Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 26 september 2013

Het verhevene

Eigenlijk is de gemiddelde mens veel te snel tevreden, tevreden met datgene wat hij of zij meent te weten en de meesten vinden het niet nodig om verder, hoger of dieper te schouwen dan de bestaande werkelijkheid die doorgaans als het enige echte, vooral bewezen, ware beschouwd.

In de vroege morgen, nog duister, was ik even naar de boulangerie gefietst voor een croisantje voor mij en een pain raisin voor mijn collega; kort daarna, huit heure, begon men ons te laden en na tien minuten zat het spul er in. Nog even een paar minuten, en we hadden de papieren die bij de lading hoorden erbij en we vroegen ons af waarom dat allemaal de avond ervoor niet had gekund, maar ja, ook niet gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer; we vertrokken, beide ons weegs.

Wat dat betreft doet menig mens zich tekort. Men zou toch veel meer naar verheven dingen op zoek moeten gaan; en er zijn zeer veel verhevenheden om zich in te verdiepen, om naar op te zien of in de verte te schouwen; de mens, zo vernuft, ze is edelstenen waard, maar helaas, de huidige mens die zich verlaten heeft op "bewezen" wetenschap en techniek is tevreden geworden met kitscherige kerstboomartikelen.

Waar hij heen ging, weet ik niet meer; hij had het nog wel vertelt, maar ja. Zelf trok ik het spul door het heuvelachtige wijnpluk- en persgebied, regelmatig kreeg ik de gruwelijke plukmonsters in beeld, maar verder waren de velden leeg, te leeg en na een drie kwartier kwam ik bij Beziers op de snelweg, voorheen de Via Domitia en reed een stuk in noordelijke richting op weg naar een laatste ophaalklant.

Het was al voor mijn "tijd", ik denk, kort na de oorlog en ach, ik wist, ja, ik weet niet beter dat het koren gemaaid wordt door een combine waarmee het graan bijna kant en klaar uit zo'n maaimachine komt. Pas jaren later, op mijn reizen naar, vooral, Oost-Europa, zag ik wat voor verandering dat op de velden had gegeven, want daar in het oosten zag ik het nog, de vrouwen, vaak met hoofddoek, boeren met petten, kinderen, families; ze sijsden het graan, zetten het op schoven; er ging daar nog zoveel "met de hand", maar, het bijzondere was: de akkers en velden waren vol, vol bedrijvigheid, met mensen, terwijl ze bij ons uitgestorven, leeg, waren; de mens vertrok uit de akker. Zo ook in Frankrijk, de plukkers verdwenen, de monsters kwamen, maar gelukkig, niet overal.

Vanuit Beziers zag de lucht er grijs uit, dik grijs en het ging ook regenen totdat ik Nimes, ja, alweer Nimes, voorbij was en rond het middaguur in Orange was het zonnig geworden, drukkend weer en over de dertig graden. Vlak bij Orange kreeg ik de laatste paletten er in en vandaar toog ik huiswaarts, over de N-weg, langs Donzere en Montelimar. Het bleef mooi weer, erg warm ook met een stekende septemberzon

Hoog in de lucht werden verkenners er op uitgezonden, enkele ijle wolken dreven het Rhônedal in om naar een strategische zwakte te zoeken waarna de daarna komende wolken toe zouden slaan.

Er is, wie verder denkt dan zijn gedachten gaan, veel verhevens op deze wereld dat niet te bewijzen valt, maar ja, het zijn nu eenmaal de weinig tot niet verheven dingen die om een bewijslast vragen; het verhevene heeft dat volstrekt niet nodig!

Na Lyon zakte de zon langzaam weg achter de bergen van de Beaujelais, zelf snorde ik vanaf Bourg en Bresse door dorpjes als Beaufort naar Lons le Saunier terwijl ik naar Mozarts "Toverfluit" luisterde, een rode horizon, enkele wolken die door het zakkende zonlicht hemels werden versierd juist op het moment dat een oude dame zegt dat ze achttien jaar en drie minuten is, haar naam noemt, verwijnt in het niets en papageno verbijstert achterlaat en de Engelen gaan zingen:

Seid uns zum zweitenmal willkommen,
Ihr Männer, in Sarastros Reich.
Er schickt, was man euch abgenommen,
Die Flöte und die Glöckchen euch.
Wollt ihr die Speisen nicht verschmähen,
So esset, trinket froh davon.
Wenn wir zum drittenmal uns sehen,
Ist Freude eures Mutes Lohn!
Tamino Mut! Nah ist das Ziel.
Du, Papageno, schweige still!

En terwijl het overal om mij heen donker werd kwam ik aan, even voorbij Arbois, bij een goed bezochte knaagschuur; de tijd zat er weer op en na het parkeren liep ik die kant op waar van ver af reeds flink Frans gekrakeel was te horen en even later zat ik er middentussen.


Het verhevene, het is als de zee, ze raakt nooit op en steeds kun je er een schep uit nemen en daar een uur of dag over denken. Zo ook het Libretto de Zauberflöte van de Joodse schrijver Emanuel Schikaneder dat Mozart zo geniaal op noten zette; verheven met zoveel lagen, klanken van eeuwig welzijn en handen vol edelstenen.


Aldus schreef ome Willem.
---