Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 28 maart 2013

De windhond.

Een zilte sulverlucht uit zee, een warme, zachte zuiderwind vol heimwee terwijl de achterkant van de oplegger boven het water van de etang hangt en ik zonet genoten heb van piepers met knoflook, bief haché a la chef en fromage; alleen de wijn is er niet te drinken en in de groene kluizenaarshut ontwikkel ik bij volle maan springlevende en fijgekookte achtergedachten.

In Aix en Provence was ik de handel zo kwijt, maar aangekomen in Les Arcs, onder de rook van Dranguinan, werd weer wachten van mij verwacht, meer dan anderhalf uur waardoor ik rond twaalf uur leeg was en aan terugladen kon beginnen, de eerste in Tourves, ergens achteraf midden tussen de bosaches vol bloeiende fruitbomen en mimosa. De warmte van de vorige dag werd een weinig aan banden gelegd door uit zee opklimmende wolken die zich bij hoogste pieken verzamelden en juist daar van grijs naar zwart kleurden; het was daar niet pluis, zeker niet.

Via Saint Zacharia kachelde ik over de D-8, de vroegere N 8, naar Saint Anne, vlak voor Ollioules en ooit speelde op dit traject één van mijn eerste lange ritten met de truck zich af, 1973, en met deze herinnering kwam ik tot het besef dat ik zo langzamerhand op enigszins gevorderde leeftijd begin te raken en toen ik vandaag weer over de Col de 'L Ange reed flitste even: "wat ben ik eigenlijk opgeschoten" door mij heen; veertig jaar rondtollen en nog geen wiel verder als dat ik toen was.

Al te lang heb ik in wildvreemde streken vertoeft om niet met heimwee thuis te komen; in de nacht lopen de uren op vederlichte voeten, de sombere wolken trokken zwaarmoedig over, steeds dikker werd het dek, opgestuwd door een huilende voorjaarswind: ze steelden de zon, een eigenaardige lichtglans verspreide zich toen ik na Marseille op weg ging door de deltavlakte van de Rhône, langs uitgestrekte dieproze blozende boomgaarden: Arles, Nimes, wéér Nimes, Montpellier, tot aan Séte alwaar de uren op waren aldaar bleef ik staan bij 7 sur Séte, bij een smikkelhut sinds heugenis, reeds 7 keer van eigenaar verwisseld.

De maan is koel, heimelijke, weg achter wolken, de wind zwijgt en in de verte huilt een hond. De wereld slaapt, waar is de tijd gebleven? Langzaam zink ik weg in diepe bronnen, mijn gedachten als een nachtharp, speel klanken die niemand begrijpt, speel door, moet doorspelen voor doven: voorbij, de jeugd, de middag. En toen kwam avond en nacht; de wind huilt, de hond. Is de wind niet een hond? Ze jankt, keft en huilt, herkauwt mijn dromen

Aldus schreef ome Willem.
---