Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 6 september 2012

Toeristloos

Onder een kleurloze hemel vertrok ik weer, kleurloos, omdat het, naast donker, ook bewolkt bleek te zijn, want geen hemellicht was zichtbaar; de eerste grote stad waar ik langs kwam was Tábor en op weg naar Soběslav begon het langzaam te dagen zodat ik meer en meer van de omgeving zag.

Ook het verkeer kwam op gang, allengs werd het ook drukker, totdat ik afsloeg, de 23 op naar Jindřichuv Hradec; opeens was het weer doodstil, een weg met nauwelijks verkeer en tot aan Brno nog hele stukken op oude breedte, soms zelfs nog smaller.

Oude breedte, doorgaande wegen waren in de meeste landen 20 tot 50 centimeter smaller dan dat doorgaande wegen nu zijn, vooral in Frankrijk viel dat op: je wende er aan, maar vrachtvoertuigen scheerden pal langs elkaar heen, tussen de spiegels zat nauwelijks dertig centimeter en die tijd staat mij nog helder voor ogen. Inmiddels zijn de meeste trajecten aangepast, ook hier in Tsjechië, maar nog niet het traject naar Brno.

Een prachtig traject overigens, door oude steden als Telč en Třebíč, Náměšť nad Oslavou en Rosice door een golvend landschap waarbij de reiziger van Bohemen in Moravië belandt, de preciese grens weet ik niet en in Slavkov u Brna was er tijd voor een korte pauze.

Jawel, weer datzelfde Slavkov, Austerlitz, ik nam een kijkje in het oude stadje, van de slag er om was niets meer te merken, in tegendeel, er ging een vredige rust van uit.

Trouwens, wie beseft wat zich in deze streken heeft afgespeeld en nu, onder een een doorbrekende zomerzon de vredige rust ervaart, kan zich nauwelijks voorstellen dat er een tijd is geweest dat men elkaar zich hier naar het leven stond.

Inmiddels werd het zonnig, prachtig nazomerweer en in een melancholische stemming snorde ik een laatste bergkam over op weg naar het losadres en in een luttel uur was ik weer in Otrokovice, en weer in een half uurtje stond ik daar leeg op straat; het was nog vroeg en via Přerov kwam ik aan on Olomouc (spreek uit; Olomoetz, de "c" spreekt men in Tsjechië uit als tz), langs de ring vond ik een parkeerplaats en tijd voor een bliksembezoek.

Olomouc ligt in de moravische vlakte terwijl op afstand aan de noord en oostkant zich de bergen van de Oderské Vrchy aftekenen wat de stad een bijzondere uitstraling geeft, het centrum staat vol met oud moois, een enorm groot plein geplaveid met enorme keiën, dat moet toch een werk geweest zijn het zo te bestraten: ik werd al moe bij de gedachte slechts enkelen te moeten leggen.

Van en naar het centrum maakte ik gebruik van een prachtig aangelegd park, vol met bijzonder mooie bomen, een soort Amsterdams Vondelpark, maar dan wel iets anders, maar ook met veel fietsverkeer, trouwens, de fiets is hier aardig in opmars.

Na een dik uur vertrok ik weer, via Moholnice over een Moravische bergketen naar Moravská Třebová, langzamerhand kwam ik weer terug in de Bohemen en in het stroomgebied van de Elbe die in het noordelijker gelegen Reuzengebergte ontspringt.

Via Litomyšl en Vysoké Mýto belandde ik in Hradec Králové, (spreek uit: Gradetz Kralòvee, de h is hier een g) dat, overgezet, koninginnenkasteel betekend, een oude stad, ook weer in een vlakte en waar de Orlice in de Labe stroomt, de Labe ja, de Elbe dus: aldaar bracht ik de nacht, die nu bijna ten einde is, door. In de avonduren had ik tijd om ook hier wat rond te neuzen, het oude gedeelte ligt op een geringe hoogte, ook hier weer een groot plein, ik knipte lustig foto's, kwam onder de indruk van de sfeer, van de smaakvol aangelegde plantsoenen, langs de Labe stonden schitterende oude eiken, zo reus, die moesten wel van voor de oorlog zijn, ik kwam langs de plek waar de Olice in de Labe verdwijnt.

Opeens hoorde ik bekende klanken, ze galmden over de rivier en zocht vanwaar ze kwamen, het was één van de laatste symfonieën van Mozart, 36 naar ik meende; in de verte voer een scheepje, het deed bijna venetiaans aan en het had muzikanten aan boord die er lustig op los speelden terwijl het ligt plaats maakte voor de avondschemer; natuurlijk bleef ik staan totdat het was uitgespeeld, daarna keerde ik terug naar het bejaarde Dafje.

Een bijzonder sfeer, deze nazomer, Slavkoc, Olomouc en Hradec Králové bezoeken op één dag is niet iedereen gegeven, het viel me op.
Het viel me op dat ik klaarblijkelijk de enige was, de enige Nederlander, meer nog, in geen van de drie steden nam ik een "buitenlands" kenteken waar. Ze bleken totaal toeristenloos.

Aldus schreef ome Willem.
---