Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 10 mei 2013

De Oergibgorviaan

Ze kunnen er wat van: even voorbij de geboortestad van Carlo Pedersoli, beter bekend als Bud Spencer, en Domenico Scarlatti, een wirwar van wegen door en over elkaar, hier en daar zijn de balkons van de huizen tegen de vangrail aangebouwd, geluidsoverlast lijkt hier geen probleem, er heerst een totaal andere cultuur dan in het noorden, een cultuur en mentaliteit die je proeft, ruikt en voelt.

Ook wat dat betreft is Europees beleid uit Brussel tot falen gedoemd: je kunt armen wel rijk gaan noemen, maar ze blijven arm; door louter de term, min of meer, dwangmatig te veranderen wordt aan de situatie zelf niets veranderd; de uitstervende Europeaan bestaat uit vele volkeren, talen en culturen.

Omdat ik de Romeinse file voor wilde wezen, stoomde ik al te vroeg op naar het zuiden, langs de oude haven Civitavecchia en nog voor zeven uur was ik Rome gepasseerd; ondertussen brak het daglicht door, werd eerst de bergrug, links van mij, onheilspellend donker terwijl enkele spaarzame wolken eerst nog als zwarte vlekken in de lucht hingen, en dan kroop een koperen bol vanachter de horizon omhoog, bijna ongenadig, lastig ook, want ik reed pal tegen de laaghangende zon in.

Het gaat natuurlijk volslagen mis als men meent in de nadagen van de grote culturen door met de term Europeaan de grote diversiteit van mentaliteit en nationale karaktereigenschappen al deze verschillen meent te kunnen egaliseren; integendeel; hoe meer men deze term er door wenst te drammen, des te meer ontspringt uit de nationale culturen sub-culturen, de hang naar de eigenheid van kleine cultuur- en/of taalgebonden minderheden; intuïtief voelt de individuele burger het, ontegenzeggenlijk, haarfijn aan waardoor het teveel aan Europese gedachte al bij voorbaat is mislukt.

De weg Rome-Napels is lang, en recht, en bovendien snelweg, er is nauwelijks een goed alternatief dus was het even afzien, tot aan Cassino waar ik afsloeg om via de via Telese door het dal van de Volturno, het dal waar nationalistische legers onder leiding van Guiseppe Garibaldi een laatste militaire slag leverde voor het smeden van een nieuw, "één" (Jong)-Italië en forceerde daarme de Italiaanse eenwording; wie Italië kent, weet, dat het nooit iets is geworden; politiek niet, en evenmin cultureel; het land bestond en bestaat uit een diversiteit aan cultuur en volken; zelfs de taal ervaart de Italiaan als oneigen en wordt eigenlijk alleen in de streek rond Firenze "natuurlijk" gesproken. Zijn de meeste dialecten onstaan uit een taal, Italiaans is het tegengestelde: het werd samengesteld uit de vele andere talen.

Na Benevento volgde Avellino waar ik de laatste klant van deze week bezorgde. En toen op weg naar het teruglaadadres waardoor ik via subsnelwegen, wegen en andere wegen die zich bijna kunstig slingeren door het onherbergzame landschap; dwars door woonwijken en industrieparken, over rare bochten, tunneltjes en hellingen, onsnappelijk hoe ze dat voor elkaar kregen, dwars door overdadig groen en in bloei staande bomen, eerst even richting Salerno, maar daarna rechts af, een klein stukje richting Rome en vlak onder de rook van de Vesuvius, (oei, dan maar "aan de voet van") in Sarno, lag de vracht op mij te wachten; bij aankomst bleek ik niet de enige.

Anderzijds, en dat is een zeer groot probleem aan het worden, ontstaat een sluipende onderhuidse jaloezie tegen juist die etnische groepen die zich wel als één volk blijven en kunnen handhaven; uit het diepst van zijn geest van de in aantal steeds minder wordende Europeaan wiens cultuur en mentaliteit men tot eenheidsworst tracht te smeden, ontspringt een gruwe afgunst jegens anderen; moslimhaat en antisemitisme steken meer en meer de kop op en waar dat heen gaat blijft nog ongewis.

Tijdens het wachten hield ik de nevenstaande berg angstvallig in het oog; het is nog maar goed honderd jaar geleden (1906) dat ze even uitbarstte en tot aan Napoli schade aanrichtte, maar met een grenzeloos optimisme is met rondom de voet gaan bouwen en leven, alsof er nooit meer wat kan gebeuren. Rond drie uur vertrok ik vanaf de voet van de -nog- niet rokende Vulkaan, op weg naar de lage landen.

Onderweg mijmerde ik na over het boek van Eric Blair, beter bekend onder zijn pseudoniem, George Orwell, de dierenboerderij, een lang geleden door mij gelezen boek waar na het vertrek van de boer de dieren het heft in handen nemen: alle dieren zouden gelijke rechten en plichten hebben; geforceerd wordt ook hier een eenheidsworst gesmeed dat uitloopt op terreur van bazige varkens; alle dieren waren er -inderdaad- gelijk, maar sommige waren meer gelijk dan de anderen.

Nog voor het verstrijken van de rijtijd kon ik het begin van de Via Aurelia bereiken; over de ring van Rome kon ik zonder problemen door, de dag was aangenaam geweest terwijl in de avonduren bij invallende duister een zachte, koele bries uit zee het er bijzonder aangenaam op maakte; vanuit één van de vele wegen verliet ik Rome, maar ook één van de mooiste.

Gorilla's, Oerang Oetang' s, Drillen en Mandrillen, benevens Neusapen, Gibbons en Bavianen, het zijn allen apen, maar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid meen ik te mogen schrijven dat al deze apen het niet en nooit zouden accepteren ze allen over één kam te scheren en te behandelen en te benoemen als de oergibgorviaan. Het is misschien een aardige term, de Europeaan, maar ze zal er nooit komen, niet meer van een utopie; gevaarlijk ook, omdat het tegencultuur is.

En dat zou wel eens zeven keer erger kunnen uitpakken als de tegenculturele horden van weleer.

Aldus schreef ome Willem.
Aldus schreef ome Willem.
---