méér.

Dat meer kreeg ik in de buurt van, net als vorige week, Angoulême en dat geschiedde voorspoedig, weliswaar op z'n Frans, maar toch: rond vijf uur vertrok ik, bijna vol, richting Nederland en besloot over Bellac en La Souterainne naar Vierzon te reizen waar ik bij het vallen van de avond aankwam na een warme dag dat schitterde door afwezigheid van wolk en wolken; slechts in een verste verte, kijkend richting Limoges, nam ik nog één enorme grote grijze cumulus congestuswolk achter het bergland waar, maar verder niets; zelfs het vliegverkeer liet geen strepen na.

Inmiddels is de koffie op en ook de pain chocolat verorberd en staat de groene ros al met het wiel over de grond te schrapen ten teken dat ze verder wil, rollen wil, wederom een aantal uren, zwervend door de korenvelden, weer langs steeds hoger groeiend mais, langs eindeloze velden vol zonnebloemen, veel zonnebloemen dit keer, en steeds meer geschoren akkers met soms grote rollen, nog zelden blokvormige pakken, stro er op; inmiddels heeft de eigenaar van de routier de deur van stal opengezet en komt een balkende ezel zijn wei in slenteren; lodderig kijkt zij uit de ogen de wereld in, de grote oren gespitst.

En weer komt een collega langs met een handdoek onder zijn arm; nu ook nog een brandende stinkstok uitstekend uit de linker mondhoek; het kleine slakje bereikte het einde van de natte buitentafel en zoekt nu een veilig heenkomen tegen de opkomende zon; langzaam verdwijnt de morgendauw.

Nog één kleine koffie en ik ga weer.

Aldus schreef ome Willem.
---