Vanmorgen in Monza, de goederen er in en op weg, richting Nederland, maar hoe? De Simplon bleek dicht, dus dan maar de Gran San Bernado en die bleek open: de vooruitzichten bleven ondanks het prachtige weer onduidelijk, maar niet al te best.
Genietend reed ik in de volle zon, 14 graden, naar het westen, bij Ivrea het Aostadal in en dan, in Pollein, een documentje laten maken waarna ik naar boven reed, zonder sneeuwproblemen.
Vanmorgen was de route nog gesloten geweest, 50 centimeter sneeuw aan de andere kant is niet niks en toen ik de pijp uit kwam zag ik meteen dat er een enorme hoeveelheid wit spul was bijgekomen; voorzichtig daalde ik naar Martigny af.
Daar bleek het allemaal wel mee te vallen, wegen schoon en zelfs een open lucht en toen ik langs het Lac Lèman reed werd mij een bovennatuurlijke blik gegund doordat de zon door een wolkengat een prachtig verblindende cirkel tekende op het rimpelloze watervlak, op de achtergrond de bergen en het was alsof Iemand vanuit de bovenwereld met een uitgestoken vinger naar het water wees en sprak: "daar zij licht", ik hóórde het zelfs in echo van de stilte die vanuit het meer opsteeg en mijn oren binnendrong.
De Jura, alleen de Jura nog, dan zou het wel minder worden, en toen ik blikte naar de plek waar ik de rug over zou gaan, zag ik ook daar helderheid, maar oh, wat had ik mij vergist!
Na de passage op ruim 1.000 meter begon het, sneeuwbuien, Pontarlier zat onder het wit en de wegen waren pet en soms ging de sneeuw zo hard dat het wegzwart verdween onder een witte laag.
Toch ontkwam ik, zei het met moeite, kwam langs Besçancon waar het stukken beter was, rondde Versoul en snorde de weg naar Nancy op.
En toen, niet lang na versoul, begon het pas echt goed, juist op het moment dat ik de uren aardig vol had: en dan, een parkeerplek zoeken is vaak een hachelijke zaak, maar bij luxieuil les Bains vond ik er één.
Terwijl ik in de stuurhut Winter uit il Quattro Staggione van Vivaldi beluister, sneeuwt het buiten maar door.
Steeds witter wordt de wereld.
Aldus schreef ome Willem.
Aldus schreef ome Willem.
---