Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 4 mei 2013

Dafloos.

Stil, tussen groene bergen, doodstil en zelfs een kabbelende beek in de verte verstoort he stilte niet; stil, in het holst van de nacht waar ik worstel met gedachten, een wedstrijd tussen voor- en achtergedachten; gekraak van een nachtuil, nochtans verstoort het de stilte niet.

Een week waarin niet veel gebeurde, of juist wel. Daar was natuurlijk eerst de wisseling; Nederland ontving na meer dan een eeuw een koning en zo'n elf miljoen kijkers, zo vernam ik uit het nieuws, keken er naar, de meesten, zo schat ik in, door een onbewuste hang en verlangen naar hogere sferen, over "ons" een koning en koningin, een factor dat de massa terugbrengt tot volk, een soort oranje vriendschapsband.

Nee, zelf kreeg ik er weinig, zeg maar niets, van mee; een groot deel van de dag rommelden we op markten, genoten met tweewielers van het steeds mooiere weer en hoorden niet bij de elf miljoen gierigen, nieuwsgierigen en vierde de inhuldiging van de vierde Willem zoals voormaals de inhuldiging van zijn en mijn naamgenoten werd beleefd; zonder rechtstreekse beelden en verslaggeving waardoor ik voor mij en mijzelf tussen koning en onderdaan een concrete gepaste distantie schiep; immers overnieuws brengt het voorname dermate dichtbij dat alle glans dreigt te verbleken zoals overbelichting met een foto doet.


Inhuldiging, en geen kroning; Nederlandse vorsten werden en worden ingehuldigd, allen (voor zover ik weet) aan de Mozes en Aäronstraat te Amsterdam, in de Nieuwe kerk, tegenover het voormalige stadhuis van onze hoofdstad, beter bekend als het Paleis op de Dam.

De Mozes en Aäronstraat, om uitdrukking te geven aan de scheiding tussen Wet en Cohen, priesterschap, ceremonie zo u wilt, eeuwenoude waarden waarmee Mozes symbool staat voor de altoosdurende wetsdienaar en Aäron als priester voor de voortgang van het leven onder hoede van de Eeuwige; kerk en staat, gescheiden, aan dezelfde weg.

Alle vijf Nederlandse koningen werden ingehuldigd en de inhuldiging houdt volgens de grondwet in dat de volksvertegenwoordigers, verzamelt in de Staten Generaal hun trouw aan de vorst betuigen en de vorst zelf ook een eed aflegt.

Een kroning van een vorst vindt doorgaans plaats in koninkrijken waar men beschikt over een staatskerk; een kroning krijgt daardoor een religieus karakter, een vorst regeert Dei Gratia (zoals in Groot-Britannië), anders dus dan bij gratie der Staten Generaal en deswege is het enigszins ambivalent dat inhuldiging van Nederlandse vorsten niet tegenover, maar ín de nieuwe kerk plaatsvindt.

Genoeg erover; de tijd dat het gaat geschieden in de dagen van koning Willem Alexander zijn aangebroken en op de derde dag in het eerste jaar van zijn regering bevond ik mij midden op de Veluwe, daar, waar apen wonen, niet ver van de plaats waar zijn overgrootmoeder leefde en werkte en de prachtige omgeving geschouwd heeft zoals nu ik naar de schitterende, zich verslapend hebbende natuur: de bloeiende magnolia; en alles lijkt, ís anders.

Doordat de zon dit jaar veel hoger dan normaal de twee maanden te laat ontwakende flora beschijnt, kleurt alles totaal anders, de sfeer heeft een illustere klank, bijna meedogenloos gaat zij voort in het nieuwe tijdperk, de grote ontknoping van alle geheimenissen tegemoet.
Inmiddels is reeds de vijfde voorbij en zal aanstonds de zesde aanbreken, de zesde dag in het eerste jaar van de nieuwe koning; als onderdaan bevind ik mij buiten zijn rijksgebied, ja, zelfs in koninkloos (of is het koningloos?) gebied, niet ver van dáár, waar onze eerste drie Willemmen als Groothertog gezag over voerden.

Echter, dit keer, zonder het groene Dafje.

Aldus schreef ome Willem.



---