Het plotseling bekend geworden Schengen, gelegen in Luxemburg bij het drielandenpunt Duitsland, Frankrijk én Luxemburg, bekend geworden om het aldaar gesloten verdrag van Schengen, het verdrag waar niet iedereen onverdeeld blij mee is.
Aldaar overschreed ik de grens Frankrijk-Duitsland onder regenachtige en soms mistige omstandigheden terwijl alle na- en cultuur om mij heen door de te laag blijvende temperaturen nog niet tot ontplooiing kwam: van de grens snorde ik verder, langs Saarburg naar Konz, even voor Trier, waar ik de lading uit Belley van een nieuwe eigenaar voorzag.
En verder ging het, nu over de snelweg, richting Koblenz, een tamelijk stille snelweg, gebouwd dwars door een pittig heuvellandschap, evenwijdig aan een op veel lager niveau stromende Moezel. Onderweg tekende zich al diverse vervolgscenario 's af van diverse aard; na de middag reisde ik Koblenz voorbij, sloeg over de Rijn af naar Neuwied en klom vervolgens uit het dal omhoog naar "Autobahn 3" waaraan, op die hoogte, het gehucht Krunkel ligt en waar de goederen uit Trevoux hun bestemming vonden.
Daarna op weg naar Nederland: inmiddels was al besloten dat ik een volle vracht in Emst, bij Apeldoorn, voor Lesquin, bij Lille, zou gaan laden, hetgeen vanmorgen geschiedde met daarbij de vermelding dat ik in Lesquin een "rendez vouz" had om 18.00 uur.
Even leek het er op dat het wel erg eenvoudig en saai zou gaan worden, maar toen ik kalm en rustig onderweg ging (ik had immers, tot 18.00 uur, alle tijd) tekende zich wel weer een merkwaardig vervolg af: als ik de lading aldaar gelost zou hebben, of ik dan nog "even" twee adressen op kon halen: in het ruim een uur verderweg gelegen Amiens én in Charly, Charley sur Marne, een dorpje gelegen niet ver van Chateau-Thierry, zo geheten omdat Karel Martel er een burcht voor koning Theuderik liet bouwen, een aantal jaar geleden, nog voor 750, en de plek die jaren later een schouwtoneel was van de zesdaagse veldtocht, een veldtocht waar generaal Michel Ney aardig zijn sporen mee verdiende; als eer werd, onder meer, een deel van de oude Parijse rondweg naar hem vernoemd: Boulevard Ney.
Onderweg door België wisselden flinke regenbuien zich af met krampachtige zonnestralen die vooralsnog in Frankrijk de overhand kregen; echter, nog steeds kale bomen, de natuur heeft reeds zijn tijd ernstig verslapen; slecht een enkel gewas ontluikt; 't zijn voorboden van de naderende apocalyps, de ontknoping van de aardse werkelijkheid.
Het mag duidelijk zijn: toen ik in lesquin de handel achter liet, vertrok ik, dwars door het Franse boerenland, Bapaume, Péronne, Ham, Cugny, Tergnier en zo, via Soissons met zijn eeuwenoude en kleurrikge geschiedenis, kwam ik laat in de avond aan, vlak voor Chateau Thierry.
Onderweg werd het langzaam donker, én grijzer. De regen trok weer aan en duizenden liters werden uitgesproeid over de oneindig lijkende akkers; het gezaaide en gestorven graan roept weer om leven. Met alleen regenwater zal het niet gaan.
Zo sluit de week toch onverwacht, met een bezoek aan de Noord-Franse vlakten, af. Morgen volgt nog de weg vanuit Charley langs de geboortestad van Calvijn, Noyon, en via Roye naar Amiens waarna ik, vermoedelijk, wel huiswaarts zal keren.
Maar ook dat is, zoals hiervoren geschreven, niet zeker: soms rijdt er een onverwachts vervolgscenario uit de hoge hoed. Er kan altijd nog een extra zijsprongetje bijkomen.
Aldus schreef ome Willem
---