Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 2 maart 2011

Tussen de eilanden.

De hele nacht zal ik wel doorreizen, het kan niet anders. Toen ik vanmorgen rond de klok van zeven vertrok was het ruim onder de tien graden; ik was weer terug in de winter, compleet met sneeuw en ijs. Het verwonderde mij trouwens dat het al zo vroeg licht was en al snel was ik in kongsor, waar ik links af sloeg naar Eskilstuna, een Finse enclave in Zweden, een stad met hoofzakelijk Finse inwoners en er is zelfs een finstalige krant.

Eskilstuna was trouwens ook het eindpunt deze week en hier koppelde ik de oplegger af, deed de spatborden over de wielen en reed terug, maar nu even anders, na Kungsor richting Orebro.

Het weer klaarde op, een scherpe zon zorgde voor winterzonnekilte en de temperatuur liep langzaam op. In Orebro deed ik de laatste Zweedse inkopen waarna ik de reis door de eeuwig zingende bossen voortzette, de prachtige bossen die verschrikkelijk ontsierd worden door de veelvuldig plotseling opdoemende hoge palen met een grote M er op, u weet wel, van die Amerikaanse keten van die restaurants zonder koks.

Zo reed ik tussen de meren Vannern en Vattern, de één nog groter dan de ander, beide nog in bevroren toestand. In Kinnekulle pauzeerde ik een half uurtje, nam foto's van een paar prachtige wegreuzen en koetelde verder.

Na Skala werd de sneeuw beduidend minder om tussen Mariestad en Laxa helemaal te verdwijnen. En zo kwam ik aan in Gotenburg, in de haven, waar ik aanmonsterde op de boot, de boot naar de Duitse haven Kiel waar ik dan morgen aankom. Zo vaar ik dan deze nacht door tussen Sjaelland en Langeland, slapend in een pasagiershut met een patrijspoort waaruit ik zicht heb op de kille, koude Oostzee.

Al ze maar vannacht geen motorpech krijgen.

Aldus schreef ome Willem.
---