Met inmiddels deels hersteld gehoor en goed slapen wat laat op pad gegaan en, oh welk een onbehagen, de Brenner in vrije tijd overgereden, de Brennerpas, meest naargeestige onder alle passen vanwege inhaalverboden, wachttijden en last but not least: het is ook nog een autobaan!
Maar goed, het was even een "snelle" oplossing, want vandaar konden we de Jauffenpas (Passo di Giove) over wat de twee kranige renners ook vlot deden. Voor mij weer een keer na lange tijd het weerzien met het oude Vipiteno, voormalig douaneafhandelingsplaats en waar ik zeer vele uren met wachten doorbracht, een plek waar nog tal van mijn, soms dierbare, herinneringen ronddwarrelen.
Zoals de twee weken langdurige schik met collega's toen de douaniers meenden lood in onze lading kaas te hebben gelokaliseerd. Sommige van de jongens zijn al niet meer onder ons...
Na de eerste pas volgde een pittige afdaling en de twee fietsers begonnen aan de beklimming van de Timmelsjoch, maar het had er meer van weg dat ze ten tijde van de T T in de buurt van Assen aan het rondtrappen waren.
De hoeveelheid motoren was veel. Veel te veel en met hun extreme hoeveelheid herrie vormden ze een ware plaag voor de fietsers. Één van hen kon de herrie even niet meer verdragen en nam bij mij plaats in de bezemwagen.
Zelf kwam hij met een zeer eenvoudige oplossing alsmede een helder idee om deze motoreninvasie in de Alpen een halt toe te roepen door middel van een quotum. Tegenover elke fietser die de Alp op snelt voortaan niet meer dan één motor hetgeen de alpenoverlast waarlijk zeer ten goede zou komen.
Dat motorrijders, naast dat zij alpenoverlast maken met hun wreed motorgebrul, zijn het ook angsthazen want dat kun je afleiden dat ze eigenlijk nooit alleen zijn. Nee, het liefst rijden die pigums met hun lederen vermomming in groepen van meer dan twintig hetgeen dan een herrie voortbrengt die niet onder doet voor een middelgrote vulkaan.
De bergen rondom beven, het wild raakt in de stress, mijn net genezen oren slaan weer dicht en daarbij vervuilen zo'n twintig motoren de omgeving met een enorme lading verbrande benzinedamp dat je er van begint te kuchen. Je moet toch niet helemaal goed snik zijn dit soort overlast voor de lol te doen, maar helaas: ze doen het voor de lol!
Maar Jaïr liet zich niet van de wijs brengen door die motorenherrie en met ferme tred slaagde hij er in de ruim dertig kilometerlange moordende klim van de Timmelsjoch in twee uur fietsend te overbergen. Overbergen, omdat overbruggen hier een beetje vreemd klinkt.
Boven op de berg lag nog een grote hoeveelheid sneeuw, langs de weg soms nog meer dan een meter. En eindelijk reed ik eens de enige weg van Italië naar Oostenrijk die tussen de Reschia en Brenner in ligt.
De Timmelsjoch, door de motoren en venijnige stijlte, een bijzonder irritant joch, maar ook die zit thans in de tas.
Morgen weer fietsen. Als er dan maar niet weer zoveel motoren rondcrossen, want dan zien ze er als een berg tegenop.
Aldus schreef ome Willem.
---