Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zondag 27 januari 2013

De doodstijd.

Koud, deze week, het voelde grimmig aan, tijd te over voor andere zaken dan het verplaatsen van goederen.

Vrije tijd wordt nogal eens gebruikt, zoals men noemt, om de tijd te doden, zoals niets doen, voor de kijkbuis hangen of anderszins. De tijd doden, maar kan dat wel?

Vandaag, vanmorgen, reisde ik af naar Vlaardingen, op weg naar een besloten bijeenkomst op een geheimgehouden locatie; er zat sneeuw in de lucht, voorbode van het einde van guurkoude, wellicht aangenamer weer.

Waar haalt men toch de tijd vandaan om haar te doden? En, zo het mogelijk is, is daar tijd niet te kostbaar voor? Heeft de mens tijd niet nodig, ofwel, doet de mens er niet beter aan om iedere minuut zo kostbaar te achten dat men haar in leven laat?

Rond de middag en omgeven door witte sneeuw ging ik op weg naar Amsterdam, wederom naar een besloten bijeenkomst, al was deze van geheel andere aard en in de avonduren, die uren, die nu net voorbij zijn, naar Klaas.

Wat moeten we eigenlijk met zoveel tijd? Of hoe moeten we omgaan met zo weinig tijd? Hoe nuttig wordt het geacht om tijdens elke tijd bezig te zijn met de zoektocht, een streven, naar waarheid, naar het einddoel, het Einddoel wellicht?

Klaas bakt er heel wat, overwegend vis op de Schippersgracht, eenvistweevis, gebruikt zijn tijd om wat lekkers voor anderen te maken, een nobel streven, een aangename tijdsbesteding, niet?

Inmiddels is de dooi ingezet en de kille koudevorst door westerwinden teruggedrongen; in het begin van de avond zag ik nog een volle maan, vanmiddag adelaren, ja, op de pilaren voor de ingang van Artis staan twee aderlaren, al jaren, uniek zo dit keer, met sneeuw op de vleugels terwijl ook de palmen bij de ingang een witte mantel om hadden gedaan.

De tijd, ach ach, mijn lieve tijd, hoe zouden wij haar doden? T' is eerder andersom: voor je het goed en wel in de gaten hebt, heeft de tijd je te pakken, ze slokt je op en voert je mee. De tijd grijpt ons bij de kladden, grijpt ons, en tot slot dood het ons.

Voor elk mens geld dan; het einde van zijn tijd.

Aldus schreef ome Willem.
---