Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 30 juni 2011

Ongelijk.

Het was aardig afgekoeld, vanmorgen, nog maar net 19 graden, en nadat ik voor de uit- en inwendige mens had gezorgd in de tegenoverliggende smikkelschuur, waar een (g)rijzige meneer met een krullenkop en ringbaard, de armen vol met tatoo's, de koffie schonk, met het voertuig naar het enkele honderden meters gelegen laadadres gegaan.

Het voertuig zette ik bij de fabriek aan de kant en gaf aan de dienstdoenden te kennen dat ik was gearriveerd, pakte een boek en verdiepte me in de aldaar geschreven beschouwingen terwijl ik beide ramen open liet. Trouwens, ik stond best aardig, in de schaduw van het hoge gebouw, dus op een lommerrijke plaats en wachtte af wanneer het laadfeest zou gaan beginnen.

Het begon, eerst onopgemerkt, maar eigenlijk steeds opvallender, te waaien en in plaats dat het warmer werd, liep de temperatuur helemaal niet op en ook de eerste wolken zag ik voorbijschuiven.

Na een poosje werd ik slaperig van het lezen, dus pakte ik mijn kussen, lei die op het stuur en daarop weer mijn moede hoofd en dommelde in. Na een kwartier of half uur, ik weet het niet precies, werd ik weer wakker en bleek de hele zaak weer gerieset te zijn.

Na verloop van tijd werd het grimmiger, want afgunstige wolken schoven voor de zon, alsof ik er niet meer van genieten mocht. Ik stapte uit de stuurhut en keek naar het westen, daar, waar het wolkenweer vandaan kwam, en ik zag dat er een honderd meter brede donkerte aan kwam drijven, honderd meter breed, en lang, tot voorbij de horizon, alsof iemand tegen de hemel een lange zwarte loper aan het uitrollen was om zo het boze weer te ontvangen.

Inmiddels was het over eenen en er werden nog geen laadaanstalten gemaakt. Trouwens, even tussendoor, die aanstalten bleven uit, tot na vieren, want de handel was nog lang niet klaar. Toen bekend werd dat het vandaag er niet meer van zou komen, ben ik, in overleg met het thuisfront, maar vertrokken richting Nederland.

Een tijdlang reed ik onder de zwarte loper door, tot Chomutov, alwaar ik rechts af sloeg, het Ertsgebergte in om over Sebastian naar Chemnitz, dat van 1953 tot 1990 Karl Marx Stadt heette, te reizen. Onderwijl probeer ik te begrijpen wat ik zie, mij in te leven wat ik aanschouw, de enorme vergezichten, de gouden korenvelden, de diversiteit van de wolkenmassa's, niet één wolk is gelijk aan de ander, geen vergezicht is gelijk, geen boom, niets.

De weg naar boven blijkt totaal vernieuwd en in mijn spiegels zie ik in de diepte voor mijn gevoel zowat heel Tsjechië liggen en denk, kon ook ik maar zeggen: "Ma Vlast" waarbij ik de tonen van Bedrich Smetana "hoor" zonder de muziek bij de hand te hebben.

Nee, ik weet het zeker, alles is ongelijk, niets is hetzelfde, geen dag, geen uur, al beweert de moderne wetenschap anders, maar ja, wetenschap, moderne wetenschap, een wetenschap die zichzelf bedriegt en dat heeft niets met de dagelijkse werkelijkheid, echte werkelijkheid, te maken.

Onze kennis en de voorstellingen van de wetenschap zijn namelijk niet afgeleid uit de werkelijkheid zelf, maar zijn een denkbeeldige wereld, die de echte werkelijkheid verbloemd en die denkbeeldige wereld is een andere dan de werkelijkheid, wat betekend dat de moderne mens leeft met behulp van een andere wereld, een "nep"-wereld.

Een voorbeeld daarvan is onze zogenaamde logica, want die berust op iets, dat in de zuivere werkelijkheid niet bestaat, want zij vergelijkt het gelijkende alsof het gelijk is en in de werkelijkheid bestaat het gelijke niet eens! Geen twee mensen, twee wolken, twee sneeuwvlokken, twee regendruppels, twee stiltes en twee lichten zijn gelijk.

Maar de huidige wetenschap, het moderne denken, is ten ene male ongeschikt om uit te vinden en in te zien, wat gezocht moet worden, om de absurde situatie te doorzien waar wij in het verenigde europa in verzeild zijn geraakt. Met een spons zijn alle grenzen weggewist, zijn alle europeanen gelijk.

Alleen de salarissen zijn verschillend.

Aldus schreef ome Willem.

---