Het duurde tot voorbij Charleroi voordat het duister van de nacht voor mijn ogen weg trok; vanaf vier uur, toen boven mij stilliggende witgewolkte nachtflarden in een grote V-vorm met de punt van west naar oost lagen en sterk op de kaart van Tsjechië leek met de halve maan als Praag in het midden en meer naar 't zuidwesten Sirius als Plzen, was ik onderweg en Sint Job in 't Goor, Borgerhout en Merksem al voorbij, onder het Antwerpse stadsdeel Hoboken doorgesnord en had via Wilrijk en Boom en langs de nog deinende danszaal Carré van Londerzeel Brussel reeds bereikt, was langs Ukkel, Anderlecht en Drogenbos verder gesneld om als laatste Vlaamstalige naam Sint Wouters Brakel tegen te komen dat dan even verder Wautier Braine heet. Vanuit gene zijde stroopte het reeds, bij Nijvel file richting Bruxelles; ik was alle schuiverij voor geweest.
Ook de Parijse chaos liet ik een slordige honderd kilometer rechts liggen, want onder een dikke wolkenlucht bereikte ik via Rethel en Troyes en over de N 77 de eerstgenoemde stad, Auxerre, dat dus pas gewassen onder de zon te drogen lag.
Hoe anders deze week als de vorige week. De velden groen van het opgroeiende wintergraan, veel bomen die nog met de bladval beginnen moeten, mensen zonder muts en dikke jas en een sfeer om bij weg te dommelen.
Tot twee keer toe gaf ik er aan toe, zette het spul aan de kant en deed een hazenslaapje waardoor ik enorm opkikkerde en er weer tegen kon.
'T is alweer een tijd geleden dat ik deze route reed; Clamency, Nevers en Moulins liet ik nog achter me en morgen wacht in Clermont-Ferrand de eerste klant op mij.
Intussen is het donker, alweer geruime tijd en wat flardenwolken drijven over waardoor ik sterren maar moeilijk thuis kan brengen. Zie ik in het zuiden niet de Orion met de Rigel jacht maken op de Pleiaden?
Even maar, even, de jachthonden, dan verdwijnen ze achter flarden, net als de nog halvere maan.
Aldus schreef ome Willem.
---