Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 2 december 2010

De ontsnapping.

Of het zomer of winter was is bij mij niet bekend, wel even na 1880 dat hij hier voor het laatst voet aan wal, en vooral, voet van wal heeft gezet om daarna nimmermeer weer te keren, vrouw en pas geboren zoon achterlatend.

Een vriendelijke man pakte vanmorgen vroeg, nog in het donker, de spullen aan, nog geen vijf minuten werk, en daarna snelde ik weer weg, op naar het volgende en laatste adres. In Oloron hield ik even halt om mij van het weer op de hoogte te stellen en ik kreeg al snel te horen dat er in heel veel departementen code rood gold, hetgeen wil zeggen dat vanwege weersomstandigheden in betrokken departement tot nader order niet meer met de vrachtauto mag worden gereden en dit gold ook de Landes en Pyrenees-Atlantiqiue, zeg maar de twee provincies aan de kust onder Bordeaux, en in het laatste departement bevond ik mij.

Maar waar ik was, scheen al bijna de zon, dus deed ik een ontsnappingspoging en stuurde het gevaarte recht naar beneden, de bergen in, de N 134 af, Bedous, Etsaut en als laatste dorp Urdos waarna ik door de Somporttunnel de wijk nam naar Spanje, Aragon. Ik was ontsnapt.
Na een moeizame tocht, moeizaam, want ik was zeer zwaar geladen en het weer was erbarmelijk, kwam ik een paar uur later, via Jaca (spreek uit: Kakka), aan in Irunea, beter bekend onder de spaanse naam Pamplona en vandaar naar Gasteiz, ook weer beter bekend als Vitoria en beide steden liggen aan de pelgrimsroute naar Santiago de Compastella en ooit, in 1975, had ik deze route, Vitoria-Jaca, met mijn ega in nevengestelde richting liftend afgelegd, maar er was eigenlijk niets wat ik herkende dan alleen dat het een bijzonder mooi en indrukwekkend berglandschap betrof.

Vervolgens schoot ik omhoog, naar de kust, nog boven Bilbao en in de middag leverde ik de zware lading af. Weliswaar had ik een veertig kilometer om gereden, maar ik kon tenminste wel blijven kachelen.

Daarna snel naar het teruglaadadres, niet ver er vandaan, te Erandio hetgeen eigenlijk de haven van Bilbao is. Beschut tussen de bergen kan hier veilig in en uit worden gevaren en aan deze havenkade werd de kar weer volgestouwd met handel voor Nederland.

Mijn blik ging over het water en in gedachten ging ik terug, honderd dertig jaar terug, want Bilbao, dus hier, was de laatste haven die mijn overgrootvader, die, kennelijk net als ik, van avontuur en reizen hield, aandeed. Nadat het schip waarop hij voer dit zeegat uit was, is het schip een paar dagen later in de Golf van Biskaje (Vizkaia) met man en muis vergaan, zo vertelde mijn grootvader ooit.

Na het laden in het donker de weg gezocht naar Donostia, ook beter bekend als San Sebastian en vanaf een zeer grote hoogte kreeg ik nog eenmaal een fascinerend panorama van de stad te zien. Niet lang daarna, om een uur of negen, de zaak maar aan de kant gezet. Morgen de terugreis aanvaarden en met een beetje mazzel vrijdag nog de handel er uit. Maar dan moet wel het weer een beetje meezitten.

Aldus schreef ome Willem.
---