Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 17 november 2011

Slaven.

De dagen glijden ras voorbij en de tijd glipt als zand en liefde door de vingers, want de derde donderdag van november, dié donderdag dat de eerste Beaujelais Nouveau, in Nederland héél fout Beaujelais Primeur geheten, weer gedronken mag worden, is aangebroken.

Afgelopen zaterdag was ik bij een bijeenkomst van vrachtrijders waar diverse problemen die ons beroep teisteren, onder de loupe werden genomen en met 1500 voornamelijk dikbuiken stemden we in met een aktie, een aktie waarover al snel Tweede Kamer-vragen werden gesteld.

Immers: de moderne slavernij grijpt als een weerwolf om zich heen, zoekende bij wie hij het loon verlagen kan, want men wil hetzelfde werk, of liefst nog meer werk voor minder loon laten verrichten, maar wie dan toch is die men?

Marie, zo heet zij, allerminst zomaar een men, maar de weduwe van Marcel, de vrouw die de Beaujelais nog op originele wijze laat rijpen, zo ongeveer de enige Beaujelais Nouveau die nog drinkbaar is. Het is die wijn die we vandaag zullen drinken, en ik, als outsider, al reeds eerder, bij Marie, heb mogen proeven in de geriefelijk kelder van het Chateau, Chateau Cambon.

Nog steeds blijven de Eurologen geloven in sprookjes en proberen met one-liners de goedgelovige Europese burger mak te houden en bang te maken door de onzin te beweren dat terugkeer, de terugkeer van de boze Euroweg, waarmee wij allen in het (eur)ootje zijn genomen, ons erg veel gaat kosten, maar dat zijn alleen die mensen die van de euro tot religie hebben verheven, die mensen die zelf over de ruggen van de werkende Europeaan er veel geld aan verdienen en hebben verdiend.

Een nieuwe onderklasse wordt gecreëerd: we zien ze opdoemen op de nieuwe Maasvlakte, in Noord-Groningen, langs de Amsterdamse Noord-Zuidlijn en langs de Europese snelwegen.
Mensen, bejegend nog minder als beesten, geen geld voor een douche, of eten, en weken van huis, uitgebuit.

Het mist vandaag en ook is het fris en inmiddels ben ik onderweg, onderweg naar het noorden, Friesland, nu eens met de kleinste vrachtwagen, privé, een acadiana van het fameuze merk Citroën, een naam die jaren geleden een tijd lang de Eifeltoren van Parijs versierde, de naam die zijn oorsprong vindt in het oude Amsterdam, van de Joodse fruithandelaar Mozes Limoenman die de bijnaam Mozes Citroen kreeg en die naam overdroeg aan zijn zoon André. In of rond 1800 ging André in Parijs wonen waar hij een tandwielenfabriek had en waar de uitvinding van de v-vormige tand werd gedaan, nog steeds het embleem van de latere auto Citroën. (De trema op de e is er op zeker moment een beetje opgeslopen).

Achterin de laadbak een paar dozen met wijn, beaujelais Nouveau die met dit grijze weer lekker op temperatuur blijft. Door de grijze mist rijden we langs lege parkeerplaatsen die bij het vallen van de avond, als wij een fles Beaujelais van Marie legen, gevuld worden met mijn collega's uit het voormalige oostblok waar zij in de vrieskoude op het naar urine meurende asfalt met een afgekeurde primusbrander hun soms wekenoude voedsel opwarmen terwijl ze hun handen voor de mond warm blazen.

Het Europa van de euro blijkt opeens surrealistische trekken te hebben, een schilderij, een mengeling van Carel Willink en Salvador Dali.

Hoe lang nog moet dit land nog gebukt gaan onder de euro?

Hoelang de Slaven onder slaverij?

Ik verlang naar een glas wijn van Marie. Das toch niet zo gek? Toch?

Aldus schreef ome Willem.

---