Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 3 november 2010

Daf zonder service.

Het is nog donker als ik wakker word en kijk even snel naar de tijd. Zes over vieren, dat is nog te vroeg en slaap verder. Plotseling schrik ik wakker en krijg het onbehagelijke gevoel dat het al ver over vijven is, kijk op de klok en ja hoor, tien voor zes! Kennelijk is de wekker niet afgegaan, dus met spoed ga ik uit de veren, start de motor, schrijf een nieuwe schijf en scheer me weg.

Na zessen kom ik aan bij het losadres, maar het heeft geen verdere gevolgen want men begint gelijk de handel er uit te halen. Omdat ik hier wel vaker kom weet ik dat dit alles plaatsvindt onder toezicht van de Mont Ventoux die vanaf deze kant van de loods goed te zien is.

Na een kwartiertje rijd ik weer de poort uit en ontwaar door de ochtendschemering de contouren van de enorme reus.


Even later snor ik tussen met herfstblad bedekte platanen door, de D 99 over richting Beaucaire, ga daar naar links en kom via Bellegarde en Saint Gilles in Vauvert uit waar ik besluit Montpellier te ontwijken omdat ik weet dat daar langdurige werkzaamheden aan de gang zijn, dus reis ik langs Aigues Mortes, Carnon Plage en Palavas, waar de etangs vol staan met flamingo's. De populatie van deze vogel in dit gebied is de laatste jaren dermate toegenomen dat ik er niet van zou sta te kijken of hier weldra flamingofilet op de menukaart komt te staan.

Na Palavas steek ik via Villeneuve door naar de D 612 en rij zo via Frontignan en Meze naar het eerste laadadres, midden tussen de wijnvelden en even onder Castelnau du Guers.

Daarna krijg ik opdracht om een vrachtje op te halen in Cessenon sur Orb en omdat ik daar enkele kilometers verder, in Roquebrun, twee landgenoten ken, stuur ik een meeltje en bel de twee op vier nummers. Helaas komt er geen reactie en omdat ik merk dat mijn voertuig olie lekt, besluit ik na het laden in Cessenon mij maar snel te vervoegen bij de DAF-sevice te Beziers.

Vanaf DAF-Nederland zou men DAF-Beziers inlichten en mijn komst aanmelden en net even na half twee ben ik er.

De receptionist deelt mij mee dat de monteurs om twee uur beginnen en even voor twee uur druppelen de monteurs binnen. Maar na tweeën krijg ik van dezelfde receptionist te horen dat er niet één monteur tijd heeft iets aan mijn voertuig te doen. Ze komen niet eens kijken!!

Verontwaardigd bel ik de DAF in Amsterdam, vertel wat ik hier meemaak en bespreek de vermoedelijke oorzaak van de lekkage. Mede doordat DAF-Beziers geen service verleent wordt besloten verder te rijden en het probleem dan maar in Nederland op te lossen.

Zo vertrek ik naar de volgende klant en kom over een prachtige route. Langs wijngaarden met een schilderachtig palet van herfstkleuren, variërend van diep donkerrood tot licht okergeel. Via Pezenas en Clermont l'Herault ga ik via Gignac over de D 32 naar St Martin de Londres en vandaar naar Ganges. Als de wijnvelden ophouden rijd ik door een met voornamelijk steeneiken bedekt heuvelachtig landschap en via St Hipolyte kom ik door Anduze, een geliefd nederlands vakantieoord.

Al snel passeer ik Ales en vandaar pak ik de weg naar Aubenas, dezelfde weg die ik tijdens enkele vakanties hier, toen we een huis hadden in de buurt van Joyeuse, diverse keren reed met mijn oude Ford 17 RMS. Als ik door St Ambroix kom herken ik de slagerswinkel waar ik met vrouw en dochtertje een paar keer vlees haalde, de bodega waar we wat dronken en de voormalige groentezaak waar nu een telefoonwinkel in zit.

Na de schitterende weg, waar ik ook nog een klein colletje over kom, sla ik naar rechts af en niet lang daarna sta ik bij het laadadres te Ruoms. Er is nog volk, maar met een blik op de klok geef ik me weinig kans. Dat blijkt even later als de verantwoordelijke mij verteld dat ik morgen de eerste ben. Het loopt trouwens tegen zessen maar het is nog volop licht terwijl het aangenaam 17 graden is. Ik besluit naar het twee kilometer verderop gelegen dorpje te wandelen en na een goed kwartier loop ik door het kleine dorpje waar nagenoeg niets te beleven valt. Wel zijn er wat aardige bouwwerkjes die mijn aandacht trekken, maar verder is het zo doods, dat ik maar weer terug slof.

Door een druk op het alarmelement springt mijn deur open en ik pak mijn zaklamp waarmee ik onder het voertuig schijn. Daar liggen weer wat olievlekken. Volgens mij en de nederlandse dafmonteur olie vanuit de centrale smering en dat kan niet direct kwaad.

Verontwaardigd, ja boos, ben ik nog steeds op de DAF-garage in Beziers die niet eens de moeite nam om te komen kijken.

Daar zullen de laatste woorden nog wel niet over gezegd zijn.


Uit de inmiddelse donkerte voert de zachte wind vanuit de bergen een aangename geur met zich mee die mij doet denken aan bloeiende Oleander.
Een lichte huiver gaat door mij heen.

Het is Herfst, maar het riekt hier naar voorjaar.


Aldus schreef ome Willem.
---