Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

maandag 6 juni 2011

De blokkade.

De zwaluwen scheerden in alle vroegte rond het terras van het hotel en de laatste vleermuizen zochten hun donker nachtverblijf op toen we vanmorgen vroeg het hotel aan het meer van Edrine verlieten.

Vlak na vertrek speurde ik de lucht af, maar ondanks dat het langzaam licht werd, was er niets waar te nemen dan louter een asgrauw wolkendek waaruit geen neerslag kwam.

Al vroeg werd door één van de jongens begonnen aan een vreselijke berg ten westen van Torino, een col met bovenop een groot gedenkteken aan Marco Pantani, zittend op een race-fiets en zoals een vader met traan en glimlach speelt als hij zijn kind naar lange tijd weer ziet, zo verheugde ik op mijn terugkeer naar deze top, bijgenaamd de Collo della Morte, maar helaas, een kilometer voor de top moest de beklimming worden gestaakt omdat een groot en dik pak gletsjersneeuw over vijftig meter weg lag geschoven en zo een blokkade voor de doorgan vormde. Er was geen doorkomen aan, en derhalve keerden we terug richting Cuneo en reden een dal noordelijker in, het dal waar we anders zouden zijn uitgekomen als we waren afgedaald.

Inmiddels was het best aardig weer geworden, de zon prangde regelmatig door de wolken en de twee fietsers bestormden de Col de Sempeyres, een smalle weg, met veel rommel op de weg en ook een zeer zware beklimming. Jaïr gooide het gas vol open en met een snelheid van 16 kilometer per uur schudde hij alle teleurstelling van de net niet gehaalde vorige col van zich af. Stoempend en vol energie kwam hij vanuit een dikke mistwolk, die de col verhulde, tevoorschijn. Rob volgde even later en een zeer linke afdaling volgde.

Smelt- en regenwater vloeide over het gescheurde asfalt dat ook nog eens vol steengruis lag. Hier en daar was de weg weg, gewoon weggezakt de diepte in terwijl de weg langs ijzingwekkende ravijnen liep, zonder hekje, vangrail of wat ook voor "beveiliging".

Mensen die deze col overtrekken dienen derhalve goed op zichzelf te passen. Op de hele op en afklim kwam ik een stuk of vier voertuigen tegen en steeds moest er ééntje met een weinig risico bij het passeren langs de afgrond manoeuvreren en het feit dat ik dit thans schrijf houd onomstotelijk in dat althans ik het spul op de weg heb kunnen houden.

Ach, en dan heb ik het nog niet gehad over de zinnenverrukkende omgeving waar we door kwamen. Blauwe. Gele, rose, rode, ja, alle kleuren bloemen, magnifieke boompartijen, glanzende grasvelden met miljoenen witte bloemen met geel hartje

Als eventuele slotklim hadden we nog de Col de Agnel in de aanbieding, de pas die ons vanuit Italië naar Frankrijk zou leiden, maar onder aan de pas hoorden we in Sempeyres dat de Agnel nog dicht en geblokkerd was en pas over twee weken zou opengaan.

En zo reden we ook deze geblokkeerde vallei uit, richting Saluzzo waar we weer eens lekker bij kwamen in een zeer geriefelijke omgeving. De voorbereiding voor de meerdere beklimmingen van de Alpe d' Huez zit er bijna op. Morgen gaan we Frankrijk in en zullen vast een kijkje gaan nemen.

En ondertussen zijn de vleermuizen weer an het ronddolen, op zoek naar prooi, de bergmarmotten terug in hun holen en zit ik te mijmeren wanneer de top van de La Morte, niet gehinderd door een sneeuwduin, weer door mijn oog aanschouwd gaat worden.

Ach. Dat zit er niet in en daarom blokkeer ik die gedachtenwens maar.

Aldus schreef ome Willem.
---