Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 4 september 2013

De verre einder

Van grote hoogte spiedde ik over een enorme wijdse vlakte heen die geen einde leek te kennen en aan verre horizon in nevelen verdween terwijl de hitte de lucht ragfijn deed trillen; alsof ik een andere kosmos binnenreed, een ver gewest dat mij deed herinneren aan tijden van voor ik was, van daar waar ik ooit van kwam; een eenzame tegenligger, een groene renault, deed mij terugkeren na het nu.

Het was donker toen ik er weer op uit ging, eerst een lange snelweg af en rond negen uur op zoek naar een klant in Castellbisbal, aan de zuidkant van Barcelona en wonderwel vond ik hem vrij snel. Castellbisbal, altijd al een zoekplaatje geweest, zeker voor een navi-vrij voertuig zoals mijn oude trouwe Daf. September, het lijkt altijd of het warme weer in september aangenamer is; weer een dertig graden, maar een andere dertig graden dan Juli of Augustus. En er stond een kalme bries, hier en daar wat stapelwolken die met schaduwen de ondergrond wonderlijk met kleuren deed voortrollen. Na het lossen zette ik koers naar het zuid-westen, eerst richting Tarragona.

Eigenlijk he, eigenlijk moet je nooit alleen luisteren naar wat mensen te zeggen hebben, wat iemand te schrijven heeft, maar men moet er altijd op letten dat, wat mensen zeggen, bedoelen, wat ze met hun schrijven willen zeggen.

Na Vila Nova i geltru snorde ik het immense binnenland in, passeerde enkele heuvel-, of beter, bergruggen, over de Roquerole en rond de middag kwam ik aan in Barbiera de la Conca waar ik een deellading in de kar liet zetten. Even voor het laadadres hadden wij, de Daf en ik, al een bord Andorra zien staan en toen ik terugreed naar de hoofdweg kon ik doen wat ik wilde, maar de Daf zette, wat ik ook deed, koers, eerst recht naar het noorden; alsof hij het hooggebergte reeds vanaf Barbiera rook, en ronkend denderde ik door het Spaanse land, over de Catalaanse bergen, door geheimzinnige puebla's, op weg naar, ja, naar waar, en een twintigtal kilometers voor Tàrrega ervaarde ik datgene wat ik in mijn voorstelling nauwelijks kon opbrengen; het enorme, zinderende en vreselijke uitzicht over het dal van de Serge

Pas veel later, nadat ik van Agramunt naar Artesa reisde en op de doorgaande weg Lleida-Seu d' urgel kwam, spinde zich aan de horizon steeds hogere reuzen die mij met een resolute en zich nimmer vergissende blik in de gaten hielden en na Ponts begon de oude daf tevreden met de zuigers te galoperen; we reden vandaar de bergen in. Een weg over die mij bracht in een ontluisterend dal tussen de Serra del Cadi en de Pyreneeën en sloeg bij Seo de Urgel, het stadje waar de bisschop van Seo, samen met de Franse president, baas van Andorra, woont, naar rechts en na nog geen drie kwartier reed ik onder een blauwe hemel en op ruim 1200 meter hoogte bij Bourg-Madame Frankrijk weer binnen en stevende op de lange afdaling naar Perpignan af; het Dafje had er duidelijk plezier in! Links blikte ik voordien terloops over de Spaanse enclave Livia heen. Een stadje, heel in de verte, niets bewoog, alsof het geheel verlaten was.


Twintig kilometer, tien procent, ik suisde naar beneden en zag in de spiegels dat de achtervolgende personenvoertuigen steeds kleiner werden en na drie kilometer geheel uit zicht waren verdwenen; de oude Daf leek elke bocht te kennen en als een volleerde Fury sprong hij met al zijn paardenkrachten van bocht naar bocht, totdat we aankwamen in Prades waar we freeweehlend verder koersden; nog een klein bergje voor de grill, die tussen Millas en Estagel, 300 meter hoog, daarna nog over een smal brugje heen en toen ontving ik mijn tweede lading, één paletje die er ook weer in een mum in zat. Niet veel later vond ik het welletjes en zette de boel op een geschikte plaats aan de kant. De avond vulde ik met fietsen door prachtige, weliswaar enigszins gerepte, natuur; een eekhoorn sprong langs m'n voorwiel, statig wiekte een zwarte reiger over een oude rivierbedding en bij het zakken van de zon ontvingen de ogen tal van bijzondere kleuren. Het laatste half uur spurtte ik door het stikdonker; nieuwe maan. ik had het kunnen weten en mijn licht deed het niet. Niettegenstaande dat wist ik rond half tien zonder brokken de groene Daftel te bereiken.

Onze beste daden zijn altijd die daden die we zelf niet kunnen uitleggen, ja, niet weten te duiden, niet eens weten! Vandaag gold dat voor de miljoenenoude Daf. Mijn Daf.

Even nog, even, op de late avond, dacht ik aan het vergezicht. In gedachten keerde ik weer terug naar die andere wereld van vanmiddag; wie kan een oog begrijpen als hij verre einders ziet?


Aldus schreef ome Willem.
---