Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 31 oktober 2012

De misrekening.

Al vroeg in de morgen zag ze reeds op de bermtaluten; de sneeuwresten die mij daar provocerend aanstaarden en gaanderwijs werden het er almaar meer en tegen de tijd dat ik Konin passeerde was alles om mij heen wit.

Ooit hadden we geen banken nodig. Salaris werd in loonzakjes uitbetaald, ik kan het me nog goed herinneren. Voor mijn één en twintigste had ik niet eens een bankrekening, want voor geld had ik geen bank nodig.

Ook voor, achter en boven mij, 't leek alsof ik in een klaterglazen koepel reed met andere echo's om mij heen. Enkele hongerige kraaien scheerden over eindeloze akkers en op de herfsttooi van bomen lag een hagelwit vroege sneeuwlaag.


En toen, toen begonnen banken een offensief: iedereen moest een rekening, ja, iedereen moest van haar afhankelijk worden. Met de hypotheek, en als dat niet kon, dan toch zeker met een rekeningnummer en, laten we het maar gewoon toegeven: ze zijn in die opzet met glans geslaagd.
Voorbij Koło, toen het daglicht de overhand kreeg, zag je gewoon de kou van de omgeving afstralen en even verder, in Wartkowice, werd het grootste deel van de lading gelost en toen ik daar buiten kwam, voelde ik het ook: 't was naar koud.

Maar 't was niet genoeg, want er moest worden geautomatiseerd. Alles via de kompjoeter, balipersoneel werd, al dan niet met rekeningnummer, massaal afgevoerd en de gebruiker werd tegen betaling een bankpasje met bijbehorende pincode opgedrongen.

Tijdens het lossen brak de zon door de witkoepel heen, meteen nam de kilte af en de sneeuw in de boomtoppen begon te verdwijnen. Rond half tien vertrok ik naar de volgende en laatste klant waar ik voor twee uur zou moeten wezen wilde ik nog kunnen lossen: Maar zou ik het halen?

Maar die opzet, hoewel geslaagd, bleek een misrekening, in zo verre, dat de banken er nu achter komen dat die verregaande automatisering zoveel geld en energie kost dat het beter, lees, goedkoper, was al het bankpersoneel te houden.

Via Poddębice karde ik naar Sieradz en kwam daarbij langs de oever van Jez Jeziorsko, een langwerpig meer in de Warta, reed weer door prachtige bossen die nog mooier werden door een steeds weldadiger zon die de temperatuur verhoogde. Witte berken met bebruind blad, kale populieren met grote bollen Mistletoe, rode eiken en alles op een ondergrond van witte sneeuw, alsof alles door een talentvol kind op wit tekenpapier werd gekleurd.


Het is bekend dat met het geld, afhandig gemaakt van het Oude Volk, alles werd betaald. Immers, op de rijksbegroting van de nazi's is geen bedrag terug te vinden die de holocaust financieel moest dekken. De kampen, de -trein-reizen, waaronder de terugreis van de lege trein, de hele vernietiging werd gefinancierd met gejat poen, maar 't bleek een misrekening.

Via Wielun, het stadje dat bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog zo verraderlijk door de nazi's werd gebombardeerd (en een veelvoud van slachtoffers eisde als het bombardement, later, op Rotterdam) toog ik naar Kluczbork en daar had ik nog anderhalf uur over.


Bij het inrijden van Opole had ik nog een uur over, maar nu moest ik nog wel op weg 423, richting Chorula, zien te komen, en dat betekende, halfdwars door de stad; langzaam tikten de minuten weg en vlak voor de genoemde weg werd ik, tot overmaat, ook nog eens opgehouden door een neergedaalde spoorwegslagboom die een goederentrein lag op te wachten.

Een misrekening, in zo verre, dat er de oorlog mee verloren ding, want hoewel alles financieel "gedekt" was; voor de organisatie moest men wel heel veel volk inzetten dat in werkelijke zin onttrokken werd aan het leger. En aan soldaten, die je niet inzet in het leger, heb je niets.
Het is een gruwelijke balans dat men de oorlog juist daardoor verloor.

Net na twee uur, toch net niet gered, maar met verdrietig kijken werd de handel toch nog uit de kar gehaald zodat ik vast een eind opweg kon naar mijn eerste teruglaadadres. Ik reed weer terug, reed rond Opole en daarna de "94" op, drie uur en de avond viel al een beetje. Bovendien werd de lucht steeds grijzer, zodat de schemer weer erg rap ging en over alweer een adembenemend mooie weg kwam ik langs Brzeg en Oława, een oud vestingsstadje en waar ik de Odra overstak en nog verder reed tot Jelcz-Laskowice waar ik een aangename en rustige parkeerplek vond. Vijf uur, en al helemaal duister.


Het is vaak een kunst om datgene te lezen wat er niet staat.

Aldus schreef ome Willem.
---