Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

zaterdag 4 juni 2011

Alice.

Of we soms in Wonderland zijn aangekomen? Je zou het haast zeggen, ja.

Grimmige wolken sloten zowat de hele dag de toegang tot de hemel en de zon werd door hunner grimmigheid ernstig gehinderd.

Afgelopen nacht een vreselijk onweder, bliksemflitsen vlogen heen en weer tussen de hoge bergen met soms een dermate enorm geluidsgeweld, alsof een heel team motorrijders vol gas van de hellingen af kwam suizen, maar de twee renners hebben daar niets van gemerkt en lagen in diepe slaap verzonken.

Maar vroeg in de morgen, net na de laatste druppels, vertrokken ze uit Ponte di Lechno om de vreselijke passo di Gavia te veroveren wat in een sneltreinvaart gebeurde, al wordt hier sneltreinvaart door mij als uitdrukking gebruikt. Omdat het zo vroeg was hadden ze weinig last van motoren, wat tot de conclusie heeft geleid dat motormuizen graag en lang uitslapen. De snurkers.

Nadat de dik besneeuwde hoogvlakte was gepasseerd kwam een lange, helse afdaling, terwijl de weg op veel plaatsen nauwelijks twee meter breed was wat veel gedoe gaf om elkaar te passeren.

Gedoe, maar ook linke minestrone (minestrone is soep in het Italiaans) omdat er altijd één van de partijen nipt langs het diepe ravijn moet manouvreren terwijl uit de verte een kudde steenbokken gelaten toekijkt.

Nee, niet dat wij ze zagen, maar zij ons wel.

Aan de voet van de Gavia, in Bormio dus, werd wat gesmikkeld waarna de reis werd voortgezet naar het dorpje Mazzo en juist daar begint de passo di Foppa, bijgenaamd de Mortirolo en één van de twee kon er weer even niet genoeg van krijgen en begon er lustig op los te klauteren, te klauteren over een uiterst smalle weg, soms 20 procent stijging, na een paar kilometer een voortreffelijk uitzicht op Tirano en de overige dorpen in het wonderschone dal en om in drie kwartier deze helse helling van een kilometer of 12 met succes in "de tas" te stoppen.

Even, even maar liet de zon zich zien, maar op de top goot het reeds van de regen en doornat nam hij plaats in de bus.

We gingen naar beneden, reden door naar Edolo en koersten richting Bergamo terwijl de regen erger en erger werd. Achteraf hoorden we dat het in een groot deel van Noord-Italië enorm had geregend en dat het einde nog niet in zicht was.

We reden verder, door de intens groen vallei, langs het schitterende Lago d' Iseo en niet lang daarna stopten we bij een wonderschoon meer, een meer waar "La Madonna da Lago" in staat en waarvan de naam mij helaas even is ontschoten. We namen intrek in een gezellig, ietwat sjofel, onderkomen in Alice, een piepklein dorpje aan het wonderschone, kleine meer.

En, gezien de paradijselijke schoonheid had het hier wel kunnen zijn, hier rond Alice.

Wonderland.

Aldus schreef ome Willem.
---