Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

vrijdag 24 september 2010

Het plukmonster.

Dat was wel even schrikken, gisteren. Héél erg schrikken zelfs. En vandaag zag ik er wéér eentje. Afschuwelijk. En afgelopen nacht had ik een afschuwelijke droom omdat zo'n monster achter mij aankwam en bijna mijn DAFje te grazen nam, maar nwt toen werd ik gillend wakker.

Daarom was ik vanmorgen extra vroeg wakker en daarna snel geladen en toen, hop, van Koblenz over de 61 naar huis en ook nog gelost in Alkmaar, tot zover de dagelijkse beslommering. Maar vandaag, toen ik over het Ahrtal reed zag ik hem dus, het monster, net zo één als gisteren, iets groter zelfs. Gisteren, toen ik door de prachtige natuur van het Zwarte Woud reed, gele bermbloemen, zelfs zo hier en daar het begin van de herfst wat zich uitte in gele bladranden. Dat was nog wat meer toen ik door de bossen ten noorden van Haguenau reed. En na al dat verrukkelijk moois die schrik toen ik de grens overstak en meteen in een kilometers wijd en weids wijngaardgebied kwam.

Vanaf daar, de grens met Frankrijk, tot welhaast aan Mainz aan toe, bestaat het voor tachtig procent uit druiven, tientallen, zoniet wel honderd kilometers lang, en juist nu is het oogsttijd, maar nergens, in geen enkel veld, plukkers te zien, en dat was een merkwaardig, bijna surrealistisch gezicht, alsof ik een schilderij van Karel Willink aanschouwde.

En dan plotseling die monsters, die plukmonsters, die letterlijk en figuurlijk de plukkers hebben verjaagd en dreigend, als een soort reuzensnuitkever, door de wijngaarden jakkeren, rotte druiven, salamanders, slakken, torretjes en wat al niet meer meegraast met een niet te stillen gulzigheid en het waren deze plukmonsters waar ik gisteren zo van schrok.

Vandaag dus, zag ik van grote afstand het laatste plukmonster door de wijngaarden van het Ahrtal crossen en ik dacht na hoe vreselijk de wijn die hiervan gemaakt wordt zal smaken, want door de verontreiniging dient eerst alle leven te worden gedood, daarna de viezigheid zo veel mogelijk er uit gefilterd worden en dan weer met met monogist de sap tot een soort van kunstwijn op te leuken en dan met wat additatieven de zaak maar weer op smaak brengen.

Raar eigenlijk. De mensen die al die handelingen moeten uitvoeren om die fabriekswijn te vervaardigen zou je toch beter de wijngaard in kunne sturen en laten plukken, dan heb je al die kunstmatige rommel ook niet nodig.

En zo mijmerend reed ik verder. In mijn linker spiegel zag ik nog de laatste contouren van het plukmonster die langzaam uit het gezichtsveld verdween.

Na Alkmaar laden in Amsterdam en toen hup naar huis. Maar ik hoop niet dat ik weer een nachtmerrie van plukmonsters krijg.

Aldus schreef ome Willem.
---