'T ging met tegenzin, het heerlijke weer verlaten; reeds in de Valais daalde de temperatuur aanzienlijk. Hoewel de sneeuw tanende is, er steeds meer open plekken verschijnen, bleef het, ja, blijft het koud, te koud. Niemand die het zich lijkt te realiseren: langdurige koude, misoogsten, tekorten. Tekorten, niet alleen geld, maar straks ook voedsel; zoals ik onderweg ben, lijkt de mens op weg naar zijn catastrofe, zo niet dit jaar, dan wel één van de komende jaren; oordelen over onze grijpgrage handjes, te gulzige welvaart.
Straks, bij thuiskomst, deze week weer ruim 1.000 liter brandstof verstookt, elke week weer opnieuw en in een jaar is dat, voor wie niet rekenen kan, ruim 50.000 liter, twee tankwagens vol! In veertig jaar tijd ruim 80 volle tankopleggers, twee miljoen liters, verbijsterend, en dat geldt voor zo ongeveer elke truck op de lange rit.
Wie het vermogen heeft een gindse grenslijn van achtergedachten te overschrijden, de grens waar vroegere, jeugdige aanschouwing worstelen met op latere leeftijd verkregen inzichten zoals de morgenzon een met in nevelen gehuld weiland schijnt, aanschouwt de vele raadsels, ontravelt het corrupte -ronde- wereldbeeld, staat aan de zee van op- en neer golvende gedachten, peinzend en zoekend in een wereld vol glinsterende luchtspiegelingen.
Slechts toneelspeler, slechts nar ben ik, die eventjes al rijdend opkomt, een tijdje doorsnort, en dan, voor altijd, achter de coulissen verdwijnt; alleen nog de geur van verbrande diesel.
Inmiddels schemert het en in de verte ruik ik koffie; min zes (!), er is, ondanks de koffie, werkelijk iets mis; of ben ik een mismoedige grijsbaard?
Wat is dat voor sprookje, het sprookje van de dronkaard dat vertelt over de ronde aarde?
Nee, zoveel dieselolie haal je niet uit een bolletje!
Aldus schreef ome Willem.
---