Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zondag 26 augustus 2012

De ogenblik.

Het zat er snel in, daar in Schkopau, net onder Halle, waarna ik de weg naar huis nam: onderwijl had ik intensief nagedacht over het zien, het waarnemen en kijken: hoeveel blikken ontvangen wij dagelijks?

Van Halle an der Saale naar Nederland is betrekkelijk saai, vooral het traject Kassel-Dortmund, afzien dus, twee uur, maar daarna is het niet lang meer naar huis; tenminste: zonder pech of ander ongerief.

Elke blik die we ontvingen, ligt achter ons, is voorbij, de voorbije blik, het is direct slechts herinnering: we leven in ogenblikjes achtereen, niet zodra ontvingen wij, of de blik is reeds voorbij, in feite bestaat zij in de werkelijkheid niet meer.

Niet ver voor Oberhaussen; zit ik weer eens even op de snelweg, en ja hoor: een file, en wat voor één: drie rijen dik, voetje voor voetje, uiteindelijk een uur lang volledige stilstand en geen ogenblik meer verder.

Van de ogenblikken die nog komen ontvingen wij nog niets, geen enkele blik wordt ons gegund, hooguit fantaseren wij daarover, maar bijkans altijd vergaat het ons anders dan wij dachten, anders dan wij wensten vaak, geen enkel gedacht moment komt overeen indien het ogenblik daar is, Mozart vertolkte dit alles zo prachtig in De Toverfluit.

Nadat de file voorbij was, duurde het niet lang meer of ik kwam in Nederland aan. De vracht was voor Gouda bestemd, de klant bleek niet ver van het centrum onderaan een dijk te zitten: achteruit met veertig ton de dijkhelling af; dat is altijd wel spannend, het brave oude Dafje steunde en kraakte enigszins.

Wie de ouverture van De Zauberflöte van Mozart kent, zal het herkennen, de snelle noten achtereen, het is het leven in de tijd, het leven in kleine ogenblikjes achtereen, het ene ogenblik komt, en meteen verdwijnt het en wordt vervangen door een nieuw ogenblik.

De rest van de werkweek verliep soepeltjes, laden in de Moerdijk, lossen en laden in Amsterdam, in de avonduren weer thuis, gereed voor de komende week.

Midden tussen al die ogenblikjes achtereen hoor je het opeens, verrassend, Mozart wist het prachtig uit te drukken, drie keer, de drie klaroenstoten der eeuwigheid temidden van de onstuimig voortrazende ogenblikken.

Maar daarna gaat met een onverminderd allegro de tijd weer verder, ook Mozart wist het: voorlopig is de enige werkelijkheid die wij kennen datgene wat we in een oogwenk ontvangen, de blik dat we in één secondeonderdeel ontvangen, de ogenblik. De rest is direct geschiedenis, gestorven in het voorbij. Wat overblijft is herinnering van slechts hier een daar een ogenblik, de niet geherinnerde ogenblikken verdwijnen in een eeuwig niets, worden ongekende ogenblikken, niemand weet ze meer, men kent en vindt die ogenblik niet meer.

Aldus schreef ome Willem.
---