Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 13 april 2011

De herinnering.

De mens heeft zo zijn idealen, dromen zo men wil. En daarnaast herinneringen, goede, slechte, maar ook gewoon: herinneringen.

Het was mooi weer vandaag, zei het iets frisser dan gisteren en rond Milaan stond vanmiddag een aardige koele bries. Vanmorgen weg uit Montebello, vroeg, te vroeg eigenlijk, want dan kom je weer erg vroeg stil te staan en dat is, vind ik, altijd een beetje vervelend, maar we hebben het er maar mee te doen.

Reeds nog vóór Allessandria kon je vandaag de hoge bergen met hun nu nog wolwitte sneeuwtoppen aan gene zijde van Turijn waarnemen en ook links de Ligurische Alpen en rechts, de Alpen die de grens met Zwitserland vormen, toch al gauw een afstand van ruim honderd kilometers en dat zie je alleen met helder droog weer, zoals vaak in de winter.

Als je jong bent, heb je veel dromen en nog niet veel herinneringen.

Ten zuiden van Turijn pikte ik mijn eerste adresje voor Nederland op waarna ik naar Milaan reed voor nog twee kleine afleveradresjes waarvan ééntje in de stad, in de buurt van de wijk Palmanova.

Een vreemd gevoel maakte zich van mij meester toen ik zo weer eens na lange tijd de stad in reed, toen ik daarna weer op weg ging richting Venetië. Hier werkte ik veel met vroegere collega's, toen reeds oude knarren en veel van hen zijn niet meer onder ons, anderen, de toen wat jongeren, komen hier niet of nauwelijks meer. Het werk, dat "wij" Nederlanders deden, is thans overgenomen door Hongaren, Bulgaren, Roemenen, Slowaken, Polen en andere voormalige oostblokkers en die zie ik hier duidelijk op de parkeerplaats: zestig procent uit het oosten, dertig hier uit Italië zelf (en daar rijden ook nog vaak Roemenen op) en dan nog een rest van tien procent.

Ik behoor nu tot een marginale minderheid. Herinneringen zijn eigenlijk een profetie van het verleden en dromen geschiedenis van de toekomst.

Wellicht moet men mij inmiddels ook tot de oude knarren rekenen. Ik denk dat het kantelpunt nu wel bereikt is, zeker hier in Italië.

Immers, dromen heb ik hier niet zo veel meer, maar wel een bijna oneindige hoeveelheid herinneringen, bij elke afslag, op elke weg, bij iedere knaagschuur.

Het lijkt wel alsof ik hier nog als enige over ben en allen hebben afgehaakt, hetzij door overlijden, hetzij door pensioen hetzij door andere oorzaken.

Ik zwalk wat rond buiten, roep plotseling hard, schreeuw bijna, de namen van al die bekende Italiëgangers van weleer, maar er is niemand die om kijkt, niemand die uit het struikgewas opduikt, t'is waar, ze zijn er echt niet meer en ik slenter verder. Ben ik nu een Mohanicaan?

Zolang de hoeveelheid dromen die je hebt meer zijn dan de herinneringen, dan mag je jezelf nog jong noemen, maar als je herinneringen meer worden dan je dromen, dan, ja, dan ben je oud geworden.

En omdat mijn herinneringen hier in Italië meer zijn dan mijn dromen, ben ik in Italië reeds een oud man.

Maar vooralsnog alléén hier in Italië.

Aldus schreef ome Willem.
---