Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 27 december 2012

Het blindlicht.

In alle vroegte, op een tijd dat normale mensen zich nog een keer omdraaien, stond de truck al aan het dok; ik wandelde de loods binnen en zag, dat twee meiden de kar leeg aan het rijden waren, twee mevrouwen, ongeveer een jaar of dertig, met groffe werkkleding aan waardoor van hun vrouwzijn weinig meer te zien was, twee vrouwen, verlaagd tot het doen van ruwe arbeid, maar ja, dat is nu eenmaal de moderne maatschappij.

Het jaar, dat recentelijk nog nieuw was, taant ten einde, tijd dus, voor de jaarcijfers, al zijn ze nog niet allen voorhanden. Wel, dat ik, naast Nederland, in tien andere landen overnachtte en dat er bij de kilometerstand met ruim honderdduizend kilometer opgeteld werd; maandag zullen we weten hoeveel precies.

Rond zes uur vertrok ik weer, de verlaten wegen, de donkere morgen in en onderweg, tussen Villefrance en Macon, steken regelmatig konijnen de N-7 over waarbij ze regelmatig recht op het licht aflopen; ik kan ze door knipperen net ontwijken; onwillekeurig moet ik aan kabinet Rutte 2 denken, maar even weer ik niet waarom.

Koffie in Macon, daar wacht ik de geboorte van de nieuwe dag af, dus rond half negen snor ik verder en besluit bij Chalon de N-6 op te gaan, door de Bourgondische heuvels en gaarden, een weg met verlaten hotels en wegkwijnende tankstations, een soort route 66, al heb ik die weg nooit afgelegd. Onderweg, vooral na Châtillon sur Seine, werd ik door een grimmig noodweer overvallen. Regen, veel regen, opgezweept door een westerstorm, adembenemend en al schuddens voerde ik voort over kletsnat asfalt. Overal drassige gronden, rivieren en beekjes die oeverloos door het water werden voortgestuwd; hier en daar ontstonden enorme watervlakten.

Een tweede stop hield ik bij een enorm winkelcentrum te Châlons en Champagne en toen ik daar na een uurtje weer weg reed viel het duister weer in terwijl ik voortging door guur weer en over ijzingwekkend stille wegen; ik waande mij op een andere planeet: tussen Suippes en Mazargan kwam ik niet één auto tegen. Konijnen trouwens ook niet, maar wel viel het kwartje waarom ik daarbij zo aan Rutte dacht.

In de avond wist ik het Belgische Charleroi nog te bereiken, had zelfs nog tijd over, maar ik vond het zo wel genoeg. Konijnen zien een veelbelovend licht, ze snellen er op af, maar dan... een jager schiet, of ze vinden hun einde door een aanstormend voertuig, en net zoals Rutte en zijn kabinet zijn verblind door de Europese drie procenten, de doodsteek voor een toch al teruglopende economie.

Een jaar, spoedig, ten einde, ten einde raad.

Aldus schreef ome Willem.

---