Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 28 september 2012

De colleges.

De dagen verglijden in rap tempo, en ze korten snel, te snel, zo snel dat ik er soms wat somber van wordt. Maar misschien is somber wel niet het juist woord, het overvalt mij, telkens weer opnieuw als ik buiten kom, zo ook dinsdag toen de oude professor naast mij plaatsnam en onder het vallen van de eerste bladeren weer oude anekdoten klaar had, verhalen van voor mijn tijd waar ik aandachtig naar luisterde terwijl mijn voertuig geladen was met een slordige honderd en vijftig jaar schaakervaring.

Zelf was ik net-an drie, onbegrijpelijk, maar het staat mij nog bij als een dag van afgelopen week, de herinnering van wat wellicht mijn eerste les, mijn eerste "college", was, de dag ik het van Pake leerde.

Pake ja, en ik ben er van overtuigd dat pakes dat veel vaker deden dan opa's; pakes konden goed en kordaat het spel uitleggen, zeker aan driejarigen en natuurlijk ben ik hem daar nog steeds dankbaar voor.

Mijn opa, tja, die had andere kwaliteiten, maar schaken: ho maar.

Wanneer de honderd en éénjarige leerde schaken heb ik eigenlijk nooit gevraagd, maar wel vroeg, zeker voor zijn vijftiende en met bovenstaande gegevens is het mogelijk bij benadering mij leeftijd vast te stellen, maar dat even terzijde.

De omgeving van het Roelof Hartplein was gevuld met herfstgeuren, auto's ruik je nauwelijks meer, we vonden een parkeerplek op de Johannes M(einardus) Coenenstraat –straat vernoemd naar een Haagse dirigent- en we stapten uit. "Kijk" zei de professor "hier heb ik nog op school gezeten, die was toen net nieuw", wijzend op wat grotere deuren temidden van de huizenrij, "en daar, aan de overkant, was weiland, er graasden nog koeien" en terwijl we verder liepen ging hij verder, draaide zich even traag om en knikte, steunend op zijn rollator, die hij altijd opgewekt "mijn Rolls Royce" noemt, in de richting van de Beethovenstraat "Daar, bij die brug, waar nu de Reinier Vinkeleskade is, was een standje en water waar ik nog veel in gezwommen heb, het was net Zandvoord en op warme dagen erg druk, aan de overzijde was geen huis te zien" .

Zwijgend liepen we verder terwijl ik onder de indruk was: voor hem vergelden de jaren, wie de stad kent, weet dat die open weiden van weleer nu aan de binnenstad grenzen; ik kon me nauwelijks voorstellen wat de professor in gedachten helder voor zich zag.

De professor speelde remise, mijn avond verliep desastreus; reeds op de elfde zet stortte na een onnauwkeurige tiende zet mijn stelling in, nog even speelde ik wanhopig door, maar toen hield het op en alweer laat bracht ik mijn oudste vriend naar huis, hij vertelde over een vlak na de oorlogs jaar toen hij vanwege een overheidsopdracht net na de capitulatie naar Hamburg vertrok. "Op de scholen" zo vertelde hij "was er nog niets veranderd. Alle geschiedenisboeken waren natuurlijk nog van voor de oorlog, van de eerste tot de laatste bladzijde vol met Nazieverheerlijking en antisemitisme en er werd nog steeds op oude voet les uit gegeven; men had immers geen ander lesmateriaal" en vol verbijstering hoorde ik hem aan "en ook de gymnastieklessen waren op nazi-leest geschoeid", ging hij voort en terwijl hij vertelde vroeg ik mij af of zulke vreemde zaken wel bekend waren, want terwijl ik mijn eigen oren niet geloofde, klonk het anderzijds ook logisch! "Toen ik terugkwam en verslag moest uitbrengen, heb ik geadviseerd om de vakken geschiedenis en gymnastiek per onmiddellijk te verbieden" klonk het door de auto en ik hoorde ze nauwelijks meer; ik "vergat" zelfs te vragen of dat advies destijds ook was opgevolgd, we waren inmiddels bij de voordeur van zijn woning beland.

 Niet lang daarna reed ik, met een vers college geschiedenis van de professor op zak, zelf naar huis.

Aldus schreef ome Willem.

---