Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 5 september 2013

De hangwijn.

De eerste zag ik reeds in Spanje, kleine groepjes van met zonnehoedgetooide mensen, schuivelend door de druivenvelden; in de verte vaak een gereedstaande tracktor met vaak een gele kar erachter. De oogst is begonnen.

Ook in Frankrijk waar ik vroeg in de morgen, het was nog donker, naar Ouveillan reed en waar reeds de boeren met datgene wat gruwelijke plukmonsters hadden verzameld, af en aan reden; ik zou er laden, wijn, althans, wat voor wijn doorgaat, zes paletten bestemd voor een winkelketen met een dubbele naam en bij het aanschouwen in die vroege morgen van een deel van het lugubere producktietafereel wist ik het opeens: elk land heeft zo zijn slijterijketen die het verdient.

Hat zou er om houden, maar vol goede moed doolde ik, nadat ik die chemicaliën er in had, verder door de Franse wijngaarden en de eerstvolgende stop was Saint Saturnin de Lucian waar ze, gelukkig, wel fraai wijn weten te maken, een piepkleine coöperatie, weggestopt tegen hoge bergen aan en waar de weg ook doodloopt. Snel, zeer snel had ik de bubs er in en verder reed ik, rosde de korte snelweg naar Montpellier af, kronkelde door de stad, en hup, daar kwam Nimes alrede in zicht en vlak daarna, te Garons, onving ik de volgende twee paletten.

Nog drie! Snel joeg ik voort, stroomafwaarts langs de Rhône, Mas Thibert, waar ik twee weken terug nog was, en, niet onbelangrijk, waar alles, tot en met de documenten, in gereedheid stond; dus: laden en meteen weer verder, terug naar Arles, langs het brugje van Van Gogh, doorjagen recht naar boven, de Durance over totdat ik Avignon binnenreed en met een weinig vertraging kwam ik in ruim een uur en met uitzicht op de Mont Ventoux aan in Sorgues; weer voor vier plaatsen in de kar. Inmiddels was het fietsenhok aal aardig vol, sterker, de fiets kreeg, wat ruimte betreft, nog zwaar te verduren.

Het laatste adres, daarvoor eerst naar Orange, aldaar "keren" en weer koers naar 't zuiden, 20 kilometer, meer niet, want toen kwam ik te Tavel aan voor de laatste drie paletten. Om mij heen overal wijngaarden, ver weg enkele plukkers die, vermoedelijk, zorgzaam de trossen knipten. Maar ik, ik had het netaan weer gered vandaag.

Rond zessen koersde ik naar 't noorden, nu alleen nog naar huis en ik kwam tot net voorbij Valence. In de avonduren fietste ik nog wat de omgeving rond, zag overal prachtig mooie diepblauwe trossen; Carignan, Syrah, Granasch, maar ook enkel wit, vermoedelijk Sauvignon, door het zuivergroene blad zitten. Miljoenen trossen, goed voor evenzoveel liters wijn. Overal hingen ze, en elke tros leek mij voldoende voor een goed glas wijn.

Aldus schreef ome Willem.
---