Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 18 november 2013

Het evengordijn.

Het begon donderdag al, op de terugweg; het besef; niet alleen ik, maar met mij ook het jaar, toen ik vertrok uit het centrum van de Bourgogne, het oude stadje Beaune, daar, tussen de duurste percelen grond, overwegend beplant met pinot noir; geen wijnboer bezit hier grond, geen grondeigenaar verbouwd er zelf zijn wijn, maar verhuurt, verhuurt voor veel geld, enorm veel poen.

Afgelopen week, de stand, bijna een eindstand, maar er ontwikkelde zich een vraag, een vraag van rekenkundige aard; er was immers niet één, maar er waren twee standen; 1.199.999 boven terwijl de weekteller op 1010 stond en de som van het eerste getal was 47, het tweede getal 2. Bijzonder? We zullen zien.

Lang stribbelde ze tegen, het jaar, ze wilde immers leven, bloeien, vrolijk zijn, een tijdperk zijn waarin wij, mens en dier, genieten, gelukkig worden van kleur en geur, maar ze hield het niet vol; niet alleen mensen, niet alleen dieren, maar ook de jaren gaan heen nadat ze geboren werden, opgegroeid zijn, volwassen werden; op de glooiende weg van Dijon naar Langres werd het reeds voelbaar, maar toen het op de lange rechte weg van Bar sûr Aube naar Virty le François ferm begon te plensen keek ik het oude, vergankelijke jaar in de ogen, ten dode opgeschreven.

Bij de boventeller springt bij elke kilometer het getal met één voorwaarts, zo ook de onderteller, dat klinkt logisch, en dat is ook logisch, maar de vraag is deze: was er, voordat de stand op 1.199.999, oneven, kwam een stand geweest dat de som van de kilometerstand dezelfde was als die op de weekteller, en vervolgens; zo ja, bij welke stand was dat dan; maar dat is nog niet alles!

Zo snorde ik tussen bergen door, bergen met pas gerooide suikerbieten, daarop soms een eenzame kraai, onheilspellend weer, gepaard met windvlagen, dronk nog even wat zwart vocht bij Jojo, bij Jojo aan de "oude" grens, Brully, donker, guur, vermetel, door het laatste deel van 't jaar dat zelf de hoop reeds opgaf; ze begreep, ze heeft niet lang meer.

De teller, de kilometerteller, ze tikt en tikte door, even, de 1,2 miljoen voorbij, een mijlpaal komt in zicht, de mijlpaal van 750.000 mijlen, nog een slordige 3.000; zal de oude Daf 't nog halen? Maar inmiddels is daar de volgende vraag: is er na de 1,2 miljoen een stand denkbaar dat de som van de teller gelijk wordt aan de som van het getal op de weekteller? Zo ja, hoe bereken je zoiets, komt er bij elke willekeurige stand tussen twee ongelijke getallen altijd zo'n moment, of?

Zo was 't ook vanmorgen, ik voelde het jaar aan ouderdom lijden, een dik, dik wolkendek spreidde zich uit over Duitsland, dikke wolken waardoor het de hele dag donker, duister bleef en geen neerslag de grijze deken verliet; een doodse stemming lag over het Ruhrgebied, koudbloedig deden de bergen, onderweg naar Kassel aan, de oude D.D.R. volgde, Leinefelde, Bad Langensalze, een streek door Amerikanen op Nazi-Duitsland veroverd, maar afgegeven aan de Russen; de grond geurt van de ideologische tegenstellingen, rechts-extremisten, marxistisch en vrije markt, alles ineen onder de grijze deken van een stervend jaar, een jaar dat recentelijk nog zo nieuw was; nog een week of zes voordat we afscheid nemen.

Het laatste stuk voerde over de Münüberl zoals de weg voor die oorlog werd genoemd, en even daarvoor was ik over de brug van het Duivelsdal gekomen, destijds, rond 1938, met een overspanning van 138 meter de grootste brug over een dal in Europa, daarna rechts af, de weg op dat uiteindelijk de snelweg Berlijn-Rome moest worden, en toen, nadat ik bijna Thüringen weer uit was, reed ik in het aardedonker over een binnenweg naar het eerste losadres, net in Beieren, vlak over de oude grens van voormalige oost en west, en, als het ware, op het, voormalige, ijzer gordijn, terwijl het jaar dat naar haar einde taant zich nog krampachtig ik leven tracht te houden, maar het weer, het sombere weer, de kille nacht, het vallend blad, profeteert, profeteert dat ze het niet redden gaat; kaal, een lange, grijze baard, de zeis binnen handbereik; aan weerskanten van het oude gordijn, het gordijn waar ik vannacht op slaap, bij een kilometerstand dat op acht eindigt, even dus.
Aldus schreef ome Willem.
---