Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 4 juni 2013

Het uitgetijde

Alsof ze er op wachten, wachtend op het grote ogenblik, op het moment dat de tijd vol is, dat er geen seconde meer bij kan, niet één meer.

Zo tuurde ik naar de bomen, die, afstandelijk in groepen of in lange rijen langs de weg geen oog voor mij leken te hebben; ze maken zich zorgen, ze maken zich gereed; sinds het plotselinge moment, nu al weer een jaar terug, toen de tijden kantelden.

Lossen in Haaften en laden in Emst; daarna naar 't zuiden zo was de opdracht dewelke ik samen met de oude Daf uitvoerde; eerst Nederland uit, en toen bij Liège naar "boven", de zuidhelling van de Maasoever op en via Nandrin en Tinlot naar Marche; het was alweer even geleden dat ik deze route nam, dwars door de overgroene Ardennen, over de "jaren zestig" weg, lang en golvend over de heuvels en door het heldere weer getekend met prachtige vergezichten terwijl een uitbundige zon als extra slagroom de omgeving een glanzende tint gaf.

Vandaag was het sterker dan eerst, de Ardennen deden onheilspellend aan en nooit tevoren waren ze onheilspellend: het onderling gefluister deed mijn rug enkele keren rillen.

Boulion passeerde ik, evenals Chesne en Vouziers en ondanks dat ik de weg ken, goed ken, leek ik in deze zo andere tijd op een andere plaats te zijn, over een andere weg te rijden, beklemmend waarnemend dat de tijd, die ooit begon, spoedig eindigd, ophoud omdat ze vol is.

Later op de avond zette ik het voertuig neer op een verlaten plek tussen een goudkleurig heen- en weer wiegend graangewas en aan de rand een paar hoge bomen; ze lijken met de rug naar me toe te staan. Verderop een zwart veld met lange, groene rijen pas geplant mais; enkele kraaien en een ekster rommelen er wat rond. Plots stijgt de ekster op, scheert laag over de ' t veld en glijdt met gespreide vleugels een hoge boom binnen alsof ze op audientie gaat.

In nachttij veer ik op; begreep het gesprek tussen de ekster en de boom, het onderlinge tijdsgesprek, over de mens en hoeveel tijd hij stal, misvormde en wederrechtelijk roofde. Tot onnut maakte, onnut met nieuws, onrust en strijd; verspilde, vergoten tijd, dure tijd, weggegooid, alsof het niets was.

Maar als de tijd vol is, is er geen tijd meer, tot enig goed noch tot enig kwaad. En de bomen vertelden het: dan is alles uitgetijd.

Aldus schreef ome Willem.

---