Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 1 december 2012

De naamgenoot.

De nachten, de steeds langere nachten, als in een droomroes vlieden ze voort terwijl de hemel een steeds fascinerender beeld geeft, zeker in de nacht die was, de nacht van 29 op 30 november toen Jupiter in de stier aan het westelijke firmament zich enkele uren achter de maan verschool en in de vroege morgenuren Saturnus aan de oostelijke hemel zich nieuwsgierig om de hoek kwam melden; nog steeds is Jupiter goed te zien, eerst volgde ze de maan op gepaste afstand, maar inmiddels is ze haar voorbij, voorbij de maan, voorbij de Voerman en de voorbij Stier.
 

Vanuit Vitry le François aanschouwde ik het schouwspel en op weg naar het noorden hield ik het nauwlettend in het oog, totdat het heldere daglicht de nacht wederom opslokte en alleen de maan; de maan gaf nog tot ver na de nacht haar glans prijs over de aarde.
 

Tussen Vouziers en Sedan verscheen een heerlijke zon, overigens met wisselend succes, want steeds meer grijze wolken doemden op en lieten neerslag vallen wat resulteerde in een soms haarscherpe regenboog terwijl na Boolen, (Vlaams voor Bouillon) een stadje genoemd naar ene Godfried en zelfs een jaar lang een zelfstandige republiek geweest, de neerslag in vorm van een flinke sneeuwbui naar beneden kwam.
 
Sneeuw, die deels bleef liggen, bleef liggen als witte poeder in rundveegroene weiden, fijngespikkeld, ook langs de bermranden van de zuidelijke Ardennen, tot aan Marche aan toe, want daarna was het over.
 

Fris bleef het wel en ondanks de wederkerende zon was het gewoon koud toen ik in Seraing (bij Luik) twee laadmeter tweedehands textiel aan het laden was bij een firma die zo ongeveer vijftig ton(!) per week verwerkt door alles met tientallen arbeiders, meest Waalse vrouwen, opnieuw bekijkt en, tot hergebruik en nieuwe mode, uitsorteert.
 

In de middag zou ik nog vier paletten laden bij een firmische naamgenoot, zij het met een geringe afwijking en groot leeftijdsverschil, een soort broederbedrijf dus. Niet bij Hendriks, maar bij Hendrickx, een al oud Belgisch bedrijf, al blijft het een jongere broer: CJ-Hendriks stamt uit 1845, Frans Hendrickx begon honderd en acht jaar later, in 1956 als een oer-Belgische onderneming en net al mijn broodheer, een familieonderneming.
 

Maar niet alleen Belgisch, ook nog op en top Vlaams, louter Vlaams wat zich onder meer uit op de website van deze firma waar men naast het "Vlaams" als andere taal alleen het Engels tegenkomt. Het Waals of Frans ontbreekt, Vlaamser kan het bijna niet.
 

Van vroeger herinner ik mij de altijd Volvo-vrachtwagens, moest altijd een weinig glimlachen om de grappige plaatsnaam waar ze gevestigd was, de naam die op de autodeuren stond: Heultje, Heultje Westerlo: wie woont er nu toch in Heultje!
 

Maar Heultje, de naam geeft door "tje" haar kleinheid reeds prijs, het dorpje bleek te klein voor Frans, want Frans Hendrickx breidde en breidde uit, groter dan Heultje ooit kon zijn en verkaste voor het grootste deel naar het naastgelegen Hulshout, de plaats die nu de deuren siert.
  

Toen ik aankwam had ik het voorrecht in de armen van één van de kopstukken te lopen, Rocco of Stevan, die mij, toen ik vroeg waar ik mij voor de lading moest melden, bereidwillig met zijn auto voor ging naar de juiste loods van het uit vele grote loodsen bestaande bedrijf waar ik alleen vrachtwagens zag met Belgische nummerplaten, iets, dat een transportonderneming tegenwoordig bijzonder maakt, zeker zo'n grote jongen als Frans Hendrickx ( ruim 160 Auto's)

Na het laden vertrok ik richting huis en rond het avondeten, nadat ik mij door het forenzenverkeer tot aan de grens tussen Turnhout en Tilburg had weten te wurmen naar het enige overgebleven etablissement, precies op de streep, het
  "Hendriks"-voertuig (Daf, dat wil ik wel even kwijt!) voor een half uurtje geparkeerd.


En terwijl intussen Jupiter steeds verder op de maan uitloopt en op de Ram afstevent dacht ik onder de koffie met een uitsmijter kaas even met verwondering terug aan mijn Vlaamse bezoek, aan het "naamgenoot"-bedrijf dat tegen alle verdrukking en oneerlijke concurrentie in niet koos voor goedkope Oostblokconstructies met chauffeurs als slaven in loondienst voor habbekratsen per uur, maar standvastig vasthoud aan eigen vakmanschap en kunnen, iets dat zo'n bedrijf bovenmate siert.
 
Je zou bijna gaan denken dat zoiets in de naam zit, of het nu Hendrickx of Hendriks is. Het enige minpuntje is misschien dat ze geen DAF rijden. Tenslotte ben ik ook een chauvinist.
 
Aldus schreef ome Willem.
---
 


---