Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 27 juli 2011

Echte fransen.

Ja, ja, natuurlijk. Er zijn zo hier en daar nog goede fransen. Echte fransen, maar dat zijn er maar zo weinig, dat je daar eigenlijk een reservaat voor zou moeten aanleggen.

Vandaag kwam ik daar weer op onaangename wijze achter: de nieuwe fransen verzieken alles wat frans is en opeens ooit frans was.

Nadat ik Sete er al vroeg uit had, snorde ik via de kust, die als een dijk tussen het Etang en de zee ligt, naar Beziers, vroeger een lange, rechte weg, zonder poespas, paaltjes, randjes, hekjes of wat dan ook, en je kon er gewoon je truck parkeren langs het strand en een duik nemen, (ooit eens gedaan in een zwoele januari-avond rond tien uur) maar nee hoor, de boel werd weer eens grondig verpest.

Overal veel te nette parkeerplekken voor de personenauto's, een aparte plek voor campers, langs de verlegde weg afgrijselijk lelijke betonnen randen, óók in het midden en de jus is er helemaal af.

En natuurlijk nergens meer een plekje om een truck neer te zetten. Trouwens, die plekken waar we nog met de truck dicht bij zee konden komen, zijn inmiddels zowat overal verdwenen. De voorheense gastvrijheid der fransen ten opzichte van de routiers is omgeslagen in rechtstreekse discriminatie: in dorpjes en stadjes, bij supermarkten, ja, overal waar het leuk is worden we geweerd alsof we melaatsen zijn zodat we alleen nog vanuit grote hoogte of grote afstand alleen nog zo hier en daar naar de zee kunnen kijken.

Fransen hebben de curieuze eigenschap alles te vernielen waar ze ooit goed in waren.

Neem nu de franse wijn: ooit een mooi natuurproduckt, maar doordat alles veel moest worden en daardoor machinaal werd, werd de wijn vermoord, figuurlijk, maar ook letterlijk.

De druivensap, stevig verontreinigd door torretjes, rotte druiven en al wat meer, wordt eerst gezwaveld, zodat alle ongerief dood gaat. Daarna gefilterd, "geklaard", waarna met chemische monogist het gistingsproces op gang wordt gebracht, want de echte wijngaardgist is allang de moord gestikt.

En dat noemen ze hier wijn, maar het heeft er niet veel meer mee te maken.

Nadat ik Beziers had gelost, reed ik achtereenvolgens naar drie adressen, drie wijnboeren die eigenlijk in aanmerking komen om geplaatst te worden in het hiervoren genoemde reservaat, want vandaag kwam ik weer even in aanraking met het soort fransen dat geen woord frans van het engels kennen, met boeren die nog wijn maken zoals het hoort. Die nog wijn maken... Echte wijn.

Eerst eentje in Puizols, even boven Pezenas, en daarna op een adres dat ik al eerder omschreef, Domaine Belle Mar waar ze een magnifieke Pic-poul brouwen, en later nog in Mas Thibert, langs de Rhône, waar ook een klasse-vinoloog zit die de druiven met de hand plukt, de rotte rommel er uit haalt, daarom niet hoeft te filteren en nauwelijks sulfiet gebruikt, terwijl alles gist met de natuurlijke wijngaardgist.

Vanaf Arles reed ik over Beaucare naar Remoulins en vandaar weer terug naar Montelimar. Onderweg hapte ik wat weg bij, alweer, een ouderwetse fransman, rijp voor het reservaat. Een fransman, die frans eten had en op een steenworp afstand van zo'n restaurant zonder kok zat. Ze zijn er dus toch nog, en na ik later vernam, óók in Sete, in de voorhaven,
Restaurant les deux demoiselles, eigenaar César, en 't moet zo ongeveer de leukste eetschuur van Frankrijk zijn. Jammer dat ik die niet ontdekte, maar het blijkt wel weer: als je goed zoekt, kom je in Frankrijk echt nog heuse fransen tegen.

Inmiddels ben ik Lyon voorbij en even daar boven breng ik de nacht door. Morgen nog meer bezoek aan inwoners van dit land, en ik laat u dan wel weer weten hoe frans die waren, maar voor nu even pas op de plaats.

En daar is nu even geen woord frans bij.

Aldus schreef ome Willem.
---