Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 20 januari 2011

Schaakloos.

Even snuffelen tussen een stapeltje oude papiertjes, want ik wist dat ik het nog had en ja hoor, achter dat witte, jaren oude, velletje, waarop nog een uitnodiging staat om op zaterdag 1 juni (ergens in de jaren 80 van de vorige eeuw) het zoveel jarig bestaan van schaakcafé Gambi(e)t te komen vieren, haalde ik het ongeveer even oude beduimelde bruine kaartje tevoorschijn.

Vanmorgen, na vijf minuten rijden was het opeens spekglad en omdat daarna een tamelijk steile afdaling volgde ging ik niet meer verder. Het had gesneeuwd, afgelopen nacht, en de wegen waren nog niet allemaal schoon gemaakt, maar na een half uurtje kwam de pekelwagen al waardoor ik verder kon schuiven.

Ja, vanavond wilde ik ook weer schuiven, vandaar dat oude kaartje, ik denk meer dan twintig jaar oud, het kaartje van Taverne Greenwich te Bruxelles.

Maar eerst door een vernieuwd sneeuwlandschap, langs Diekirch naar Weiswampach en daar weer trouw boodschappen gedaan. De sneeuw was niet al te dik; niet alles was gehuld in sneeuw zodat de akkers versierd waren met kleine bruine en groene stippen, zoiets als witte slagroom met daar overheen wat gestrooide cacaopoeder.

Schaakcafés heb ik vaak gevonden, in Neurenberg, Parijs, Nice, Zürich, Wenen, Praag, Berlijn, Grenoble, Heidelberg, Keulen, Frankfurt en ooit ééntje in Brussel en van bijna allen heb ik nog wel een adreskaartje.

De reis ging verder, Liege, waar de witte wereld geleidelijk plaats maakte voor een groene en daarna richting Antwerpen want mijn losadres zat in Zolder en rond de middag was ik die lading ook weer kwijt.

Greenwich, zou het nog bestaan? In ieder geval kon ik naar dat adres, Rue des Chartreux, maar daar kom je niet met een grote truck want het is vlak bij het plein waar Egmond en Hoorne een kopje kleiner werden gemaakt.

Na Zolder wist ik, dat ik de tijd had omdat ik pas morgen om een uur of acht in Puurs kon laden, zodat ik over Paal naar Diest reed, langs wegen die lonkten naar weleer en langs dorpjes met huisjes waar op ieder moment Sidonia of Suske uit konden lopen.

Langs stadjes als Scherpenheuvel en Rillaar waar de tijd een beetje stil heeft gestaan, en dan naar Aarschot, Kampenhout en tot slot Brussel waar ik het voertuig op een aardige stek aan de kant zette, vlak bij het eindpunt van de tram.

Vanuit het tramraampje staarde ik naar de volle maan die ik steeds opnieuw zag als de tram een zijstraat passeerde en daardoor de laaghangende bol kon volgen terwijl ik me trachtte te herinneren hoe die tent er uitzag. Het enige waar ik me nog iets van kon herinneren was de tegenstander waartegen ik een paar spelletjes speelde, die keer dat ik ook hier in de buurt een dag moest wachten, toen, op de douane.

Nadat ik de tram verliet vond ik na enig zoeken de taverne en trad er binnen, maar er was niets wat ik herkende. Bij navraag kon dat ook niet, want de tent was ingrijpend verbouwd. Er kon geschaakt worden, want daar kwam ik hier voor, maar helaas, bij gebrek aan een tegenstander kwam het er niet van. Een marrols sprekende gast die ik er naar vroeg knikte begrijpend. "Vroeger", zo zei hij, "werd hier veel geschaakt, maar tegenwoordig nauwelijks meer".

Schaakcafé Greenwich waar wel geschaakt kan worden, maar niet tegen wie. Jammer, en ik slenterde door de bruisende Brusselse straten. Het was misschien toen, maar ook nu nog, een bruisende stad. Na een klein uurtje nam ik de tram weer terug, maar niet voordat ik links en rechts vroeg of er misschien ergens anders een schaakcafé huisde, maar niemand die mij dat vertellen kon.

Niet al te laat kwam ik weer terug bij mijn oude trouwe DAFje en pinkte een traan weg. Waar moet dat heen, een Europese (hoofd)stad zonder goed functionerend schaakcafé!

En zo wordt ik genoopt vannacht te slapen in een schaakloos Brussel.

Aldus schreef ome Willem.
---