Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 20 mei 2014

De dansbeer

De morgen, de zon kwam op en terwijl groene boomtoppen zich laafden aan de eerste zonnestralen werd Nederland wakker, werd Europa wakker, de burgers van de nieuwe, zich steeds verder ontwikkelende, West-Europese Unie, met aan de oostgrenzen het machtige rijk van de beer, het rijk van het Russische volk met Poetin als hun sterke man, de nieuwe, moderne tsaar, terwijl het westrijk 't moet doen met een Herman, Herman van Rompuy.



De zomer komt, de tijd nadert, nog enkele weken, slechts veertig dagen; de eerste provocaties vonden reeds plaats in de achtertuin van het Rijk van de Beer; in Kiev danste men reeds de duivelsdans met Oekraïense leiders, het merendeel holocaustontkenners: als dat maar goed afloopt!
'T was dezelfde tijd, ongeveer dezelfde tijden, in tsarentijdperk, toen een andere Poetin, de Raspoetin, een echte Sibeer van achter de Oeral verscheen; bizarre tijden braken aan en verdwenen vervolgens achter de horizon van de geschiedenis; gaat ze zich herhalen?


'T lijkt een dodenrit te gaan worden; een onsamenhangende unie dat louter geld verslindt; die de beer in 't oosten tart en prikkelt, juist nu, nu na Ras, de tweede Poetin de scepter zwaait: men is, veertig dagen voor de honderdjarentijd, uit op chaos om de onmacht te verbloemen.

Schaduwen van diepe ravijnen tekenen zich overduidelijk af, misschien alleen te zien voor diegenen die niet besmet zijn met het eurofilisvirus, euroziekte nummer één een schrijnende ziekte dat het redelijke denkvermogen aantast; slavernij alom, 't wordt door de ziekte ontkent. Stijgende armoede; de ziekte verblind; totale sociale afbraak, maar de eurokoorts ijlt verder; het leger werklozen protesteert; het eurofilis maakt zelfs doof: West-Europa geeft zich weg in het toppunt van hun waanzin; 't wordt overstroomt met allerhoogste lof, maar betaald moet er, tot op het bittere eind; als in een schilderij, penseelfiguren zijn niet altijd wat ze lijken.


Inmiddels lopen we langs de rand, vanuit het diepe duister stijgt grimmig gefluister op; niet ver is de tijd of zon en maan trekken zich een wijle terug; de boog uit Hàbakuk wordt tevoorschijn gehaald, weldra zoeven de pijlen, beven zelfs de bergen van angst; tumult barst los; slechts sprekend met één geldige taal, de euro, waarmee men dacht de hemel te bestormen; Pieter Bruegel de Oude schilderde het al, bijna 500 jaar geleden! Penseelstreken, de dansbeer, Dulle Griet en de Triomf van de dood.
Siberische winters duren lang; maar eenmaal per jaar, als de zonnewarmte zich over de toendra zich laat voelen, ontwaakt de beer, en eenmaal in honderdjaren iemand van het Ras Poetin; waar wachten we nog op?

Op de dansbeer?

Tot het te laat is?

Op de eerste suisende pijl, de laatste grote klap.

 de Genadeklap?

Aldus schreef ome Willem.
---