Een schil, meer was ze niet, afnemend, vannacht zal ze nog geringer schijnen als de wolken het toelaten; toen ik vertrok wel, helder, samen met vele sterren en aan beide zijden hoge bergen, bij Martigny links de hoek om, de Valais in waar echter wolken werden opgestuwd waardoor de kleine maan, mede door het dagen, geheel uit zicht verdween.
Geld is opgeslagen arbeid en wordt ongelijk verdeeld, zeker als met het afzet tegen de gedane inspanning terwijl het daardoor een bron van ergernis kan worden, wordt eigenlijk, altijd maar weer, we lijden maar al te snel aan geldziekte.
Het was rond de zevenhonderd en duizend kilometer dat het helemaal mis met hem ging en een wekelijkse gang naar zijn recuperatieoord moest worden gemaakt; het scheelde niet veel, of ik had hem verstoten, maar dat is gelukkig verleden tijd: echte Dafdoktoren zorgden ervoor dat de truck weer zo ging rijden waardoor ik weer met hem door één tunnel kon, twee en meerdere passen nam , we begonnen met een schone lei.
En hoe! Vandaag lagen twee trajecten buitencategorie in het verschiet, vanmorgen de eerste, na Visp en Brig snorde het Dafje probleemloos met de zware vracht de Simplon op, de Simplon waar al ruim honder jaar een enorme adelaar argwanend in de gaten houdt wie daar toch naar boven komt kruipen.
Met noeste arbeid wordt geld gespaard, gespaard, vaak voor later, en met hard werken wordt de arbeid omgezet in kapitaal, vergaard kapitaal; na de Tweede Wereldoorlog deed ons totaal leeggeroofde land zijn uiterste best en door spaarzin en soberheid vergaarde men, héél veel, meer dan de buren.
Nog in de morgen kwam ik door het enige duitssprekende deel ten zuiden van de Zwitserse Alpen, de dorpjes Simplon en Gondo, aldaar reed ik Italië binnen en al spoedig zag ik links van mij Dommodossola liggen; ik spoedde mij verder. De wolken waren inmiddels tegen en om de bergtoppen blijven hangen terwijl in de dalen de zon intens de omgeving verwarmde.
En toen vonden we het in Groningen, aardgas, héél veel aardgas en dat betekende, naast al het gespaarde, ook weer geld; wederom met noeste arbeid werd het gas naar boven gepompt, het was lekker goedkoop, maar: de particulier moest er, naar verhouding, fiks voor betalen. In tegenstelling tot de export, want omdat er inmiddels een begin was van een "Europese Unie", toen nog bekend onder de E.E.G., moest men uit solidairiteit de opbrengst verdelen: het werd verpatst voor een habbekrats, net boven de kostprijs, voornamelijk naar frankrijk en Italië, de twee "armste" regio's van de zes.
Even boven Milaan, in Monza was mijn eerste losadres. Monza, waar een prachtige "duomo" staat en waar men de kroon van Constantijn de Grote wordt bewaard en waarvan men zegt dat daar een ijzeren spijker waarmee Christus werd gekruisigd in verwerkt werd, de stad ook van het "circuit", van de non van, maar ook de stad waar men voorheen naar de douane ging, de douane in Concorezzo, vele tientallen keren maakte ik hier "vrij".
("Vrij" maken betekent: buitenlandse goederen administratief binnenlands maken)
Indirect, mede met die aardgasbaten kon Italië zijn snelwegen bouwen, frankrijk zijn "route nationals" en later ook de autoroute: het relatief te vele vloeide vanuit Nederland naar elders terwijl, rond de jaren zeventig, de hoogconjunctuur in ons land zijn duizenden versloeg.
Na Monza wachtte een volgende klant op mij en het was maar de vraag of ik die binnen de wettelijke rijtijd wel zou halen; een adres in het nogal on-italiaans klinkende Cles, dus reed ik vanaf Bergamo het Camonicadal in om via Lòvere naar het noordoosten te karren, steeds langs en over de Oglio, tussen enorme hoge bergen door, op weg naar Edolo.
De "unie" werd groter, zeker in de jaren negentig, en, zoals altijd, waar een pot met -spaar-geld staat, vindt je kapers op de kust en Nederland had die pot. Aan kapers geen gebrek, er verdween, er verdween enorm veel poen in de Europese afgrond, zoveel, dat het ten koste ging van onze zorg, infrastructuur, onderwijs en nog meer maarschappelijk nuttige zaken; we verarmden, zienderogen en de burger moest steeds meer bijlappen.
Na Edolo begon het goed te stijgen en onder het opsnuiven van heerlijke nazomergeuren scheurde het vitale Dafje naar boven, langs de oprit naar de Mortirolo, bekend van de Giro, en langs Ponte di Legno waar eveneens de toegang is tot een moordende Alpenpas, de ruim 2600 meter hoge Passo di Gavia en vandaar de stevige klim naar de oude grens tussen Italië en het voormalige Oostenrijk-Hongarijë, naar de Passo del Tonale.
En toen werden we, nu tien jaar geleden, ook nog eens extra geflest toen tegen een véél te lage koers de gulden voor de euro werd ingewisseld en waardoor de Nederlander in één dag voor miljarden werd bestolen, bestolen onder het mom van "solidariteit".
Vanaf de passo naar beneden, eerst langzaam op de motorrem, steeds lager en lager, langs en door prachtige dorpjes voorzien van veel bloeiende bloemen, vaak in rode en rose kleuren, soms met geel: boven in de hoge luchten werd het steeds beklemmender, de nevels kregen de heldere lucht meer en meer in hun greep, er is vermoedelijk zwaar weer op til: aan het einde van de dag bereikte ik de bestemming, Cles, de plaats waar ik de nacht door breng.
Opgeslagen arbeid ontbrand niet makkelijk, daarvoor is een bepaalde hoeveelheid armoede voor nodig: poen lekt weg, steeds meer en meer, vooral uit ons land en "Europa" eist sinds kort ook onze pensioenpot op en op een zeker moment blijkt er zoveel poen te zijn weggelekt dat door armoede de zaak explodeert waardoor de hele arbeidsopslag verloren gaat.
Maar zover is het nog niet. Nóg niet.
Aldus schreef ome Willem.
---