Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 7 maart 2012

De maskarade.

Onderweg, tijdens een korte pauze, zag ik ze spelen, kinderen, jonge kinderen, vier, vijf jaar misschien, als open boeken, hoewel: zelfs bij hen begin je soms de eerste contouren te zien.

Nog steeds fris was het, maar de zon brak al snel door, zij het een bleek zonnetje, toen ik van Sanepolcro naar Umbertide reed en aldaar af sloeg om over een prachtig slingerende bergweg via Gubbio naar mijn eerste klant, in Fossato di Vico te karren en juist bij openingstijd, om acht uur, stond ik daar voor de deur, mooier kon eigenlijk niet.

Tijdens het opgroeien weeft de mens zijn masker, zijn masker om niet te worden herkent en als materiaal wordt meer kwaad dan goed gebruikt, totdat vrijwel niemand meer ziet wat er achter het masker schuil gaat en zo leeft de moderne mens, vermomd, als een onbekende voor de ander.

Na een half uurtje was de handel er uit, en meteen torde ik door, langs Gualdo Tadino via Foligno en Spoleto naar Terni, nog steeds niet onverdienstelijk zonnig, maar aan de einder ontwaarde ik de eerste wolkenpartijën hoewel die nog wel erg ver weg leken. Vooral links van mij werd ik immer vergezeld door besneeuwde Apenijnen, een bijzonder schouwspel, bergen, verhult onder een sneeuwlaag.

Onbekend, met een masker in de wereld, maakt, dat iedereen voor iedereen een onbekende blijft, men denkt elkaar goed te kennen, maar het kennen van de ander betreft alleen zijn masker. Het masker kent het masker, meer niet, dus men kent hetgeen niet is, want het masker is wat niet is. Hoogstens een graag willen worden, maar vaak ook dat niet eens.

Vanuit Terni volgde ik de weg naar Rieti, meteen eerst een enorme klim de bergen weer in om daarna te komen in een liefelijke vallei, een vallei waar het een beetje voorjaar was, bloeiende mimosa, witte prunusbomen en zowaar de eerste bladspruiten bij wat loofbomen, ik meen linden. Hier, ja hier was het voorjaar begonnen, maar even verder niet meer.

Soms, ja soms, worden mensen ontmaskerd, de ware aard wordt blootgelegd, een boosdoener, moordenaar, verkrachter, een overvaller en ze worden meteen en masse door de massa veroordeeld, "vermoord" en uitgekotst, de Jorams van de Sloots, de "pedo"-paters en andere geontmaskerden, maar...

Net op tijd zag ik het, de weg van Rieti naar Avezzano, want ik zou eerst via L' Aquila gaan, maar de weg via Fiamignano leek sneller en beter, dwars over, weer, een prachtige bergrug, met steeds meer sneeuw om mij heen, iets, dat hier niet erg gebruikelijk is. Bovendien werd het steeds kouder, nauwelijks vijf graden, ook al tamelijk ongebruikelijk hier, in Lazio, maar de zon brak toch weer wat meer door.

Eigenlijk wel erg aanmatigend, dat veroordelen van mensen wiens masker werd afgerukt, want wie eerlijk is tegenover zichzelf weet welk kwaad er achter zijn eigen masker schuil gaat, maar wij wanen ons veilig achter ons eigen geweven en gekoesterd masker dat niet werd afgerukt.

Vanaf Valle del Salto nam ik even een klein stukje snelweg, tot aan Sulmona, maar daar begon ik hem toch wel een beetje te knijpen, want de weg vandaar naar het zuiden voert over een paar toppen van 1100 meter, het was koud en boven de bergen hingen dikke zwartgrijze wolken. Zou ik dan hier, in Abruzzo, door sneeuwval worden gehinderd? Dat kon toch niet waar zijn!

Nee, misschien niet, uw masker verbergt wellicht niet zulk een groot kwaad, maar niettemin, desalniettemin, het masker is er en dat zou een reden moeten zijn de ver- en oordelen in ieder geval te matigen en wellicht te beperken tot het kwaad zelf. Niet de mens, maar afstand te nemen van de euveldaden van die mens.

De weg van Sulmona naar Isernia voert al snel naar grote hoogten, na enkele tientallen kilometers reed ik over de Altopasso di Cinquemiglia en tot Roccoraso tussen enorme sneeuwvelden door, witte velden die pas na Forli del Sannio, waar de weg kilometers lang daalt, zijn verdwenen. Nog voor drieën kwam ik aan in Isernia en sloeg af richting Campobasso en de streek waar ik door reed is het domein van de mafia, maar ook die lui gaan schuil achter maskers, want van de vele mensen die ik hier zag, herkende ik als zodanig niet één als mafiosi.

Trouwens, de hele streek, het hele land hier staat bol van geschiedenis en historie, van oorlogen en veldslagen, zoals de laatste veldslag van Pyrrhus die rond Benevento plaats vond en waarvan hijzelf zij dat, indien ook deze slag werd gewonnen, hij verloren had en sindsdien gaat een onevenredig lange strijd die, ten koste van een te veel, gewonnen wordt door als een Pyrrhusoverwinning.

Een kaarsrecht lang stuk weg voert naar de stad met de naam Benevento dat "mooie wind" betekend, maar vanmiddag waait er een bijna snijdende, uit de bergen afkomstige, koude ijswind, dus zo bene is het vandaag niet. Onderweg denk ik na over de maskarade, en over kinderen die ik zag en die -nog- geen masker droegen, nog geen in het verborgene een masker hadden geweven.

Worden als een kind, het masker af, het lijkt een onmenselijk zware opdracht.

Aldus schreef ome Willem.

---